Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Informatiemisc/arrow-dots-blackWet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)

De WMO valt onder de gemeenten. Het uitgangspunt hiervan is dat de eigen kracht van de persoon (en zijn omgeving) centraal staat om zoveel mogelijk te participeren in de samenleving. Wanneer iemand niet zelfredzaam is, kan men gepaste hulp krijgen via de WMO. De meest kwetsbaren vallen onder de WLZ en hebben recht op passende zorg en verblijf. 


Per gemeente is het WMO-beleid vastgesteld. Hierbij is specifiek gekeken naar de inwoners van de gemeente, hoe de populatie is samengesteld en welke aandoeningen er veel voorkomen. Dit bepaalt de vraag naar zorg- en hulpverlening en daarmee de inkoop. Ook de indicatiestelling is een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeenten betalen de zorgverleners en houden toezicht.

De wethouder Zorg en Welzijn is de uiteindelijke verantwoordelijke en moet zich verantwoorden aan de gemeenteraad.

De wijkgerichte aanpak

Veel gemeenten hebben een WMO-loket opgericht waar mensen hulp kunnen aanvragen op het medische vlak en/of uit het sociale domein. Vervolgens zal een onderzoek plaatsvinden naar de hulpvraag, de omgeving en mogelijkheden van de cliënt. Wanneer er een indicatie is, zal hulp worden ingeschakeld.

Naast het WMO-loket is er, vaak per wijk, een sociaal wijkteam. Deze hebben dezelfde insteek als het loket, maar zullen de complexere hulpvragen aanpakken. Doordat ze in de wijk opereren zijn ze vaak beter op de hoogte van de problematiek in de wijk en kennen de plaatselijke zorg- en hulpverleners. Ook hebben deze sociale wijkteams een signalerende taak.

Vaak hebben cliënten één aanspreekpunt die hen vervolgens op weg helpt, ook wanneer er meerdere problemen zijn. Dit betekent dat er vaak een combinatie is van het medisch en sociaal domein.

Transformatie

De Hervorming Langdurige Zorg is in 2015 in het leven geroepen om een kentering te maken in de steeds maar stijgende zorgkosten. Wanneer cliënten langer thuis blijven en zorg in de wijk ontvangen zal dit uiteindelijk leiden tot minder zorgkosten.

Wat kan ik doen als diëtist?

Gemeenten zoeken naar oplossingen voor de problematiek die in hun werkgebied spelen. Als diëtist weet je goed welke problemen er zijn in je wijk en daarover kun je met de gemeente in gesprek. Hiervoor zijn er een aantal handvaten.

Breng problematiek en raakvlakken met de gemeente in kaart

  • Welke problematiek zie je veel in je wijk? Sociale wijkteams zijn een goede informatiebron.
  • Welke onderwerpen vind je belangrijk, welke rol speel je hier zelf in en welke andere disciplines spelen hier een rol bij?
  • Wat zijn de speerpunten van jouw gemeente op het gebied van zorg en welzijn?
  • Ouderen zullen langer thuisblijven. Bedenk welke problemen kunnen voorkomen en welke rol jij, eventueel met andere disciplines, daarbij kunt spelen.
  • Gemeenten zullen op preventie moeten inzetten om ernstige ziekten en daarmee hoge kosten te voorkomen. Geef aan hoe jij daarbij de gemeente kan helpen.
  • Een (ROS)-wijkscan geeft inzicht in de kenmerken van de populatie op dit moment en hoe deze zich ontwikkelen in de toekomst. Daarnaast brengt de scan het huidige eerstelijnszorgaanbod in kaart.
  • Op de website van Gezond Leven vind je informatie over de Gezonde Wijk en de Gezonde Gemeente. Hierop staan verschillende hulpmiddelen om je wijk in kaart te brengen.
  • Breng verschillende disciplines bij elkaar en vorm een gezamenlijke visie.

Leg contact met de gemeente

  • Gemeenten hebben graag één aanspreekpunt. Dat kan via een zorggroep, een coöperatie of een ander samenwerkingsverband. Zeker multidisciplinaire initiatieven op wijkniveau zijn kansrijk.
  • Bestudeer hoe Zorg en Welzijn is georganiseerd in jouw gemeente. Wie is de wethouder, wie is het contactpersoon bij het WMO-loket, welke beleidsmedewerkers zijn betrokken en hoe is de indeling van de sociale wijkteams?
  • Elke gemeente heeft een WMO-Raad, bestaande uit burgers, die gevraagd en ongevraagd advies geeft aan de wethouders en ambtenaren. Dit is een goede informatiebron voor het opgestelde beleid van de gemeenten. Tevens kan de Raad als brug functioneren naar de gemeente zelf.
  • Afhankelijk van je doel bepaal je wie geschikt is om te benaderen.

In gesprek met de gemeente

  • Weet wat je zelf wil, welke onderwerpen je belangrijk vindt en welk doel je voor ogen hebt. Ook de gemeente heeft een eigen visie.
  • Bespreek met de gemeente de verschillende visies en bepaal waar de overeenkomsten en verschillen liggen.
  • Ontwikkel een plan waar alle partijen zich in kunnen vinden. Wanneer dit een onderwerp is waarin voor alle partijen een winstmogelijkheid zit, heeft het de meeste kans van slagen.
  • Maak afspraken over wie wat gaat doen; in eerste instantie met het ontwikkelen van een plan, in tweede instantie met het uitvoeren van het plan.
  • Plan meerdere bijeenkomsten om de voortgang te bepreken en te evalueren.