Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Informatiemisc/arrow-dots-blackDirecte toegankelijkheid diëtist (DTD)

Directe toegankelijkheid diëtist (DTD)

Vanaf 1 september 2011 kunnen cliënten door een diëtist behandeld worden zonder dat daar een verwijzing van een arts voor nodig is. Dit is wettelijk vastgelegd en het ministerie van VWS stelt hieraan geen verdere eisen. 

Bij de directe toegankelijkheid wordt uitgegaan van ‘Onbekend maakt Onbekwaam dus onbevoegd’. Dit houdt in dat wanneer je de symptomen van de cliënt niet (voldoende) herkent of je niet (voldoende) kennis hebt van de eventuele behandeling, je niet bekwaam bent om de cliënt te behandelen. Hiermee ben je dus ook feitelijk onbevoegd. Je kunt in dat geval beter doorverwijzen naar zijn of haar (huis)arts of naar een diëtist die wel bekwaam en bevoegd is om de cliënt te behandelen. 

Ondanks de directe toegankelijkheid van de diëtist vergoeden sommige zorgverzekeraars – vanwege contracteer vrijheid – uitsluitend behandelingen wanneer er voorafgaand aan de behandeling een verwijzing van een arts is afgegeven. 

Om je als diëtist te ondersteunen bij de uitvoering van DTD hebben we een aantal instrumenten ontwikkeld:

  • Screening DTD (zie hieronder)
  • Cursus Directe Toegankelijkheid Diëtetiek (zie hieronder)

Hoe verloopt de screening bij DTD?

Cliënten met vragen over voeding en diëten kunnen rechtstreeks bij de diëtist terecht. Ze hoeven hiervoor niet eerst langs een verwijzer, bijvoorbeeld een huisarts. De screening van de cliënten gebeurt daardoor door de diëtist zelf. De screening is bedoeld om rode vlaggen te signaleren en om te beoordelen of de hulpvraag van de cliënt daadwerkelijk bij de diëtist hoort of niet. Het EPD voorziet in een mogelijkheid de screening eenduidig vast te leggen. 

De screening richt zich op het herkennen van risicofactoren. Je kijkt of de klacht en de hulpvraag van de cliënt wel binnen het domein van de diëtetiek vallen. Het gaat hier niet om een medische of diëtistische diagnose of het koppelen van de risicofactoren aan een ziektebeeld. Jij inventariseert bovendien of er alarmerende signalen zijn, de zogenaamde rode vlaggen.

Welke prestatiecodes zijn geldig bij DTD?

De NZa heeft voor de screening een prestatie vastgesteld (declaratiecode 6050). De omschrijving luidt:

De screening bij directe toegang is een kort contact tussen de zorgaanbieder en de patiënt die zonder verwijzing van een arts naar de zorgaanbieder gaat. Gedurende de screening inventariseert de zorgaanbieder de hulpvraag, bepaalt of er een indicatie is voor verder onderzoek, gaat na of er geen contra-indicaties zijn en informeert/adviseert de patiënt.

Er zijn drie verschillende prestatiecodes met betrekking tot de directe toegankelijkheid: 

6050 voor alleen screening 

6051 intake en onderzoek na screening

6053 screening en intake en onderzoek

Praktijkvoorbeelden screening

Voorbeeld 1

Op maandag komt een cliënt zonder verwijzing bij jou in de diëtistenpraktijk. Jij doet een screening van 10-15 minuten. Dit is code 6050. De conclusie is dat er geen rode vlaggen zijn en de jij gaat de cliënt behandelen en begeleiden. Hiervoor maak je een nieuwe afspraak. Intake en onderzoek na screening is dan code 6051.

Voorbeeld 2

Een cliënt maakt een afspraak met jou zonder verwijzing. Jij schat tijdens het maken van de afspraak in dat de kans groot is dat er geen rode vlaggen zijn en maakt meteen een afspraak voor de intake. Dat is de code 6053.

De screening maakt onderdeel uit van de aanspraak van maximaal 3 behandeluren per kalenderjaar. 

De NVD vindt het belangrijk dat diëtisten zich bekwamen in het uitvoeren van het screeningsproces, want onbekwaam maakt onbevoegd. Ter ondersteuning is de cursus Directe Toegankelijkheid Diëtetiek ontwikkeld.


Voor de softwareleveranciers is de module screening DTD ontwikkeld. Deze module is afgestemd op de cursus Directe Toegankelijkheid Diëtetiek. Met deze module kun je de hulpvraag van de patiënt specificeren en vastleggen. De mogelijke hulpvragen van patiënten zijn gecodeerd volgens de meest recente ICF – diëtetiek, de classificatie voor het menselijk functioneren voor de diëtetiek. 

Elke diëtist is wettelijk bevoegd om cliënten te behandelen zonder dat daar een verwijzing van een arts aan ten grondslag ligt. Het ministerie van VWS stelt geen aanvullende eisen.

Zorgverzekeraars kunnen de wettelijke bevoegdheid niet van de diëtist afnemen. Wel hebben zij contracteervrijheid. Dat betekent dat zij ervoor kunnen kiezen om de behandeling van de diëtist uitsluitend te vergoeden als er een verwijzing van een arts aan vooraf gaat.