“Diëtisten gaan de zorg veranderen via de regionale zorgtafels”
Vrijdag 3 mei 2024‘We pakken door’ is de titel van het Jaarplan 2024 van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten, dat unaniem en met applaus werd aangenomen tijdens de Algemene Ledenvergadering op 16 april jl. Een belangrijke ontwikkeling voor de diëtetiek is regionale samenwerking. In een interview geeft NVD-directeur Bianca Rootsaert de visie van de NVD hierover weer.
Samenwerking in de eerstelijn
In de eerste lijn zijn er heel veel partijen. Hoe zie jij een grotere samenwerking daarbij voor je?
Bianca: “Dat is de knoop die 18 partijen in het zorglandschap met elkaar moeten gaan ontwarren de komende tijd. Deze ‘opdracht’ vloeit voort uit het Integraal Zorgakkoord (IZA). Hiervoor is in de afgelopen jaren een Visie op de Eerste lijn tot 2030 vastgesteld. We hebben daar als NVD, samen met de paramedische collega’s binnen PPN over meegedacht en aan meegeschreven. Nu moet een implementatietraject beginnen, waarin ook wij de doelen van deze visie omzetten in daden. Dat is een tour de force. Zo gaan we met elkaar bepalen wat we wel of niet op regionaal niveau organiseren. Er zijn veel partijen betrokken en dit geeft een spannend speelveld.”
Zorginkoop
Als het gaat over samenwerking, betekent dit dat we zorg anders gaan inkopen?
Bianca: “Eigenlijk is dat geen vraagstuk meer. Er zijn niet voor niets al regiobeelden ontstaan, waar regioplannen bij horen, die ook gaan over zorgpaden en zorgprogramma’s. Uiteindelijk is dit bedoeld om rondom iedere patiënt alle betrokken professionals te laten samenwerken. Het mooie is dat de meeste diëtisten hier al aan gewend zijn omdat zij al langer binnen de ketenzorg werken en een stevige positie in de eerstelijns organisatie hebben. Maar denk ook aan de samenwerkingen binnen de GLI, waarin ook de bekostiging is meegenomen.”
Het lijkt er op dat de diëtisten straks onderdeel zijn van nieuwe zorgstructuren. Blijven ze doen wat ze deden?
Bianca: “Was het maar zo simpel. Er treedt een verschuiving op naar nog meer multidisciplinair werken, waarin de diëtist ook onderdeel wordt van nieuwe zorgprogramma’s. Er gaat veel veranderen; bijvoorbeeld de zorg rondom kanker (voor en na de operatie), rondom MDL-aandoeningen en palliatieve zorg, en bij kwetsbare ouderen en kinderen. Ook weten we dat bij de aanpak van obesitas en diabetes meer maatwerk komt. Dit kan gaan betekenen dat je niet meer de bekende 3 uur zorg per patiënt declareert bij de zorgverzekeraar voor elke verrichting, maar dat je betaald gaat worden via de eerstelijnsorganisatie die de afspraken maakt met de zorgverzekeraar. En dat kan ook hybride zorg zijn, mits de kwaliteit behouden blijft.”
Monodiscipilinaire samenwerking
Heb je daar als diëtist dan invloed op? Zit je ook aan de besluittafels?
Bianca: “Dat is nu precies waar het om draait en wat het vraagstuk is bij het vormen van samenwerkende (grote) eerstelijnsorganisaties. Op welke manier zit je aan tafel? Is het de zorggroep die namens jou meepraat of heb je een eigen stem? Laat je de vertegenwoordiging van jouw zorg over aan anderen? En aan wie dan? Een collega- diëtist, een paramedische collega of een eerstelijns-collega. Dat zijn spannende vragen. Om goed beslagen ten ijs te komen is het als eerste van belang dat diëtisten zich sterk monodisciplinair organiseren binnen een regio. Je kunt dan samen aan die tafels gaan zitten. De afgelopen jaren hebben we als NVD al meegebouwd aan paramedische platforms (samen met de paramedische collega’s), waarin je als diëtist kunt meepraten in het paramedische samenwerkingsverband. Eén paramedicus zit dan weer namens jou aan een regio- of eerstelijns-tafel.”
Is dat een werkbaar model?
Bianca: “We moeten de komende tijd bouwen aan een brede eerstelijnsorganisatie, waarbij we goed moeten kijken wanneer de paramedische tussenlaag wel of geen meerwaarde biedt vanuit de IZA doelstellingen.”
“In een aantal regio’s zien we hiervoor al de contouren ontstaan zoals in Gelderland, daar bouwt de ROS eerst aan sterke monodisciplinaire pijlers. Ook in Limburg zien we als NVD soortgelijke bewegingen en in delen van Brabant en in het noorden. We zien ook dat er veel samenwerking ontstaat binnen deelcoalities, verschillende groepen paramedici: oefen-, fysio- en ergotherapeuten bijvoorbeeld, die samen een mooie Beweegcoalitie vormen. Bij andere zorgsoorten zijn het dan weer vooral de diëtisten en fysiotherapeuten die elkaar vinden.”
“Diëtisten worden steeds vaker op hun rol van zorgverbeteraar aangesproken, zowel door de overheid als zorgverzekeraars; doe mee, denk mee, ontwikkel mee.”Bianca Rootsaert
“Diëtisten moeten bij dit soort organisatievormen zelf aan de beslistafels willen zitten om de ambitie die in onze Veranderagenda is beschreven waar te maken. Tenzij ze ervoor kiezen het mandaat aan een ander te geven, maar ook dan is het van belang deze mandaten goed te omschrijven, door goede afspraken te maken over de vertegenwoordiging. Je moet je daarbij goed informeren en elkaars belangen echt goed leren kennen. Transparantie staat daarbij centraal.
En het klopt dat zelf aan tafel zitten meer werk met zich mee zal brengen, maar het voordeel is dat je meer impact kunt leveren; vanuit de verantwoordelijkheid die diëtisten hebben om de zorgkosten naar beneden te brengen en kwaliteit van leven toe te voegen.”
Bewegen naar gezondheid
“Binnen de paramedische sector zijn er verschillen en overeenkomsten”, vervolgt Bianca haar visie op de ontwikkelingen in de zorg. “Verschillende disciplines hebben verschillende opdrachten, en in IZA is vastgelegd dat we ‘de beweging naar gezondheid’ moeten maken. Dat is een zware verantwoordelijkheid die onze kant op komt.”
“Diëtisten worden steeds vaker op hun rol van zorgverbeteraar aangesproken, zowel door de overheid als zorgverzekeraars; doe mee, denk mee, ontwikkel mee. Dat komt omdat voeding basis van leven is en bij alle aandoeningen een belangrijke rol speelt. Bij chronische aandoeningen is in het in veel gevallen zelfs de veroorzaker. Om kosten in de zorg terug te dringen zal veel meer dan nu ook vanuit de eerste lijn aandacht gegeven gaan worden aan voedingszorg en begeleiding op leefstijl vanuit de diëtisitische wetenschap en benadering. Daar is binnen het zorglandschap geen twijfel over.”
“Uit SEO-onderzoek blijkt bovendien, dat elke euro die je investeert in diëtisten, er vier opleveren, voor de samenleving en de zorg. Dus al met al is de stem van de diëtist bij al deze ontwikkelingen heel belangrijk; er wacht dus een grote verantwoordelijkheid voor de diëtist aan de regiotafel. Dat betekent ook dat je als diëtist moet zorgen dat je zichtbaar bent en de andere partners in de zorg hierop blijft uitdagen. En dat het werk en de impact van de diëtist belangrijk is, weet genoegzaam iedereen, maar dat komt niet vanzelf op tafel, gezien alle belangen die er spelen.”
Ondersteuning door de NVD
Zou je pleiten voor een diëtist in het bestuur van elke eerstelijnsorganisatie?
Bianca: “Goed plan! Want het gaat hier ook om een innovatie, namelijk het anders denken over ziekte. Dat moet je op de agenda krijgen en houden vanuit inhoudelijke kennis van zaken. Iedereen in de zorg heeft de opdracht gekregen om eraan mee te werken, wij kunnen daar vanuit het diëtistenvak aan meebouwen. Als NVD gaan we diëtisten dan ook ondersteunen om hun rol als trekker van zorginnovatie op te pakken.”
Krijg je dat zomaar georganiseerd?
Bianca: “Er staan op dit moment al steeds meer diëtisten op die er zin in krijgen, die zich bijvoorbeeld willen ontwikkelen tot bestuurder, of hier en daar al begonnen zijn. Als NVD begeleiden en ondersteunen we besturen. Ook organiseerden we de afgelopen jaren binnen het programma Organisatiegraad Paramedische Zorg samen met de andere paramedische organisaties scholing en training. De subsidie voor monodisciplinaire netwerken, die eraan komt, gaat natuurlijk ook helpen. Ik heb me daar persoonlijk voor ingezet en ben blij dat deze er is gekomen! Met de nieuwe ontwikkelingen vanuit de Visie Eerstelijnszorg weten we nu waar we de diepte in moeten. Dit moeten we natuurlijk wel waardegedreven doen en niet van bovenaf opleggen.”
Waar ligt de focus van de NVD op de komende tijd als het om de verbeterde organisatiegraad gaat?
Bianca: “We willen eerst meer aandacht besteden aan het ontwikkelen van motivatie om bestuurder te worden. Ik wil ook graag juist vrouwen hiervoor enthousiast maken, aangezien mannen meer vanzelfsprekend bestuurder willen worden, zo blijkt. We hebben in de eerste lijn een unieke kans om een nieuwe bestuurslaag in de zorg te bouwen, met een goede man-vrouw-verhouding.Zelfs in de eerstelijnssector, waar zoveel vrouwen werkzaam zijn, gaat dat niet vanzelf. Daarbij vind ik dat zo’n nieuwe bestuurslaag ook een goede afspiegeling moet zijn van een veelkleurige beroepsgroep. En er zijn veel mensen in de zorg bij wie thuis niet werd gesproken werd over een ambitie om bestuurder te worden, ik wil graag met ze in gesprek gaan. Mijn ambitie is dat we over niet al te lang tijd 50 steengoede bestuurders hebben, die diëtist zijn en in nieuwe bestuurslagen zitten die we in de eerste lijn aan het bouwen zijn. Dat kan de zorg voorgoed veranderen.”
Het bestuursklasje van de NVD zeg maar.
Bianca: “Haha. Ja dat is een goeie. Als ik kijk naar het Jaarplan van de NVD met daarin een agenda specifiek op Organisatiegraad dan heb ik een opdracht. Ik ben ook persoonlijk gemotiveerd om hier iets moois van te gaan maken. Modern, met oog voor inclusiviteit. Samen. Voor Nederland.
Op naar de vijftig dan. Maar wat moet er nu eerst gebeuren?
Bianca: “We zijn samen met de andere zes paramedische organisaties in gesprek met VWS en de ROSsen over een vervolg van Organisatiegraad Paramedische Zorg 2.0. Ik hoop heel erg dat hier een vervolg aan gegeven wordt en dat dit vooral ook gericht is op een meerjarenprogramma. Langetermijn beleid is hierbij belangrijk, omdat je moet uitgaan van mensen en organisatie, waar begeleiding bij komt kijken, daar moet je duurzaam in investeren, met elkaar. Op dat niveau horen de deelbelangen dan ook geen rol te spelen. Als NVD pleiten we ervoor dat de kracht van de verschillende beroepsorganisaties wordt ingezet om de eigen achterban goed mee te nemen en te begeleiden. De individuele beroepsorganisaties kennen hun achterban immers als de beste. Ook als NVD spreken we dagelijks met onze leden. De beroepsorganisatie is dan ook een belangrijke ‘change agent’ bij het inrichten van een nieuwe organisatiestructuur in de zorg. ”
En hoe past dat in de samenwerking met de overige paramedische organisaties?
“De samenwerking met alle zorgprofessionals is belangrijk, want als diëtist werken we immers met iedereen samen, voeding en voedingszorg speelt altijd een rol. Binnen Paramedisch Platform Nederland delen we veel kennis delen met elkaar. Onze teams werken achter de schermen samen aan dossiers. Tegelijkertijd kunnen we niet altijd optrekken vanuit 1 visie of standpunt omdat iedereen een eigen achterban heeft, met een eigen jaarplan, ALV, koers en ambitie.”
“Een netwerk vormen is een interessante reis waarbij je laveert tussen wat op een samenwerkingstafel hoort met 1 plan en wat je vanuit het netwerk moet oppakken vanuit een gedeelde ambitie. Soms is het agree to disagree. Veel doen dus, aftasten, botsen en weer door. Het hoort er allemaal bij in de nieuwe context van IZA die vooral gaat om samenwerken. Het vraagt om bestuurlijke lenigheid en vrolijke veerkracht.”
“Wat ons bindt, is het meer en beter onder de aandacht krijgen van de paramedische sector in de breedte. Als voorzitter van PPN maak ik me daar dan ook sterk voor, samen met de andere PPN-bestuurders. We zitten niet in de IZA-binnenring, worden daarom niet altijd direct betrokken bij dossiers die over ons gaan. In regioplannen ontbreken we bijvoorbeeld nog, terwijl er al best veel data zijn over de paramedi. Hiervoor moeten we dus meer optrekken met alle beroepsorganisaties, inclusief de fysiotherapie en de podotherapie. Daar zit nog zoveel onbenut potentieel!”
“Er zijn in totaal 75.000 paramedici, de tweede grootste zorgsector van Nederland. Dat is een hele luide stem als je samen je mond open doet. Meer investeren in de paramedische sector is sowieso rechtstreeks bijdragen aan de doelen van de Visie op de Eerste Lijn. Dan heb je al je eerste vinkje gezet bij de implementatie van de Visie op de Eerste Lijn.”
Tot slot, wat gaat de NVD concreet doen?
“We doen, zoals ik heb uitgelegd, veel aan bestuurlijk overleg. En we trekken veel op met de andere paramedische organisaties. Tegelijkertijd hebben we afgelopen week onze Regiohelpdesk gelanceerd, meteen na het goedkeuren van ons Jaarplan. We gaan daarmee de monodisciplinaire organisaties ondersteunen met alles waar behoefte aan is. Samen subsidie aanvragen, samenwerken met de ROS-sen. Alles gericht op multidisciplinair samenwerken. Kortom, een mooi dienstenpakket, vanuit de waarde dat we een bijdrage willen leveren aan een gezonder Nederland.”