Harriët Jager-Wittenaar, nieuw bestuurslid NESPEN
Dinsdag 6 februari 2024Hoogleraar Diëtetiek en transmurale voedingszorg, Harriët Jager-Wittenaar, is toegetreden tot het bestuur van NESPEN. Het is de Nederlandse afdeling van ESPEN de European Society for Parenteral and Enteral Nutrition. Ze komt daarmee in het NESPEN-bestuur in het gezelschap van artsen, verpleegkundigen, onderzoekers, apothekers en andere diëtisten, namelijk Manon van den Berg (Radboudumc), Cora Jonkers-Schuitema (Amsterdam UMC), Joanne Olieman (ErasmusMC), Emmelyne Vasse (Gelderse Vallei, HAN) en Miriam van der Werf (Amsterdam UMC).
“NESPEN is de brug tussen het Europese ESPEN en Nederland”, licht Jager-Wittenaar toe. “Deze organisatie heeft als doel om kennis rondom klinische voeding, metabole ziekten en de eronder liggende processen, te vertalen naar de praktijk. Het gaat er binnen NESPEN dus om de Europese kennis, richtlijnen en toepassingen naar onze setting te brengen. Het gaat daarbij om richtlijnen voor verschillende disciplines ten behoeve van verschillende patiëntengroepen.”
NESPEN heeft evenals ESPEN leden die uit verschillende disciplines afkomstig zijn. “Artsen, apothekers, diëtisten, voedingsverpleegkundigen en overige professionals die in brede zin betrokken zijn bij voeding”, somt Jager-Wittenaar op.
Uitdaging rondom ondervoeding
Een van de uitdagingen die Jager-Wittenaar ziet is om binnen ESPEN meer aandacht te krijgen voor transmurale voedingszorg. Als voorbeeld noemt ze de aanpak van ondervoeding in het veranderende zorglandschap. “Traditioneel wordt dit in veel Europese landen, ook vanuit ESPEN, vanuit een klinisch, medisch perspectief aangevlogen. In Nederland zijn we denk ik al wat verder in de interprofessionele, transmurale aanpak, waarin we de rol van de paramedici en in het bijzonder die van diëtisten, al beter hebben omschreven. We willen deze beweging graag ook op Europees niveau zien en ik denk dat we vanuit NESPEN daar een mooie bijdrage aan kunnen leveren.”
Volgens Jager-Wittenaar, die regelmatig lezingen geeft voor bijeenkomsten van ESPEN, is Nederland op het gebied van ondervoeding een koploper in Europa. Kennis en kunde wordt volgens haar goed ontvangen in de zusterorganisaties van andere lidstaten. “Je ziet bijvoorbeeld dat in de verschillende landen onze visie rondom het risico op ondervoeding worden opgepikt. En men ziet uit naar de aanbevelingen die we op basis van ons internationale GLIM-project zullen geven hierover.”
Praktische vertaling
Het bestuurslidmaatschap bij NESPEN sluit voor Jager-Wittenaar vrijwel naadloos aan bij haar leerstoel die voor een groot deel gericht is op de transmurale voedingszorg. “Daarnaast vind ik het belangrijk dat er binnen NESPEN ook vertegenwoordiging is vanuit het noorden, een mooie aanvulling op de multidisciplinaire afspiegeling van Nederland die er al in NESPEN is. Ook zie ik een rol voor NESPEN in de verdere implementatie van de GLIM-criteria in de praktijk, waartoe ik mede vanuit de internationale GLIM-implementatie werkgroep inbreng kan geven.”
Verder ziet ze nog een verbinding met de Europese organisatie van diëtisten, EFAD. “We zoeken ook binnen EFAD steeds naar manieren waarop we Europese richtlijnen en kennis kunnen vertalen naar de praktijk. Met het toetreden tot het bestuur van NESPEN ontstaat er ook een mooie link naar de EFAD-ESPEN werkgroep waarvan Jager-Wittenaar mede-oprichter is. Zo kan vanuit verschillende invalshoeken de vertaling van wetenschappelijke kennis naar de praktijk worden versterkt.”