Meer plantaardige producten voor de behandeling van ondervoeding
Maandag 5 februari 2024Welke wensen en eisen stellen diëtisten in Nederland aan een plantaardig energie- en eiwitverrijkt product voor mensen met (risico op) ondervoeding? Chiara Odé van de Hanze Hogeschool Groningen deed er onderzoek naar en dong mee naar de NVD Scriptieprijs 2023.
Het aanbod aan plantaardige energie- en eiwitverrijkte producten bij de behandeling van ondervoeding is op dit moment vrijwel nihil. Om hier verandering in te brengen is binnen de Hanzehogeschool Groningen het innovatieproject Protein enriched vegan products to fight malnutrition (PROVE) gestart. Vanuit Prove ontstond de onderzoeksvraag welke eisen diëtisten stellen aan plantaardige energie- en eiwitverrijkte producten voor mensen met ondervoeding.
Methode
In dit ontwerpgerichte onderzoek is gebruik gemaakt van het double diamond model uit design thinking. Dit model bevat twee onderdelen: de problem space en de solution space. Dit onderzoek gaat in op de ‘problem space’ en is opgedeeld in 4 deelstappen. Deelstappen 1 en 2 vallen onder de discover fase. In de discover fase wordt met verschillende divergerende methoden onderzoek gedaan naar de doelgroep. Deelstappen 3 en 4 vallen onder de define fase en zijn convergerend van aard. In de define fase wordt de belangrijkste informatie uit de discover fase gefilterd.
Tijdens deelstap 1 is een interviewguide opgesteld. Bij deelstap 2 zijn diëtisten uit de 1e, 2e en 3e lijn, werkend met verschillende doelgroepen, geïnterviewd binnen hun eigen werkomgeving: “contextual interviewing”. Voor deelstap 3 is de analysemethode “affinity mapping” gebruikt. Met affinity mapping zijn alle resultaten uit deelstap 2 gecodeerd. Hierbij is ook gekeken naar waarop de diëtisten hun keuzes hebben gebaseerd. De gegeven antwoorden zijn verwerkt in deelstap 4, waarin gebruik is gemaakt van de rapportagemethode “design brief”. Met de design brief is beknopt en op een overzichtelijke manier het onderzoek en de conceptproducten die uit de interviews gekomen zijn gerapporteerd.
Resultaten
Negen diëtisten uit verschillende zorgsettings met gevarieerde doelgroepen, waaronder sporters, veganisten, patiënten met eetstoornissen, ouderen, kinderen en mensen met een verstandelijke beperking zijn geïnterviewd. Hieruit kwamen uiteindelijk vier conceptproducten:
- Een toetje van 100-150 ml, met de smaak en de textuur van yoghurt, dat tussen de 200-300 calorieën en 10-15 gram eiwit bevat en een opvallende, milieuvriendelijke verpakking heeft en ongeveer €2,50 kost.
- Een drankje van 125- 200 ml, met fruitachtige, of koffieachtige smaak en een wat dikkere en romigere textuur om verslikking te voorkomen, dat tussen de 200- 300 calorieën en 10-15 gram eiwit bevat, dat in een fles zit die hergebruikt of gerecycled kan worden, een fris uiterlijk heeft en tussen de €2 en €5 kost, afhankelijk van het productieproces.
- Een hartig broodbeleg, met een kaas-achtige smaak. Het product is smeerbaar als smeerkaas. Het bevat 80-150 calorieën per portie en 5 gram eiwit. Verpakt in een biologisch afbreekbaar kuipje van 100 gram, zodat het lijkt op de niet-plantaardige soortgenoot en kost maximaal €2,-.
- Specifiek voor de doelgroep patiënten met een eetstoornis: een doorzichtig, smaakloze siroop die volledig oplosbaar is in andere producten, dat 25-50 calorieën en 5 gram eiwit per portie bevat, waarbij meerdere porties per keer kunnen worden gebruikt, dat is verpakt in een glazen fles en €8 kost. Een fles van 250 ml zou 17 porties bevatten.
Voor ieder product is als eiwitbron gekozen voor erwteneiwit en als dat niet mogelijk is soja-eiwit. Daarnaast is de voedingswaarde op een apart kartonnetje vermeld. Dit omdat patiënten met verstoord eetgedrag steeds vaker voor een plantaardig voedingspatroon kiezen. Het is dus belangrijk om ook aan hen te denken bij het ontwikkelen van een nieuw product. Ook staat op het kartonnetje een QR-code die leidt naar een website met variatietips en informatie over ondervoeding.
Toepassing in de praktijk
Om van deze vier conceptproducten uiteindelijk echt bruikbare producten te maken, geschikt voor mensen met (risico op) ondervoeding, moet er eerst nog verder onderzoek gedaan worden. Dit onderzoek heeft zich namelijk alleen gefocust op de wensen en eisen van diëtisten en niet op de haalbaarheid van deze ideeën. Wanneer uit vervolgonderzoek geconcludeerd wordt dat het mogelijk is om één of meerdere van de conceptproducten te realiseren en deze in productie te kunnen brengen zal dit een positieve invloed hebben op de behandeling van patiënten met ondervoeding. Zo kunnen patiënten die een plantaardig voedingspatroon volgen, maar ook patiënten met bijvoorbeeld een lactose-intolerantie eindelijk meer variëren met de producten die zij gebruiken om hun ondervoeding te behandelen.
Literatuur
Van ’t Veer J, Wouters E, Veeger M, Lugt VR. Ontwerpen voor zorg en welzijn (01 editie). Coutinho; 2020.
Auteur: Chiara Odé, In opdracht van: Martine Sealy, PROVE consortium partners, Harriët Jager-Wittenaar.