Richtlijn Coeliakie herzien

Onlangs is de vernieuwde richtlijn Coeliakie gepubliceerd. Deze richtlijn biedt een praktisch en wetenschappelijk onderbouwd handvat voor diëtisten. We spraken met Gaby Herweijer (eigenaar van diëtistenpraktijk Voeding + Advies) en Maaike van Bree (diëtist en promovendus in het Amsterdam UMC). Samen hebben ze de richtlijn herzien.

“De vorige richtlijn was verouderd en had minder focus op de praktische toepassing”, aldus Maaike. “Daarom besloten we om deze volledig opnieuw te schrijven. De nieuwe richtlijn is zowel evidence-based als practice-based. Hierdoor sluit hij beter aan bij de dagelijkse praktijk van diëtisten. Het biedt concrete handvatten, denk aan een checklist om dieettrouw te monitoren, tips over de inzet van glutenpoeder tijdens een glutenchallenge en een checklist met alle onderwerpen die je ter sprake kunt brengen tijdens de consulten.”

Gaby: “We hebben bijvoorbeeld aandacht besteed aan het grote aanbod aan glutenvrije producten dat tegenwoordig in de supermarkt beschikbaar is. Glutenvrij wordt soms gelijkgesteld aan ‘gezond’, terwijl dat niet per definitie zo is. Glutenvrije producten bevatten vaak minder vezels en essentiële voedingsstoffen. De richtlijn geeft daarom advies over het voorkomen van tekorten.” Maaike vult aan: “We hebben ook informatie toegevoegd over nieuwe ontwikkelingen, zoals glutenafbrekende enzymen (‘glutenpillen’). Hoewel deze niet wetenschappelijk zijn onderbouwd, krijgen diëtisten hier in de praktijk wel vragen over. Daarom vonden we het belangrijk om dit op te nemen in de richtlijn.”

“Ja, de diagnostiek is gedetailleerder uitgewerkt. Dit helpt diëtisten om met patiënten te bespreken hoe de diagnose coeliakie wordt gesteld en waarom diagnostiek bij coeliakie zo belangrijk is. We hebben daarnaast een lijst opgenomen met aandoeningen waarbij je ook last kan krijgen van gluten terwijl je geen coeliakie hebt, zoals tarweallergie of PDS. Zo hopen we bij te kunnen dragen aan juiste informatievoorziening aan patiënten en het inzetten van de goede dieetbehandeling,” aldus Gaby.

Maaike: “We hebben er ongeveer een jaar aan gewerkt. Het is best een groot project, maar vooral ook leuk en leerzaam. Met een duidelijke onderlinge taakverdeling, waarin we allebei konden doen wat goed bij ons past. Zo heb ik meer affiniteit met het uitpluizen van de wetenschappelijke artikelen, terwijl Gaby de focus heeft gelegd op de tools en adviezen uit de praktijk.” Gaby: “We deden het natuurlijk ook samen met anderen. Om te zorgen voor een breed gedragen en goed onderbouwde versie, lieten we de richtlijn tegenlezen door Kinder- en MDL-artsen en andere diëtisten. Deze samenwerking was nuttig en ook leuk, want je leert van elkaar.”

Gaby: “Ik hoop dat diëtisten zich door deze richtlijn zekerder voelen in de begeleiding van coeliakiepatiënten. Het zou mooi zijn als hierdoor minder doorverwijzingen nodig zijn en patiënten sneller goed geholpen worden.” Maaike: “Goede richtlijnen dragen bovendien bij aan de professionalisering van het vak en daarmee een stevige positie voor de diëtist in de zorg voor coeliakiepatiënten. Onze expertise wordt beter zichtbaar.”