“Opmerkelijke bevinding: insulinegevoeligheid verbetert ondanks afname spiermassa”
Woensdag 19 maart 2025
Insulinegevoeligheid neemt toe, zelfs wanneer spiermassa afneemt bij gewichtsverlies door obesitasmedicatie. Dit opmerkelijke inzicht werd verkregen dankzij onderzoek onder leiding van professor Liesbeth van Rossum, internist-endocrinoloog en hoogleraar obesitas en stressonderzoek aan het Erasmus MC. In een interview in het Nederlands Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek deelt Van Rossum haar eerste bevindingen en benadrukt de belangrijke rol van diëtisten in het onderzoek.
Mits goed gecontroleerd gegeven is Van Rossum positief te spreken over de werking van de obesitasmedicijnen die tot nu toe op de markt zijn. Ze geven bij veel patiënten het duwtje in de rug dat nodig is om uit een negatieve spiraal te komen. In het NTVD-interview gaat Van Rossum in op de obesitasmedicatie die op dit moment wordt ingezet en de veranderingen die dat met zich meebrengt voor onder andere het werk van diëtisten.
Tegen comorbiditeiten
Behalve gewichtsverlies zijn over de obesitasmedicijnen positieve effecten gerapporteerd bij verschillende comorbiditeiten, niet alleen op diabetes en hart- en vaatziekten, maar ook op hartfalen, chronische nierziekten, leververvetting, PCOS (polycysteus-ovariumsyndroom), knieartrose of het slaapapneu syndroom. “Ook zijn er steeds meer aanwijzingen dat ze kunnen helpen tegen verslavingen zoals rook- , cannabis- en alcoholverslavingen en mogelijk de cognitie verbeteren”, zegt Van Rossum. “Obesitasmedicijnen kunnen sommige mensen dus helpen uit een vicieuze cirkel te komen, maar een gezonde leefstijl blijft daarbij een hoeksteen.”
Taboe op medicijnen
Ondanks de vele positieve aspecten merkt de professor op dat er nog een soort taboe en vooroordeel is rondom het inzetten van medicatie: “Ja, velen zijn van mening dat we het toch allemaal zelf maar moeten kunnen en niet kunstmatig stofjes moeten toedienen, maar dat is niet gestoeld op wetenschap.”
Wetenschap volgen
Van Rossum roept diëtisten op de wetenschappelijke ontwikkelingen rond de obesitasmedicijnen op de voet te volgen en bij te dragen aan de kennis rondom de inzet ervan. “Het is belangrijk dat diëtisten mee kijken naar de uitkomsten van studies en hun expertise daarin delen”, vindt ze.
Verlies van spiermassa
In het interview verhaalt ze over een ontdekking die ze samen met haar diëtisten deed in het ErasmusMC en waarover later meer data naar buiten zullen komen. “Bij het verlies van gewicht is er altijd een risico op het verlies van spiermassa. Dit is universeel en geldt bij zowel fors gewichtsverlies door een leefstijlinterventie als bij medicatie of een maagoperatie”, zegt Van Rossum. “Diëtisten zien erop toe dat de verhouding spier-vetmassa goed is. Ze hebben bijvoorbeeld vaak een beter oog voor sarcopene obesitas dan de arts die te vaak alleen naar het gewicht kijkt.”
Insulinegevoeligheid neemt toe
“In het ErasmusMC zagen we bij patiënten die obesitasmedicatie gebruiken, dat ze zowel vet- als spiermassa verliezen. Bij inzet van Liraglutide (Saxenda) bleek dat laatste significant, bij de inzet van Naltrexon/Bupropion (Mysimba) niet. Tegelijkertijd zagen we dat de insulinegevoeligheid toenam. Dat vond ik opvallend. We hebben met nutritional assessment op onze afdeling Diëtetiek in kaart gebracht wat de medicijnen doen met de spierkwaliteit.”
“Het blijkt dat zowel de spierkracht als phase angle onveranderd was, ondanks het verlies van massa. Dit wijst erop dat weliswaar de spiermassa enigszins afneemt maar dat de spierkwaliteit verbeterd is. Dit past ook bij de verbetering van de insulinegevoeligheid. Mijn gedachte hierover is dat het interessant is te onderzoek of het intramusculaire vet uit de spieren vermindert. Dat zou kunnen verklaren dat de spiermassa afneemt maar de insulinegevoeligheid beter wordt.”
Ook ontdekte Van Rossum met haar team bij obesitaspatiënten dat hun rustverbranding niet omlaag gaat bij het afvallen het gebruik van de medicatie.