Hoe vergaat het de COVID-19 patiënten die behandeld worden door een diëtist in de eerstelijnszorg?
Dinsdag 5 juli 2022In 2020 heeft de afdeling Dietetiek & Voedingswetenschappen van Amsterdam UMC het COVOED onderzoek uitgevoerd. Onderzoek bij patiënten die met COVID-19 waren opgenomen in het ziekenhuis gaf inzicht in de aan voeding gerelateerde klachten en het verloop van de voedingstoestand. Deze resultaten zijn hier te lezen.
Om ook inzicht te krijgen in de voedingsproblematiek van de patiënten met COVID-19 buiten het ziekenhuis zijn er binnen COVOED ook gegevens verzameld door diëtisten uit de eerstelijnszorg. In samenwerking met de Wageningen Universiteit is er in 2021 statusonderzoek gedaan. De resultaten van dit retrospectief onderzoek zijn deze week gepubliceerd in het Journal of Human Nutrition and Dietetics.
Het onderzoek
In dit artikel wordt de voedingsstatus, het risico op sarcopenie, en de voedingsklachten van 246 patiënten die herstellende zijn van COVID-19 en behandeld zijn door een diëtist in de eerste lijn, in de periode van 27 april tot en met 31 december 2020 beschreven.
Verbetering na eerste diëtistisch consult
Bijna alle patiënten hadden één of meer aan voeding gerelateerde klachten. De meest voorkomende:
1. Verminderde eetlust (58%)
2. Benauwdheid (56%)
3. Veranderde smaak (53%)
4. Smaakverlies (51%)
5. Vol gevoel (45%)
Deze klachten verbeterden geleidelijk na het eerste consult met de diëtist, maar bleven nog maanden aanhouden. Na 4 tot 6 maanden waren veranderde smaak, smaakverlies en benauwdheid de nog meest voorkomende klachten.
Risico op sarcopenie
55% van de patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen geweest had een verhoogd risico op sarcopenie. Bij de patiënten die niet opgenomen zijn geweest in het ziekenhuis was dit 34%.
Diëtistisch consult
De meeste patiënten (61%) werden doorverwezen door de huisarts. De mediaan van het aantal consulten was vijf (met een interkwartiel range van 3 tot 7), maar meer dan een derde van de patiënten had 6 tot 8 consulten. In bijna de helft van de gevallen werd drinkvoeding voorgeschreven.
Bij 80% was ook een fysiotherapeut betrokken. De behandeldoelen werden bij 75% van de patiënten behaald aan het eind van de diëtistische behandeling.
Conclusies
Op basis van deze bevindingen bij een grote groep patiënten met COVID-19 in de eerstelijnszorg kunnen we concluderen dat:
- Door frequent optredende voedingsklachten is er aandacht voor de voedingstoestand en het risico op sarcopenie van patiënten herstellende van COVID-19 nodig
- Meet de lichaamssamenstelling op de voedingstoestand en het risico op sarcopenie vast te stellen en te evalueren. Het overgrote deel van de patiënten kreeg ook een fysiotherapie behandeling. Zoek contact met de fysiotherapeut voor een geïntegreerde herstelzorg behandeling.
- In (slechts) de helft van de gevallen wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om max. 7 uur te declareren Er zijn dus mogelijkheden om een meer intensieve diëtistische zorg te kunnen leveren
De uitgebreide resultaten zijn te lezen in het wetenschappelijk artikel. In een filmpje op YouTube worden de belangrijkste resultaten toegelicht en ook kun je alles nog eens teruglezen in deze infographic.
Het onderzoek is uitgevoerd door de Wageningen Universiteit en Amsterdam UMC.
Het onderzoeksteam:
– Anne Slotegraaf, MSc
– Prof. dr. Marian de van der Schueren
– Dr. ir. Nicolette Wierdsma
– Prof. dr. Ir. Peter Weijs
– Dr. Ir. Hinke Kruizenga
Hartelijk dank aan alle diëtisten die gegevens hebben verzameld en hebben bijgedragen aan dit onderzoek!