Eenheid van Taal
Met Eenheid van Taal zetten we de eerste praktische stappen naar gestructureerde gegevensuitwisseling in de paramedische zorg.

Goede zorg begint met een gemeenschappelijke taal. Als zorgverleners informatie op verschillende manieren vastleggen, is het lastig om gegevens goed uit te wisselen, samen te werken en betrouwbare data te gebruiken. Eenheid van taal is daarom de basis voor digitale gegevensuitwisseling, kwaliteitsregistraties en goed datagebruik in onderzoek en beleid.
SNOMED is één van de hulpmiddelen om die eenheid van taal te realiseren. Het biedt een internationale standaardtaal waarmee diagnoses, verrichtingen en andere zorggegevens eenduidig kunnen worden vastgelegd. Zo zorgen we ervoor dat informatie begrijpelijk, herbruikbaar en veilig beschikbaar is voor alle betrokkenen.
Wat levert dit jou op als paramedicus?
- Minder registratielast
Eenmalig registreren betekent dat je gegevens direct hergebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld voor verslaglegging, overdracht en declaratie. - Betere samenwerking in de keten
Of je nu samenwerkt met een huisarts, medisch specialist of collega-paramedicus: de gegevens zijn overal op dezelfde manier beschikbaar en begrijpelijk. - Meer tijd voor de patiënt
Minder zoeken, minder herhalen, meer aandacht voor het gesprek en de behandeling. - Betere kwaliteit en veiligheid
Minder kans op fouten dankzij eenduidige registratie en automatische herkenning van medische termen. - Meer inzicht voor kwaliteitsverbetering
Data die eenduidig is vastgelegd kan beter worden gebruikt voor onderzoek, monitoring en kwaliteitsanalyses.
Hoe werken we hiernaartoe?
Het werkpakket Eenheid van Taal binnen GUPZ richt zich specifiek op de eerste praktische stappen van deinvoering van een internationale medische standaardtaal. Gekozen is voor de standaardtaal SNOMED. Deze maakt het mogelijk om behandelingen, diagnoses en andere gegevens overal op dezelfde manier te registreren en te interpreteren. Deze invoering gebeurt in nauwe samenwerking met verschillende beroepsgroepen, leveranciers en Nictiz.
De belangrijkste activiteiten zijn:
- Ontwikkelen van een beperkte referentieset
Kleine, werkbare sets met SNOMED-termen (bijvoorbeeld voor verrichtingen of diagnoses) die geschikt zijn om in de praktijk te testen. - Proof-of-Concepts (POCs) in de praktijk
Kleinschalige pilots waarin paramedici ervaren hoe SNOMED in de dagelijkse praktijk werkt, inclusief uitwisseling naar PGO’s (Persoonlijke Gezondheidsomgevingen). - Afstemming met leveranciers
Zodat de gebruikte systemen (EPD’s en PGO’s) SNOMED goed kunnen verwerken en dubbele registratie wordt voorkomen. - Borging en vervolg
De lessen uit de pilots worden vastgelegd in beheerafspraken, zodat beroepsgroepen en leveranciers kunnen doorbouwen richting brede invoering. Daarnaast wordt gewerkt aan een methodiek en werkwijze om de referentiesets dynamisch te houden. Hiermee wordt het proces van het ontwikkelen, actualiseren en borgen van referentiesets structureel ingericht, in samenwerking met beroepsverenigingen en andere partners. Zo ontstaat een duurzaam proces dat niet afhankelijk is van tijdelijke subsidies, maar zorgt voor continue doorontwikkeling en beheer.
Wat betekent dit concreet voor jouw praktijk?
- Gegevens die jij registreert kunnen door collega’s, huisartsen, specialisten én patiënten worden gebruikt.
- Je hoeft minder vaak dezelfde informatie opnieuw in te voeren of op te vragen.
- Je werkt met een taal die landelijk wordt ingevoerd en op termijn ook in andere sectoren van de zorg wordt toegepast.
- Je draagt bij aan de ontwikkeling van een paramedie-brede standaard die toekomstbestendig is.
Een voorbeeld: jij als diëtist legt de diagnose en behandeldoelen vast in de gekozen standaardtaal. Deze gegevens zijn direct beschikbaar voor een huisarts of ergotherapeut, maar ook voor de patiënt in de PGO. Zo wordt voorkomen dat informatie dubbel moet worden ingevoerd of uitgelegd. Ook ontstaat er door middel van Eenheid van Taal geen misinterpretatie.
Projectinformatie
In het programma richten we ons op de ontwikkeling van gestructureerde rapportage waar het zinvol is, ten behoeve van gegevensuitwisseling, kwaliteit van zorg en secundair datagebruik. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan het gebruik van gestructureerde data voor onderzoek.
In een tweejarig traject werken we aan de ontwikkeling van gestructureerde rapportage, integratie in de EPD’s en implementatie in de praktijk.