Het is belangrijk dat we onze waarde blijven laten zien en onderbouwen
Zondag 7 november 2021Op de middelbare school kwam Martine van der Zee voor het eerst in contact met de diëtetiek. Toen ze voor een werkstuk een kijkje op de dialyseafdeling van een ziekenhuis mocht kijken. Daar sloeg de vonk over, ze wist wat ze wilde worden, diëtist. Tijdens haar carrière zette ze zich al snel in voor diëtetiekzaken die verder gingen dan haar eigen werkkring. In 2015 trad ze toe tot het hoofdbestuur van de NVD, waar ze per november afzwaaide als voorzitter.
Dat ik voor diëtetiek koos was eigenlijk een natuurlijk iets”, vertelt Martine. “Ik maakte op het vwo een werkstuk over alles wat met de nieren te maken heeft; ik had alle aspecten over nieren in kaart gebracht. Een internist liet hiervoor zien hoe het er op de dialyseafdeling aan toe ging, ik was daar via een kennis terechtgekomen. En toen kwam ook voor het eerst een diëtist in beeld. Ik zag wat de impact van voeding is als je nieren niet of nauwelijks meer werken, en de rol van de diëtist bij de begeleiding van patiënten met een verminderde nierfunctie. “Want als je op zo veel moet letten, zoals vocht, zout, kalium? Hoe zorg je er dan voor dat de patiënt in een goede conditie blijft? Hoe stem je samen met de patiënt af welke aanpassingen doorgevoerd kunnen worden binnen zijn/haar voedingspatroon?”
Inspiratie uit contact met collega’s
En zo kwam Martine al vroeg in aanraking met het vak. Na haar opleiding Voeding en Diëtetiek in Nijmegen ging ze in 1998 werken als diëtist in de functie van rayonmanager Zuigelingenvoeding voor Friesland Nutrition. Maar het telefoontje dat er een vacature was als diëtist nefrologie in het St.-Jozefziekenhuis in Veldhoven, het latere Máxima Medisch Centrum, was genoeg om aan de slag te gaan als diëtist in het ziekenhuis. Daar werd ze geïnspireerd om verder te kijken dan puur haar eigen vakgebied. “De dialyse is een afdeling waar veel disciplines samenkomen en waar je intensief mee samenwerkt”, verhaalt Martine. “Ik voelde toen al de noodzaak om te laten zien wat daarin je waarde is als diëtist. Hoe positioneer je je als diëtist in het behandelteam en breng je het belang- van een goede voedingstoestand onder de aandacht? Het contact met collega-diëtisten heeft mij enorm geïnspireerd. Kijken naar de ontwikkelingen in het vakgebied, zaken met elkaar bespreken en inzichten vertalen naar de praktijk.” Ze geeft aan het als een groot voorrecht te zien dat ze de mogelijkheid kreeg om ook buiten haar werksetting actief te zijn, in het netwerk Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN). Ook was ze betrokken bij de multidisciplinaire CBO-richtlijn voor haar vakgebied rond diabetes en nefropathie.
Na acht jaar werken in Veldhoven, maakte ze een overstap naar haar woonplaats Oosterhout, waar ze eerder met haar man en twee kinderen (inmiddels een dochter van 13 en een zoon van 15) was gesetteld. Ze ging er werken in het Amphia ziekenhuis waar ze meewerkend leidinggevende kon worden. Daar kreeg ze voor het eerst te maken met de veranderingen in de zorg en de impact voor de afdeling diëtetiek.
Link NVD en praktijk
Toen Martine als diëtist ging werken, kwam de regionalisatie op, die vanuit de NVD werd gestuurd. Tot dan was ze lid van de NVD, maar door haar rol als regiocoördinator van de regio Noord-Brabant Oost werd haar samenwerking met de NVD geïntensiveerd. Ze vond het boeiend om achter de schermen bij een beroepsvereniging te kijken. Haar betrokkenheid bij de ontwikkeling van het diëtistenvak bleef niet onopgemerkt. In 2015 werd ze gevraagd voor een functie in het hoofdbestuur, waarmee ze vanuit haar werkveld en expertise een bijdrage ging leveren aan de landelijke vereniging. En na twee jaar werd ze als voorzitter gekozen. “Een rode draad in mijn bestuurswerk was eigenlijk altijd al hoe ik de vertaalslag van regionale of landelijke zaken naar de praktijk kon maken. Wat betekent een hoofdlijnenakkoord bijvoorbeeld voor ons als diëtisten in het werkveld? Wat komt er voort uit bestuurlijke afspraken? Ik vind het van belang om de impact te toetsen in de praktijk, om op zoek te gaan naar de context en de toepasbaarheid. Daarbij moet je soms ook weer zaken terugleggen om ze beter aan te laten sluiten. Maar ook om de issues, waar we in de praktijk tegenaan lopen, voor het voetlicht te brengen. En om te bekijken hoe we zaken kunnen veranderen, waar we invloed op kunnen hebben. In de rol van bestuurder en voorzitter ben je niet zelf de uitvoerder, maar houd je toezicht op de uitvoering van datgene wat we met elkaar als leden hebben afgesproken, zoals vastgelegd in bijvoorbeeld het jaarplan. Je moet het beleid naar de leden verantwoorden en je legt hun de plannen ter besluitvorming voor. Het is mooi om te zien dat het bestuur een afspiegeling is van de verschillende werkvelden in de diëtetiek.”
Manager-diëtist, nieuwe uitdaging
Parallel aan de uitbreiding van haar takenpakket als NVD-voorzitter kwam er een andere baan op het pad van Martine. Ze trad in dienst bij Diëtheek waar ze als general manager zo’n tachtig diëtisten aanstuurt die in dienst of franchisenemer zijn. “Daardoor kwam ik nog meer in aanraking met de diëtisten in de eerste lijn.” Dat was voor Martine op dat moment een andere tak van sport met een ander reilen en zeilen; het bieden van zorg in de thuissituatie, contracten met zorgverzekeraars en zorggroepen, regionale samenwerkingen, maar ook de zeer beperkte tijd binnen de aanspraak diëtetiek in de basisverzekering en lage tarieven voor de vergoeding van de diëtist – om maar een paar punten te noemen. “In de kern is er geen groot verschil tussen de diëtisten in de verschillende lijnen; de essentie van de diëtist is hetzelfde”, zegt Martine. “Het maakt niet uit waar de zorg plaatsvindt, met een diëtist is die van toegevoegde waarde. Ook in de eerste lijn zie je dat de diëtist veel impact heeft bij de behandeling en voorkoming van medische aandoeningen en inzet op langdurige gedragsverandering. En je ziet de laatste jaren natuurlijk een toegenomen aandacht voor de inzet van de diëtist binnen diverse leefstijlprogramma’s.” Wel vindt ze dat er nog een grote uitdaging ligt om de effectiviteit en kwaliteit van de behandeling door een diëtist aan te tonen. “Er zijn veel verschillende elektronische patiëntendossiers, waarin gegevens niet op dezelfde wijze worden vastgelegd. Het is essentieel dat data systematisch wordt vastgelegd voor het opbouwen van de bewijslast van de impact van de diëtetiek. Om daarmee ook te kunnen aantonen dat diëtetiek kosteneffectief is”, aldus Martine.
Zes jaar bestuurslid/voorzitterschap
Als Martine terugblikt op haar zesjarige zittingstermijn als bestuurslid en NVD-voorzitter, dan lijkt het alsof ze in een sneltrein heeft gezeten met gebeurtenissen die elkaar snel opvolgden. “Er is zoveel gebeurd”, zegt ze. “De impact van de bestuurlijke afspraken met bijvoorbeeld de oplevering van het kostenonderzoek, het aantrekken van een nieuwe NVD-directeur, een eerste hoogleraar diëtetiek. En niet te vergeten alle ontwikkelingen rond COVID-19 waardoor het belang van een goede gezondheid, conditie en immuunsysteem veel aandacht kreeg. De wereld leek tot stilstand te komen, maar onze trein denderde heel hard door. Daarbij ging het om het opzetten van zorg op afstand, het uitbrengen van richtlijnen rondom COVID-herstelzorg, het opvoeren van de druk voor uitkering van een continuïteitsbijdrage, de impact van alle maatregelen voor het uitoefenen van ons vak en de werkzaamheden binnen onze vereniging…. En nu zitten we aan het einde van een visietraject waarin we de visie van de NVD en diëtetiek opnieuw vormgeven.”
Visietraject voor de diëtetiek
Over dat laatste, de nieuwe visie, wijdt ze verder uit: “Dit visietraject is heel uniek om mee te maken, het zijn bijzondere stappen die we nu afleggen. Het is mooi om te zien hoe in dit traject door discussie wordt blootgelegd waar ons vak nu eigenlijk om gaat. Visiecommissie, expertcommissie, NVD-leden, klankbordgroepleden; het is een interactief proces waarbij iedereen zijn mening heeft kunnen geven op bijvoorbeeld de belangrijkste trends en ontwikkelingen of op de verschillende toekomstbeelden en -scenario’s. Hoe ziet de de diëtist eruit in 2030? Welke elementen in de visie blijven overeind en welke niet? Het is een uitdaging, want het beroep is breder en diverser geworden. Maar er is ook sterk de behoefte aan richting. Wij hebben met z’n allen nog een paar stappen te zetten, maar al pratend koersen we af op een sterk verhaal.”
Zelf verwacht Martine dat het visietraject ertoe kan leiden dat de diëtist nog beter kan laten zien dat hij of zij, vanuit een unieke identiteit, waarde kan toevoegen en impact kan leveren in een sterk veranderd zorglandschap “En het is natuurlijk belangrijk dat we onze waarde niet alleen kunnen laten zien, maar ook kunnen aantonen en onderbouwen. De verdieping binnen de diëtetiek, waar nu binnen de NVD aan gewerkt wordt, kan daarbij helpen. Het visietraject is nog maar het begin, een stip op de horizon. Het is de basis voor het concretiseren van het meerjarenbeleidsplan om de visie-elementen te kunnen realiseren.”
We zijn toekomstbestendig
Vindt ze het jammer om weg te gaan? Martine: “Het is goed als het stokje wordt overgenomen”, zegt ze nuchter. “Mijn passie voor het vak en ontwikkelingen daarin zullen altijd blijven. Ook blijf ik me inzetten, vanuit Diëtheek voor een sterke positie van de diëtist. Ik ben in ieder geval heel dankbaar dat ik me de afgelopen jaren heb mogen inzetten voor dit prachtige vak en onze beroepsvereniging in de rol van bestuurslid/voorzitter en het vertrouwen van de leden heb gekregen. Er is heel hard gewerkt door het team van de NVD en alle vrijwilligers binnen onze vereniging. En met alles wat er tot nu toe al gebeurd is en in werking is gezet, verwacht ik dat we als NVD en diëtetiek toekomstbestendig blijven.”