Akkoord bereikt voor cao’s VVT, GGZ en Ziekenhuizen

Na intensieve onderhandelingen zijn er nieuwe cao’s afgesloten voor zowel de VVT-sector (Verzorging, Verpleging en Thuiszorg) als de GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg). Inmiddels is er ook een akkoord bereikt voor de Cao Ziekenhuizen. Wat houden deze ontwikkelingen in?

Op 11 maart 2025 werd een principeakkoord bereikt voor de nieuwe Cao VVT. Werknemers in deze sector krijgen een structurele loonsverhoging van 4 procent per 1 juli 2025 en 3,5 procent per 1 juli 2026, waarmee de totale stijging op 7,5 procent komt. Daarnaast zijn er verbeteringen in de reiskostenvergoeding en een nieuwe generatieregeling, die duurzame inzetbaarheid en doorstroom bevordert. Voor diëtisten in de VVT betekent dit een verbetering van hun loonpositie en arbeidsomstandigheden, wat bijdraagt aan meer waardering voor hun werk.

Op 19 maart 2025 werd een akkoord bereikt over de Cao GGZ, die onder andere een loonstijging voorziet van 1 procent per 1 juli 2025, 2,25 procent per 1 december 2025 en 3 procent per 1 juli 2026. Daarnaast wordt de vakantietoeslag verhoogd naar 8,33 procent en worden rechten op vergoeding voor bereikbaarheidsdiensten uitgebreid. Een belangrijke verbetering is ook de versterking van de zeggenschap van zorgprofessionals door adviesraden. Diëtisten in de GGZ profiteren hierdoor niet alleen van betere arbeidsvoorwaarden, maar krijgen ook meer invloed op hun werkomgeving.

In de nacht van 26 op 27 maart is er ook een akkoord bereikt over de Cao Ziekenhuizen. De vakbonden en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) zijn het eens geworden. De geplande acties zijn daarmee van de baan. In het resultaat is afgesproken dat ziekenhuiswerknemers een salarisverhoging krijgen van in totaal 8% in twee jaar tijd. Daarnaast gaat de reiskostenvergoeding omhoog, is de ORT-vergoeding verbeterd en krijgen coassistenten en WO-stagiairs een hogere vergoeding.

Hoewel de nieuwe cao’s goed nieuws zijn voor diëtisten in de tweede lijn, heeft de loonkloof met de eerste lijn onze aandacht. In een debat in de Tweede Kamer van de vaste commissie van VWS over de arbeidsmarkt is door verschillende eerstelijnspartijen aandacht gevraagd voor de loonkloof tussen de eerste en tweede lijn. Gelukkig weten we uit ervaring dat de cao-lonen vaak als benchmark worden gezien. Na een loonstijging in de tweede en derde lijn volgen meestal hogere tarieven in de eerste lijn. Daar maakt de NVD zich hard voor. De eerste lijn mag zeker niet achterblijven.