“Het had maar weinig gescheeld of het feest had in Leeuwarden moeten plaatsvinden”
Vrijdag 1 november 2024Vijftig jaar onderwijsgeschiedenis rondom voeding en diëtetiek. Dit jaar bestaat deze afdeling van de Hanze Hogeschool van Groningen 50 jaar. Op 8 november wordt het gevierd. We vroegen enkele oudgedienden naar hun ervaringen. Huidig teamleider Marike Lejeune en opleidingsmanager Monique Weitering vertellen hoe het er nu aan toegaat op de Hanze.
“Op 30 oktober 1973 maakte de overheid bekend dat aan de Hoendiepskade een afdeling Diëtetiek in aanmerking kwam voor bekostiging. Vervolgens werd in augustus 1974 met een eerste groep studenten gestart. Deze groep werd een opleidingsprogramma aangeboden dat nodig aan en update toe was en dat zou vanaf 1975 ook werkelijkheid worden.”
Aan het woord is Wim de Haan die als vanaf januari 1 januari 1976 tot 1 januari 1987 werkzaam was als afdelingsleider en later als adjunct-directeur van de opleiding Diëtetiek. Dat was nadat de eerste teamleider van de opleiding, Jan Terwel, al snel had besloten dat hij meer een wetenschappelijke dan een onderwijsbaan ambieerde.
De Haan zette zijn carrière verder als directeur Onderwijszaken van de Hanzehogeschool en beëindigde zijn onderwijsloopbaan met vier cursusjaren als docent onderwijskunde aan de Pabo. “Ik heb het zeer gewaardeerd dat ik op die wijze mijn onderwijsloopbaan heb kunnen afsluiten: mijn onderwijservaring in dienst te stellen van de opleiding van aanstaande leraren”, zegt de man die bij de eerste uren van de Hanze-opleiding Voeding en Diëtetiek was betrokken.
Opbouwen van opleiding
“Het leukste aspect van mijn werk waren de directe contacten met studenten en docenten en het geven van colleges”, blikt De Haan terug. “De opleiding was overzichtelijk, ik kende alle studenten bij naam en het was inspirerend om mee te werken aan een mooie opleiding. Heel bijzonder was het opnieuw van de grond af aan opbouwen van de opleiding Diëtetiek.” Halverwege de jaren zeventig werd het landelijk project Diëtetiek gestart. Dat gebeurde onder begeleiding van het onderwijsinstituut APS, in samenwerking met de overige vier opleidingen Diëtetiek in Nederland. “Het leerplan werd opnieuw doordacht en op een moderne leest geschoeid”, weet De Haan. “Nieuwe lessentabellen en nieuwe leerdoelen, de invoering van studiepunten, aparte tentamenperiodes, bijscholing van docenten en wat al niet meer waren het gevolg. Niet alleen de directie maar ook de docenten gingen met een zekere regelmaat naar Utrecht voor overleg met collega’s.”
Roosters met de hand maken
“Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar in die tijd werden de roosters nog met de hand gemaakt”, vervolgt De Haan. “Ook de studieresultaten werden met de hand per student ingevuld en uiteindelijk met een rekenmachine opgeteld. Interessant waren de teamvergaderingen waarin alle voorstellen werden besproken met later ook inspraak van studenten. En na afloop met verscheidene collega’s nog even napraten in het café De Slingerij was ook niet te versmaden. Evenals het eenmaal per week volleyballen met een aantal collega’s. Voor zover ik mij kan herinneren verliep de opbouw van de opleiding zonder grote problemen.”
Spannend jaar 1983
Volgens de Haan was 1983 een heel spannend jaar. “De overheid startte toen de operatie Schaalvergroting, Taakverdelingen Concentratie (STC) in het hoger beroepsonderwijs. Al spoedig bleek dat onze opleiding Diëtetiek samen met de Toegepaste Huishoudwetenschappen (die er in 1979 bij was gekomen) te weinig studenten telde om zelfstandige organisatie te kunnen overleven. Fuseren met deze of gene partner(s) werd noodzaak. Na heel veel overleg met heel veel verschillende partijen en uiteindelijk een drietal opties, besloot het bestuur op 5 juni 1985 met vier stemmen voor en drie tegen te kiezen voor aansluiting bij een neutraal privaatrechtelijk cluster in Groningen. Het had dus maar heel weinig gescheeld of de tweede optie, aansluiten bij een christelijk cluster in Leeuwarden, was de uitkomst geworden. Dan had het feest ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan dus in Leeuwarden moeten plaatsvinden.”
Papierwinkel minder leuk
Een van die vrouwelijke collega’s waarmee De Haan samenwerkte was Nynke Jansen-Santema, zij was van augustus 1976 tot september 2016 in dienst, veertig jaar en een maand. “Ik heb mijn tijd bij de opleiding als zeer prettig ervaren, ik heb hele fijne collega’s gehad en ook veel geleerd”, blikt ze terug.
Ze begon als docent medische vakken, in het bijzonder pathologie, waarna ze in 2004 teamleider van de opleiding is geworden. “Het leukste aan mijn werk vond ik het enthousiasmeren van de studenten, hen prikkelen om nieuwsgierig te zijn en om zelf na te denken”, zegt ze. Ook vond ze het ontwikkelen van het vak leuk. Minder leuk vond ze de toenemende papierwinkel; beleidsplannen, zelfevaluatierapporten, etc.
Als belangrijkste ontwikkeling in de jaren dat ze actief was, noemt ze de verbreding van het beroep van de diëtist. “En daarmee ook van de opleiding”, voegt ze toe. “Stond vroeger vooral de curatieve kant van het beroep centraal, in de loop der tijd is er steeds meer aandacht gekomen voor de rol van de diëtist bij de preventie van welvaartsziekten. Daarnaast wordt er in de opleiding meer aandacht besteed aan de beroepsmogelijkheden binnen het bedrijfsleven.”
Leiderschap met lach
Haar collega Joekie Blom-Kerkstra was 19 jaar in dienst bij de Hanzehogeschool, waarvan 16 jaar bij de opleiding Voeding en diëtetiek. Evenals Jansen-Santema was ze docent medische vakken. Later werd ze afdelingsdirecteur. “De belangrijkste besluiten binnen de opleiding werden genomen in café De Slingerij op de Hoendiepskade”, herinnert ze zich. “Daar speelde het informele leiderschap (met een glimlach) zich af.”
“De sfeer op Hoendiepskade was informeel en gezellig, de lijnen waren kort en iedereen wist elkaar te vinden. Dat heb ik later elders wel anders meegemaakt.”Loekie Blom-Kerkstra
Het leukste aan haar werk vond ze al de contacten die ze had. “Ik was een soort spin in het web die alles in goede banen moest leiden”, zegt ze. “Interactie zou je het kunnen noemen. Ontwikkelingen in het werkveld vertalen naar wat nodig is in de opleiding en de implementatie in de opleiding. De contacten met de studenten waren ook altijd bijzonder. Zeker ook in de afstudeerfase. Dan zag je de echte persoonlijkheden naar boven komen. De sfeer op Hoendiepskade was informeel en gezellig, de lijnen waren kort en iedereen wist elkaar te vinden. Dat heb ik later elders wel anders meegemaakt.”
Minder leuk vond ze de verhuizing naar het Zernike waar het personeel in eerste instantie verspreid over het gebouw gehuisvest werd. Toch is ze enthousiast over alle jaren die ze op Hanze verbleef. Als belangrijke ontwikkeling die ze meemaakte, noemt ze de professionalisering van het beroep diëtist. “De opleiding Voeding en Diëtetiek had al vanaf haar bestaan een soort van landelijk beroepsprofiel”, herinnert ze zich. “Dat was al vrij uniek; alle opleidingen in Nederland hadden dit gemeen hadden. Eind jaren tachtig gingen we veel meer op de werkvloer kijken: wat doen ze nu echt? Wat is nu echt belangrijk in de opleiding. We gingen ons in minder goede tijden (instroombeperking) richten op de Voedingsindustrie. Dat was voor ons wel een heel nieuw terrein. Deze ontwikkeling gaf een heel nieuwe dimensie aan de opleiding.”
Werken met computers
Ook heeft vertelt ze nog enkele anekdotes. “Ja, dat is toch wel de ontdekking dat studenten tijdens een kookpracticum een les hadden over aardappelen koken met zout en eentje zonder zout… En dan dat eindeloze breien van studenten tijdens hoorcolleges begin jaren tachtig: sjaals, mutsen, truien wat niet al.” En dan herinnert ze zich nog de perikelen rond digitalisering: “Voeding en Diëtetiek was een van de eerste HBO-opleidingen in Nederland die gebruik ging maken van computers. Daar is wel vijf jaar over gepraat! Toen ze er eindelijk kwamen, was binnen een jaar een PC overal beschikbaar. Zo langzaam en zo snel kon dat gaan.”
Gezeur over uurtjes minder leuk
Ook haar collega Els van Putten geeft aan met veel plezier gewerkt te hebben bij de opleiding Voeding en Diëtetiek in Groningen, van 1983 tot 2004. Ze was er zowel docent en als leidinggevende. “Een interessant vakgebied en slimme studenten”, zegt ze erover.
Tot 1996 was ze docent communicatie en psychologie, stagecoördinator en coördinator van de vakgroep sociale wetenschappen. Vanaf 1996 tot 2004 afdelingsdirecteur van Voeding en Dietetiek en Voeding en Marketing ( Food en Business).
“Het personele aspect, gedrag van mensen beïnvloeden, samen met het team prestaties neerzetten (bijvoorbeeld zorgen voor goede kwaliteit van het onderwijs) en goede accreditaties behalen”, vond ze de leukste aspecten van haar werk. “Minder leuk was de onvrede onder docenten bijvoorbeeld over te hoge werkdruk, gezeur over uurtjes.”
In de loop der jaren zag ze dat de ontwikkeling op het gebied van voedingen de kennis enorm toenam. “In 1992 kwamen we als opleiding , na een fusie, onder de vlag van de HEAO te werken. Dit had uiteindelijk ook invloed op de inhoud. Er kwam meer aandacht voorbedrijfsmatigheid: Voeding en Marketing werd opgericht, het werd ook zakelijker. Pas in 2004 kwam er een samengaan met de andere paramedische opleidingen van de Hanzehogeschool, die tot op de dag van vandaag doorgaat.”
Begonnen als ‘lesboer’
Marike Lejeune, is anno 2024 teamleider Voeding & Diëtetiek bij de Hanze, samen met Monique Weitering. Ze werkt sinds 2008 bij Hanze. Voor die tijd werkte ze als medewerker voorlichting bij het UMCG en als docente Nederlands in het voortgezet onderwijs. “Ik ben bij de Hanze begonnen als ‘lesboer’ voor de communicatie lessen en breidde dat uit naar steeds meer coördinerende taken en onderwijsontwikkeling”, zegt ze. In 2021 doorliep ze een traject als managementtrainee en vanaf 2023 is ze teamleider.
“Als docent vond ik het contact met de studenten het leukste, die zitten in een levensfase waarin ze zich heel snel ontwikkelen”, vertelt Marike. “Daarnaast past het cyclische van werken in studiejaren heel goed bij me. De diplomeringen zijn altijd wel het hoogtepunt voor mij, dan zie je de ooit zo verlegen eerstejaarsstudenten als trotse professionals tussen hun familie en vrienden staan. Elk jaar denk ik dan ‘dat hebben we toch maar weer goed gedaan met elkaar’.”
“In mijn rol als teamleider vind ik de diversiteit vooral erg leuk, en het schakelen tussen rollen en processen en het werken met veel verschillende doelgroepen. Overstijgend bezig zijn met zaken die spelen op meer strategisch niveau en daarnaast met medewerkers en studenten bezig om de vertaalslag naar goed onderwijs voor Voeding & Diëtetiek te maken. Mooi werk!”
Mopperen op administratietaken
Minder leuk aspect van haar werk vind ze de administratietaken. “Daar kan ik wel om mopperen als ik die moet doen, vooral als ik die net iets te lang heb laten liggen waardoor er haast bij gekomen is. Ik kan me dus nog steeds heel goed verplaatsen in de studenten, zal ik maar zeggen.”
Veranderend werkveld
Maar het positieve overheerst en dat ziet ze ook terug in de ontwikkeling van haar werkveld. “We zijn bij Voeding & Diëtetiek Groningen zo’n 6 jaar geleden begonnen met nadenken over het werkveld dat aan het veranderen is en wat dat vraagt van het opleiden van professionals van de toekomst”, vertelt ze. “Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een mooi curriculum waar vanaf het begin de beroepscompetenties centraal staan. Studenten leren vanaf jaar 1 hoe ze hun beroepscompetenties kunnen ontwikkelen vanuit vraagstukken uit de praktijk. Mooi om te zien hoe het brede werkveld vanaf de start betrokken wordt bij het onderwijs. Dat geeft de student ook direct zicht op de verschillende mogelijkheden.”
“Vanaf het tweede jaar kiezen studenten bewust voor leeromgevingen, ook weer met vraagstukken uit de praktijk, die passen bij hoe zij willen afstuderen en hoe zij hun beroep willen uitoefenen. Studenten die willen afstuderen als diëtist volgen een andere route dan studenten die willen afstuderen als voedingskundige bijvoorbeeld. Daarnaast kunnen studenten nog extra kiezen voor een leeromgeving die de aantekening leefstijlcoach geeft bij afstuderen. Zo is er ruimte voor de specialist om af te studeren, maar ook voor meer de brede diëtist of voedingskundige.”
“Alle studenten zaten er al en keken muisstil in grote angst mij aan. Er had namelijk in de handleiding gestaan dat ze gingen oefenen met gesprekken voor de klas en velen hadden daar al weken buikpijn van bleek later.”Marike Lejeune:
Als ze terugblikt op haar carrière tot nu toe bij Hanze, dan diept ze een van haar eerste stappen als docent op. “Ik kan me nog heel goed mijn allereerste les herinneren”, zegt ze “Het ging om een les communicatie met een derdejaars klas. Ik was vooral overenthousiaste en erg drukke leerlingen van havo 3 gewend en ging zo stevig als ik kon het lokaal in. Alle studenten zaten er al en keken muisstil in grote angst mij aan. Er had namelijk in de handleiding gestaan dat ze gingen oefenen met gesprekken voor de klas en velen hadden daar al weken buikpijn van bleek later. Ik moest didactisch gezien wel even schakelen dat moment.”
“Hoe mooi om te zien dat studenten jaar 2 en 3 nu tijdens de ‘serious game’ verschillende rondes doorlopen waarin ze gesprekken voeren met acteurs als simulatieclienten en ze vrij moeiteloos weten te schakelen tussen een gesprek aan een bed (in een lokaal van verpleegkunde) met een bemoeizuchtige dochter erbij, een gesprek in de kamer van de eerstelijns diëtist en een gesprek bij een kwetsbare client thuis (in het praktijkhuis van ergotherapie). Ze hebben daar vast ook buikpijn van gehad, maar ze doen het maar wel! Overigens was het met die eerste groep van mijn eerste les ook helemaal goed gekomen.”
Coronatijd moeilijk voor studenten en docenten
En natuurlijk gaat ze niet voorbij aan de vermaledijde Coronatijd. “Dat staat mij nog heel goed bij”, verhaalt ze. ”Wat was het een moeilijke tijd voor veel studenten en ook voor docenten. Ik ben ontzettend trots op alle studenten, docenten, medewerkers die zo snel wisten te schakelen om toch zo goed en zo kwaad als het kon het leren door te laten gaan. Ook in de praktijk werd door onder andere stagebegeleiders veel moeite gedaan om alles te laten doorgaan. Wat een veerkracht hebben we destijds laten zien met elkaar, dat geeft veel hoop voor tot wat we allemaal in staat zijn met elkaar!”
Doen waar je energie van krijgt
Collega van Marike Lejeune is Monique Weitering die als opleidingsmanager Voeding en Diëtetiek sinds 2 jaar direct met haar samenwerkt. ”Ik ben sinds 2009 in dienst bij de Hanze en heb daarvoor in het bedrijfsleven gewerkt, veelal in management functies”, zegt ze. “Ook heb ik een eigen kookstudio opgezet in het noorden van het land. Na enige tijd begon het te kriebelen en wilde ik graag werken in een innovatieve , maatschappelijke omgeving en met een team bouwen aan een mooie klus. Ik ben gestart bij de Hanze bij de opleiding Communicatie en Multimedia Design in de functie van teamleider. Vervolgens heb ik de overstap gemaakt naar Sportstudies en sinds 2016 heb ik de functie van opleidingsmanager bij VD.”
Het leukste deel van haar werk vindt ze het samenwerken met de collega’s uit het team. “Hoe kunnen we samen zorgen dat we de opleiding steeds weer een beetje beter kunnen maken en de studenten zich optimaal kunnen laten ontwikkelen. Daarvoor vind ik het belangrijk dat medewerkers datgene doen waar ze goed in zijn en waar ze energie van krijgen, dan gaat het stromen en ontstaat bezieling en passie.”
“Mijn motto is altijd ‘eerst het wie dan het wat’. Tijdens de vele sollicitatiegesprekken die ik heb gevoerd, heb ik altijd goed gekeken naar wat iemand drijft, waar zit de kracht en past dat in het team. Inmiddels zijn we gegroeid naar een geweldig mooi team van 52 mensen dat kneiterhard werkt en elkaar door dik en dun steunt.”
Zorgen over regeringsplannen
Een echte uitdaging vindt Weitering om te gaan met de beperkte financiële middelen. “Hoe kun je dan goed onderwijs verzorgen? De huidige kabinetsplannen geven wat dat betreft echt reden tot grote zorg. Gelukkig is de Hanze een grote gezonde Hogeschool maar de komende jaren zal het echt een grote uitdaging worden hoe we onze maatschappelijk belangrijke opleiding goed in het zadel kunnen houden. Maar dat gaat lukken, daar ben ik van overtuigd, mede door de gedreven docenten en ondersteuners.”
Aarde weer gezond
Het gaat er volgens Weitering om ervoor te zorgen “dat we met elkaar zorgen dat we de aarde weer gezond krijgen. Dat is voor ons als opleiding op meerdere vlakken de grootste uitdaging”, benadrukt ze. “Samenwerken met andere disciplines is daarvoor erg belangrijk en daar hebben we met elkaar nog wel wat in te ontwikkelen. Verder zijn we bezig om een stuk duurzaamer te werken. De opleiding is daarin gelukkig grote stappen aan het maken, zowel binnen het curriculum als ook in de organisatie van het onderwijs, bijvoorbeeld in de keuken.”
“Duurzame en biologische inkoop van producten waar studenten tijdens hun practica mee aan de slag gaan is daarvan een mooi voorbeeld. En ook tijdens de modules wordt steevast aandacht besteed aan duurzaamheid. Onze alumni kunnen in het verduurzamen van zorgbeleid, preventie en kwaliteitsbeleid echt een gamechanger zijn.”
Hanze ouder dan Voeding en Diëtetiek alleen
De Hanzehogeschool Groningen (Engels: Hanze University of Applied Sciences) is de oudste en grootste hogeschool in het noorden van Nederland. In 2023 vierde de Hanzehogeschool Groningen haar 45-ste lustrum. Het was toen 225 jaar geleden dat aan de Academie van Teeken-, Bouw- en Zeevaartkunde de eerste les werd gegeven.