Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Nieuwsmisc/arrow-dots-blackDiëtist speelt een belangrijke rol bij voorkomen en behandelen van obesitas
Lancet-commissie: 'Obesitas ziekte, preklinische obesitas gezondheidstoestand'

Diëtist speelt een belangrijke rol bij voorkomen en behandelen van obesitas

Woensdag 15 januari 2025Afbeelding Diëtist speelt een belangrijke rol bij voorkomen en behandelen van obesitas

Een groep van 58 experts met verschillende specialismen en uit alle werelddelen heeft een nieuwe definitie van obesitas geformuleerd. Daarvoor hebben ze, samen met ervaringsdeskundigen, een analyse van beschikbaar bewijs in ogenschouw genomen. Hun bevindingen staan in een vandaag gepubliceerd artikel in The Lancet.

Obesitas is wereldwijd een groeiend probleem dat wordt geassocieerd met een breed scala aan gezondheidsrisico’s, zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekten, en bepaalde vormen van kanker. De vraag of obesitas zelf als een ziekte moet worden geclassificeerd, is steeds onderwerp van discussie geweest. Het vaststellen van een heldere definitie van een ziekte is echter van belang omdat het de basis vormt voor diagnose en behandeling.

Traditioneel wordt obesitas gedefinieerd op basis van de Body Mass Index (BMI), waarbij een BMI van 30 of hoger als obesitas wordt beschouwd. Dit eenvoudige criterium geeft echter geen volledig beeld van de gezondheid van een individu.

Volledige definitie obesistas

De Lancet Diabetes & Endocrinology Commission heeft nu een definitie geformuleerd. “Klinische obesitas is een chronische, systemische ziekte die veranderingen veroorzaakt in de functie van weefsels, organen, of zelfs het hele lichaam. Deze veranderingen kunnen leiden tot ernstige schade aan eindorganen, met levensveranderende en soms zelfs levensbedreigende complicaties als gevolg. Het hebben van klinische obesitas leidt dus tot beperkingen in het dagelijks leven.”

Dit betekent dat obesitas niet alleen een risicofactor is voor andere ziekten, maar in sommige gevallen ook een ziekte op zichzelf kan zijn, gekenmerkt door veranderingen in de functie van organen en weefsels door overtollig vet.

Belangrijkste inzichten op een rijtje

Op basis van het artikel in the Lancet heeft het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) de belangrijkste bevindingen op een rijtje gezet:

 – Klinische obesitas wordt gedefinieerd als een ziekte, terwijl preklinische obesitas wordt beschouwd als een gezondheidstoestand.
BMI is niet genoeg: De diagnose van obesitas kan niet alleen gebaseerd worden op BMI. Directe metingen van lichaamsvet of buikomtrek zijn noodzakelijk.

– Beleidsmakers en gezondheidsautoriteiten moeten toegang bieden tot behandelingen voor klinische obesitas, zoals dat hoort bij een chronische en mogelijk levensbedreigende aandoening.

– Effectieve volksgezondheidsstrategieën moeten gebaseerd zijn op actueel wetenschappelijk bewijs, in plaats van aannames die de verantwoordelijkheid van obesitas bij het individu leggen. Vooroordelen en stigmatisering van mensen met obesitas vormen een groot obstakel bij preventie en behandeling.

BMI niet meer de maat

De voorzitter van het PON, Prof. Dr. Liesbeth Van Rossum, geeft aan blij te zijn met de uitkomsten van het onderzoek. “Het is belangrijk dat er wereldwijd een betere definitie is dan de definitie die vaak nog gebaseerd is op het BMI”, reageert ze. “Goed om te zien dat dit artikel uitstekend aansluit bij de aanbevelingen in de nieuwe Nederlandse richtlijn voor overgewicht en obesitas.”

Liesbeth van Rossum: “Het is belangrijk dat er wereldwijd een betere definitie is dan de definitie die vaak nog gebaseerd is op het BMI”

Reactie NVD

Bianca Rootsaert, directeur van de NVD: “Het is een verhelderende definitie die nu gemaakt is. Het is belangrijk om obesitas te erkennen als ziekte die adequaat behandeld moet worden, maar daarnaast is persoonsgerichte en geïndiceerde preventie, waarin voeding in al haar complexiteit centraal staat, onverminderd belangrijk. Complex is het als preklinische obesitas gepaard gaat met een andere aandoening (co-morbiditeit). In dat geval moet het voedingsplan integraal bekeken worden.”

Diëtist en geïndiceerde preventie

Diëtisten spelen een belangrijke rol bij het beheersen van obesitas, zowel als het gaat om obesitas als risicofactor of als ziekte, vindt Rootsaert. “Als het gaat om preklinische obesitas is geïndiceerde preventie de belangrijkste factor. De diëtist-paramedicus richt zich op het nastreven van een optimale persoonlijke voedingsstatus en het verbeteren van voedingsgewoonten en gedrag. Het stimuleren van fysieke activiteit en het verminderen van stress versterkt dit. Dit kan de progressie naar klinische obesitas en andere chronische ziekten voorkomen.”

Bianca Rootsaert: “Het is belangrijk om obesitas te erkennen als ziekte die adequaat behandeld moet worden, maar daarnaast is persoonsgerichte en geïndiceerde preventie, met voeding in al z’n complexiteit centraal, onverminderd belangrijk.”

Diëtist en klinische behandeling

Voor patiënten met klinische obesitas is een meer intensieve aanpak nodig, waaronder gedragsverandering, medicatie of zelfs bariatrische chirurgie. “Als onderdeel van multidisciplinaire teams bieden diëtisten voedingszorg op maat en ontwerpen diëtisten een voedingsplan dat aansluit bij medische behandelingen en de persoonlijke behoeften en sociale context van de patiënt, maar ook hier gericht op het bereiken van een optimale voedingsstatus van mensen. Dat alles op basis van netwerkaanpak en bestaande richtlijnen”, aldus Rootsaert.

Ook omgeving belangrijk

De leden van de Lancet Diabetes & Endocrinology Commission benadrukken dat obesitas niet alleen een individueel probleem is, maar ook sterk wordt beïnvloed door de omgeving. Naast medische interventies is een bredere aanpak essentieel. Het promoten van een gezonde leefomgeving is volgens de leden dan ook nodig om obesitas te voorkomen en de gezondheid van de bevolking te verbeteren. Daarbij wordt ook gedacht aan educatieve programma’s over gezonde voeding en lichaamsbeweging om gezondere keuzes te stimuleren.

Voor diëtisten, in hun rol als voedingskundige, is het van belang om samen te werken met bijvoorbeeld scholen, en andere zorgverleners om deze programma’s te implementeren.

Auteurs