Diagnose en gevolgen van kankercachexie
Diëtist-onderzoeker Susanne Blauwhoff-Buskermolen (VUmc) onderzocht in de afgelopen jaren de diagnostiek en gevolgen van kankercachexie bij patiënten met vergevorderde kanker.
Eetlust en spiermassa
Eetlust en spiermassa zijn belangrijke criteria voor cachexie. Valide afkappunten ontbraken en zijn in dit onderzoek ontwikkeld. Anorexie is aanwezig bij een VAS van ?70 of een FAACT-A/CS van ?37 punten. De spiermassa bleek verschillend per meetmethode: 13% had een lage spier massa volgens de bovenarmspieroppervlakte, 59% op basis van CT-scan en 93% op basis van BIA.
Precachexie
In 2011 werd een raamwerk voorgesteld waarin onder scheid wordt gemaakt tussen precachexie, cachexie en refractaire cachexie. In deze studie was de prevalentie van precachexie erg laag (0,5%). Verdere verfijning van dit raamwerk lijkt nodig.
Verandering van spiermassa
Spiermassa neemt gemiddeld met 6% af tijdens drie maanden behandeling met chemotherapie voor uitge zaaide darmkanker. Ter vergelijking: bij het normale verouderingsproces is de afname ongeveer 1% per jaar. Een afname van 9% of meer was gerelateerd aan een slechtere overleving.
Vervolg in uitvoering
De bevindingen uit dit proefschrift dragen bij aan de kennis over het stellen van diagnose van (pre)cachexie en het genereren van nieuwe hypotheses voor de behandeling van cachexie. Als vervolg op deze bevindingen wordt momenteel een gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd naar de vraag of spiermassa behouden kan worden tijdens chemotherapie voor uitgezaaide darmkanker en in hoeverre behoud van spiermassa leidt tot betere klinische uitkomsten.