Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Blogsmisc/arrow-dots-black(Kosten)effectiviteit van evidence-based, gepersonaliseerd voedingsadvies

(Kosten)effectiviteit van evidence-based, gepersonaliseerd voedingsadvies

Vrijdag 10 september 2021Afbeelding (Kosten)effectiviteit van evidence-based, gepersonaliseerd voedingsadvies

De afgelopen jaren is er niet veel veranderd aan het ongezonde voedingspatroon van de Nederlanders. Hoogleraar Diëtetiek Marian de van der Schueren vertelt in dit blog over de meerwaarde van de diëtist en over de (kosten)effectiviteit van evidence-based, gepersonaliseerd voedingsadvies.

Als ik op een feestje vertel dat ik hoogleraar Diëtetiek ben, dan krijg ik steevast opmerkingen als: ‘Oh, dan eet jij dus altijd gezond’, ‘Ik eet iedere dag een portie [voedingsmiddel], is dat goed?’. Als diëtetiek zo eenvoudig was, dan zouden bepaalde voedingsproblemen wellicht al lang de wereld uit zijn. Het tegendeel is waar. 

Goede voeding belangrijk voor preventie en herstel

Goede voeding is belangrijk bij het voorkomen van veel chronische ziektes. Dat is al jaren bekend  voor onder andere diabetes, hart- en vaatziekten, kanker en mentale achteruitgang. Door de COVID-pandemie krijgt het belang van een gezonde leefstijl ineens veel extra aandacht: mensen met een ongezonde leefstijl en overgewicht hebben meer kans hebben om ernstiger ziek te worden.

Daarnaast is een aangepaste voeding belangrijk bij het herstel na ziekte, en dat kan betekenen dat soms tijdelijk afgeweken moet worden van Richtlijnen Goede Voeding, bijvoorbeeld wanneer meer eiwit of meer energie wordt geadviseerd, of wanneer tijdelijk het gebruik van voedingssupplementen wordt aanbevolen ter overbrugging van een ziekteperiode. Ook hier gebruik ik weer even COVID ter illustratie. Zonder de juiste voedingsstoffen is spier- en conditieherstel niet mogelijk. Er gaan verhalen rond dat long-COVID patiënten slecht herstelden ondanks intensieve fysiotherapie, totdat de diëtist werd ingeschakeld. Logisch toch? Je stuurt toch ook geen olympiër naar de Olympische Spelen zonder een uitgebalanceerd trainings- én voedingsschema?

Meer dan de helft van de volwassen Nederlanders heeft een ongezond gewicht. En gemiddeld drinken we te veel alcohol, eten we te veel vet, te veel zout, en maken we te weinig vitamine D aan. Hoe fijn zou het zijn als ‘gewoon een dieet volgen’ al deze problemen zou oplossen. Dan zou Nederland binnen korte tijd gezond zijn. Maar alle Sonja Bakkers, Voedselzandlopers, brooddiëten (enzovoorts) ten spijt, helaas is er de afgelopen jaren weinig veranderd aan het ongezonde voedingspatroon van de Nederlanders.

(Kosten)effectiviteit van evidence-based, gepersonaliseerd voedingsadvies

Waarom? Een blijvende verandering van een voedingspatroon vraagt om meer dan alleen een dieetlijstje. Hier ligt de meerwaarde van de diëtist! Een diëtist kijkt uiteraard naar het voedingspatroon, maar heeft ook inzicht in verandering in het metabolisme, naar oorzakelijke factoren voor het voedingsprobleem, naar de evidence voor een voedingsadvies, naar de ‘stage-of-change’ van de cliënt, naar zijn sociaaleconomische omstandigheden en mogelijkheden, naar gedrag, naar cultuursensitieve aspecten en naar objectieve metingen van (onder andere) lichaamssamenstelling. Op basis van deze schat aan data stelt de diëtist een evidence-based, gepersonaliseerd voedingsadvies samen voor de cliënt. De diëtist vertaalt de aanbevelingen in voedingsstoffen naar een praktisch, op de cliënt afgestemd, gepersonaliseerd voedingsadvies, en monitort en stelt bij in de loop van het behandeltraject. De (kosten)effectiviteit van de diëtist is aangetoond voor onder andere de behandeling van overgewicht, ondervoeding bij ouderen en bij patiënten met kanker en bij pré-operatieve interventies.

Evidence diëtetiek verder onderbouwen

Mijn missie voor de komende jaren is om de evidence voor diëtetiek verder te onderbouwen, niet alleen in gerandomiseerde trials, maar ook vanuit de praktijksituatie. Nederland heeft ruim 4.000 diëtisten, meer dan 50 van hen zijn gepromoveerd, een mooie taskforce om samen verder te werken aan de onderbouwing van de diëtetiek. En dat zal nodig zijn, want het aantal chronisch zieken neemt toe en paramedische, en dus ook voedingsondersteuning, zal belangrijker worden om de zorg behapbaar en betaalbaar te houden. Ik verwacht dat samenwerking met andere paramedische disciplines de komende jaren wordt geïntensiveerd en dat e-health een belangrijker rol zal gaan spelen in de paramedische behandeling. Bovenal hoop ik dat het ons lukt om de belangrijke rol van voedingsondersteuning in de preventie en behandeling van ziekte prominent op de kaart te zetten. En wel op een manier dat eten ook nog leuk blijft. Want ook ik eet lang niet alleen maar gezond.

Eet smakelijk!

Dit blog komt uit de Nieuwsbrief ‘Kwaliteit van zorg’ van ZonMw