Hinke Kruizenga
Hinke Kruizenga is diëtist-onderzoeker Amsterdam UMC en voormalig hoofdredacteur NTVD (van 2015 tot feb 2021).
Volledige biografieIk reageer graag op het blog van Marcel Slockers, (“Ik wil geen luierpolitie en drinkvoedingbrigade”, Medisch Contact, 27 augustus 2019). Hij vertelt over Pieter, die door jarenlang cocaïnegebruik een cracklong heeft en door benauwdheid en een slecht gebit bijna niet kan eten. Hij wil verdere ondervoeding, en daarmee exacerbaties, voorkomen met drinkvoeding maar kan dit niet voorschrijven zonder een diëtist bij de behandeling te betrekken.
Ik onderschrijf de ergernis over de vele regels in de zorg. Toch wil ik graag pleiten voor het gebruikmaken van elkaars expertise en het beeld van de diëtetiek als drinkvoedingbrigade weerleggen.
Een gepoolde analyse bij ouderen (38 studies, 1265 ondervoede ouderen) laat zien dat behandeling door een diëtist met en zonder drinkvoeding effectiever was dan alleen drinkvoeding. Dit laat het belang zien van diëtistische behandeling bij ondervoede ouderen.(1) Ook de LESA Ondervoeding onderschrijft dat alleen het voorschrijven van drinkvoeding onvoldoende zorg is. Drinkvoeding is slechts een optioneel onderdeel van de behandeling door de diëtist.(2)
Marcel Slockers beroept zich op de NHG-standaard COPD. Hierin staat: “Bij een verminderde voedingstoestand of ongewenst gewichtsverlies bij patiënten bij wie een andere oorzaak dan COPD (behalve door een andere longaandoening) onwaarschijnlijk is, overweegt de huisarts verwijzing naar de longarts voor verdere analyse en een behandelingsadvies (bijvoorbeeld verwijzing naar een diëtist).” In noot 55 van deze richtlijn staat het volgende:
Terug naar Pieter. Hij heeft hulp nodig. Als de huisarts een diëtist bij de behandeling betrekt, zijn meerdere interventies mogelijk.
Als Pieter is staat is tot gedragsverandering kan de diëtist uitleg geven over een gezonde voeding voor hem, en kunnen ze samen zoeken naar een haalbare invulling. Drinkvoeding kan hiervan een onderdeel zijn. Aangezien de slechte staat van het gebit een belangrijke oorzaak is van het ondervoedingsprobleem zal de diëtist, samen met de huisarts en bijvoorbeeld een schuldhulpverlener, in gesprek kunnen gaan met de zorgverzekeraar om behandeling door een tandarts mogelijk te maken.
Wanneer in dit specifieke geval het voorlopig slechts haalbaar is om de voedingsinname op peil te houden met drinkvoeding is dat ook mogelijk. De diëtist regelt dan de vergoeding voor de drinkvoeding in samenspraak met de huisarts (dit kan ook zonder Pieter te spreken) en wordt weer bij de behandeling betrokken als het wel mogelijk is om te werken aan een goed eetpatroon.
De diëtist kan, juist bij de complexe ondervoede patiënten, een rol vervullen in het diagnosticeren van de voedingstoestand en de oorzaken en in de aanpak van deze oorzaken. De oorzaken van voedingsproblemen zijn vaak complex en niet op te lossen met alleen adviezen over wat wel en niet te eten. Anders eten en bewegen is een gedragsverandering waarbij goede coaching essentieel is. Dat geldt voor de aanpak van overgewicht en obesitas, maar zeker ook bij ondervoeding. Alleen drinkvoeding voorschrijven bij ondervoeding is niet effectief.