Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Artikelenmisc/arrow-dots-blackWat kan digitale voedingscoach LIZ bij kwetsbare ouderen thuis betekenen in de dieetbehandeling?
Uit het wetenschappelijk katern van het NTVD:

Wat kan digitale voedingscoach LIZ bij kwetsbare ouderen thuis betekenen in de dieetbehandeling?

Vrijdag 13 mei 2022Afbeelding Wat kan digitale voedingscoach LIZ bij kwetsbare ouderen thuis betekenen in de dieetbehandeling?

— Peerreviewed door de Wetenschappelijk Adviesraad van het NTVD —

Titel:

Wat kan digitale voedingscoach LIZ bij kwetsbare ouderen thuis betekenen in de dieetbehandeling?

 

Auteurs:

Ir. Karen Kotten-Lips, Femke de Graaf-Spikmans, prof. dr. Marian de van der Schueren, dr. ir. Martijn Vastenburg, drs. J. de Kruif, senior onderzoeker

 

Tijdschrift:

Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek; 202277(2):25-31

 

Datum publicatie:

13 mei 2022

 

Samenvatting

Inleiding

Eén op de tien thuiswonende ouderen is ondervoed. E-health kan mogelijk bijdragen aan het zelfmanagement, de zelfstandigheid en participatie van ouderen in de thuissituatie en hiermee aan de behandeling van ondervoeding. Hierbij is het van belang dat de e-health oplossing toepasbaar is in de dagelijkse praktijk. Daarom is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: ‘Wat zijn de wensen en verwachtingen van (kwetsbare) ouderen zelf en van diëtisten aan een digitale voedingscoach om de dieetbehandeling van (kwetsbare) ouderen in de thuissituatie te ondersteunen’?

Methoden

Dit onderzoek betreft een explorerende, kwalitatieve studie met behulp van semigestructureerde interviews met thuiswonende (kwetsbare) ouderen en diëtisten.

Resultaten

Er zijn negen diëtisten en veertien ouderen geïnterviewd. In de analyse van de resultaten van zowel de diëtisten als de ouderen komen nagenoeg dezelfde vijf thema’s naar voren: de functies, de inhoud, het uiterlijk, de ervaren nut en noodzaak en de financiering van de digitale voedingscoach. De ideale digitale voedingscoach moet in staat zijn om: reminders te geven, te helpen bij etiketten te lezen, vragen te stellen en te beantwoorden, uitleg te geven (voeding, ziekte en gezondheid), recepten te delen en te helpen bij de boodschappen. Tijdens de dataverzameling viel op dat het voor ouderen moeilijk en confronterend is om over de toekomst te praten, waarbij mogelijk functieverlies optreedt.

Conclusie

De bevindingen van dit onderzoek zijn gebruikt voor de (door)ontwikkeling van een digitale voedingscoach, die momenteel in de praktijk wordt getest.

Trefwoorden

Dieetbehandeling, E-health, Kwetsbaarheid, Ondervoeding, Ouderen, Zelfmanagement

Lees hier de PDF.

 

Verschenen in: Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek 2022;77(2):25-31

Het volledige artikel:

Inleiding

Het aandeel ouderen van 65 jaar en ouder in Nederland neemt geleidelijk toe. Op 1 januari 2020 telde Nederland 3 457 535 inwoners ouder dan 65 jaar. Dat is 20 procent van de bevolking.1 Kwetsbaarheid komt minder vaak voor bij ouderen met een partner, ouderen die nog werken en bij ouderen met een gezond voedingspatroon en voldoende beweging. Van de alleenwonende ouderen (65+) die nog thuis wonen heeft 40-50% te maken met multimorbiditeit en kwetsbaarheid.2 Bij deze groep ouderen is het onderhouden van een gezonde leefstijl essentieel. Onvoldoende voedingsinname, ziekte en inactiviteit kunnen resulteren in spiermassaverlies, ondervoeding en een afname van de algehele conditie.3 Bij ouderen die thuiszorg krijgen is een op de drie ondervoed.4 Een dieetbehandeling en voldoende beweging bij ondervoeding dragen bij aan een gezond gewicht, een gunstige lichaamssamenstelling en het behoud of de opbouw van spiermassa. Een dieetbehandeling draagt daarmee bij aan een langer en beter behoud van zelfredzaamheid.3 Niet alleen de gevolgen van ondervoeding maar ook de toename van het aantal ouderen (de vergrijzing), de afname van zorgpersoneel en de vermindering van het aantal plaatsen in verpleeghuizen geeft een stijging van de zorgkosten. Er is sprake van een te verwachten stijging van de zorgkosten voor 65-plussers van 44% in 2015 naar 59% in 2040.5 Om het toenemend aantal ouderen voldoende zorg en ondersteuning te kunnen bieden is vanuit het ministerie van VWS het programma Thuis zo lang het kan geïnitieerd.1 Ook van veel ouderen is het een nadrukkelijke wens om op een goede manier zelfstandig te kunnen blijven wonen met voldoende zorg en ondersteuning. E- health kan mogelijk bijdragen aan deze ingezette beweging om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Met e-health kan meer zorg worden geleverd zonder toename van zorgpersoneel. Daarbij kan e-health bijdragen aan beter zelfmanagement, verhoogde zelfstandigheid, en betere participatie van de cliënt in de thuissituatie.6

Onder e-health valt ook het gebruik van zorgrobots en digitale coaches.7 Onderzoek is gedaan naar de voorkeuren van de functionaliteiten van robots door ouderen met een milde cognitieve stoornis. Uit een systematische review blijkt dat ICT-toepassingen waaronder mobiele robots bij kunnen dragen aan reductie van eenzaamheid en sociale isolatie.8 Onderzoeken hebben aangetoond dat sociale robots toezicht op de therapie, coaching en motivatie kunnen bieden.8 Digitale coaches zoals voedingscoach Liz bieden vergelijkbare interactie, zonder de fysieke beweging van zorgrobots.9 Zowel digitale coaches als zorgrobots zorgen voor gezelschap, waardoor eenzaamheid en depressie mogelijk verminderen.10 Doordat sociale robots een aanzienlijk positief effect kunnen hebben op persoonlijke uitdagingen, zoals het handhaven van een gezond voedingspatroon, het ondersteunen van een actieve leefstijl en het volhouden van behandeldoelen, worden zij gezien als een effectief hulpmiddel om langer thuis te kunnen blijven wonen.11 Technologie is echter alleen waardevol als het de cliënt en de zorgprofessional ondersteuning biedt in het zorgproces.12 Hierbij is van belang dat de randvoorwaarden voor het toepassen van e-health goed geregeld zijn. Een van die randvoorwaarden is dat digitale toepassingen op een optimale manier moeten worden geïntegreerd in het zorgproces. Het is nog onvoldoende bekend hoe een digitale voedingscoach ingezet kan worden in de dieetbehandeling bij (kwetsbare) ouderen (met risico) op ondervoeding. De onderzoeksvraag voor dit onderzoek luidt dan ook:

Wat zijn de wensen en verwachtingen van (kwetsbare) ouderen en van diëtisten aan een digitale voedingscoach om de dieetbehandeling van (kwetsbare) ouderen in de thuissituatie te verbeteren?

Methode

Dit onderzoek betreft een explorerende, kwalitatieve studie met behulp van semigestructureerde interviews met diëtisten en thuiswonende ouderen.

Populatie en procedures

De inclusiecriteria voor diëtisten waren: werkzaam met de doelgroep ouderen 65+, werkzaam in de eerste lijn. De inclusiecriteria voor ouderen waren: 65 jaar of ouder en ervaring met een dieetbehandeling door een diëtist om de digitale coach in de context te kunnen plaatsen. Door warme acquisitie binnen de opleiding (Voeding en Diëtetiek) en het lectoraat (Voeding, Diëtetiek en Leefstijl) zijn diëtisten en ouderen benaderd. Bij ouderen is gebruikgemaakt van purposive sampling. Respondenten werden bewust geselecteerd op leeftijd (65-90 jaar), geslacht (man-vrouw) en woonplaats (stad-platteland) om een zo heterogeen mogelijk palet aan ervaringen te krijgen. Zij ontvingen een informatiebrief en gaven toestemming door een informed consent. Het onderzoek is goedgekeurd door de Ethische Commissie Onderzoek van de HAN (ECO E95.09/20).

Dataverzameling

Semigestructureerde interviews werden afgenomen aan de hand van een interviewguide.13

De belangrijkste topics (met uitwerking) in de interviewguide voor diëtisten:

  • Het gebruik van e-health1,6,8 (verwachtingen, mogelijkheden, voordelen, nadelen, bijvoorbeeld langer verblijf thuis mogelijk 3,11).
  • Hulpbronnen zelfredzaamheid: inzet van Liz12 (mogelijkheid voor dieetbehandeling: op welke wijze 3,15).
  • Veranderbereidheid14 (bereidheid van diëtisten Liz te gebruiken en ervaren nut en noodzaak, mogelijke barrières bij ouderen15, verwachting van bereidheid ouderen gebruik Liz).
  • Functionaliteiten/mogelijkheden van Liz8,15 (uitleg voedingsadvies, reminders gebruik voeding, receptuur). Sociale functie Liz8 (eenzaamheid, isolatie).
  • Financiering5 (betaalbaarheid van inzet; wie, hoe, zouden jullie dat zelf doen).

De belangrijkste topics (met uitwerking) in de interviewguide voor ouderen:

  • Inzet Liz12(verwachtingen, mogelijkheden, voordelen (eenzaamheid)8, nadelen).
  • Veranderbereidheid (ervaren nut en noodzaak: hulp bij voeding, toelichting advies diëtist, gezelligheid8, bereidheid tot verandering voedingspatroon op basis van activiteiten Liz).
  • Functionaliteiten8,15 (uiterlijk Liz en uitstraling door manier van informatie geven).
  • Financiering5 (betaalbaarheid, voor wie, bereidheid om mee te betalen).

Na een korte kennismaking en uitleg van het onderzoek, werden aan de hand van de interviewguide de topics besproken. Onderzoekers en diëtisten in opleiding waren getraind door senior onderzoekers met een expertise in kwalitatief onderzoek, zodat de interviews voldoende diepgang en daarmee data opleverden. Een oefen-interview werd opgenomen, nabesproken en voorzien van feedback om een zo hoog mogelijk valide resultaat te behalen. Interviews werden vanwege corona maatregelen telefonisch of online (via MS Teams) afgenomen. Vooraf werd toestemming gevraagd voor audio-opname. De interviews duurden gemiddeld 30-45 minuten. Alle interviews zijn ad verbatim getranscribeerd, geanonimiseerd en nageluisterd op accuraatheid en kwaliteit.

Data-analyse

De transcripten werden geanalyseerd op basis van thematische analyse. Er is gekozen voor thematische analyse, omdat dit geschikt is bij het identificeren, analyseren en het aantonen van patronen in de data. Transcripten werden eerst open, vervolgens axiaal en uiteindelijk ook selectief gecodeerd. De codering van het eerste transcript werd door de twee onderzoekers gezamenlijk gedaan zodat overeenstemming over de codering ontstond. Alle thema’s en resultaten werden besproken in het onderzoeksteam.

Resultaten

Respondenten

De deelnemende diëtisten (n=9) waren werkzaam in verschillende praktijken en/of verzorgingstehuizen. Veertien ouderen zijn geïnterviewd (n=4 mannen, n=10 vrouwen), van 70 tot 86 jaar, waarvan 70% woonachtig in een dorp en 30% woonachtig in een stad. Allen hadden ervaring met een dieetbehandeling door een diëtist, zodat de voedingscoach in de context van de dieetbehandeling geplaatst kon worden.

In de analyse van de resultaten van zowel de diëtisten als van ouderen kwamen nagenoeg dezelfde vijf thema’s naar voren: de functies, de inhoud, het uiterlijk, de ervaren nut en noodzaak en de financiering van de digitale voedingscoach. In deze resultatenbeschrijving wordt per thema beschreven wat de oudere als diëtist belangrijk acht bij dit genoemde thema.

1. Functies van de digitale coach

De zelfredzaamheid van de geïnterviewde ouderen was nog hoog. Een aantal ouderen vond het daarom moeilijk te benoemen waarbij een digitale voedingscoach in de toekomst zou kunnen ondersteunen. In tabel 1 zijn de functies van de digitale voedingscoach weergeven vanuit het perspectief van de ouderen en de diëtisten. De manier waarop de coach de reminders geeft werd erg belangrijk gevonden. De ene oudere ervaart een hele directieve benadering als prettig en de andere oudere bijvoorbeeld niet.

De ingesproken uitleg door de diëtist, bijvoorbeeld over voeding, ziekte en gezondheid werd als prettig ervaren. Zo kan de oudere zelf de uitleg terugluisteren, of kan hij deze aan belangrijke anderen laten horen, zoals een partner of (klein)kinderen. Deze uitleg wordt ook als prettig ervaren om goedbedoelde adviezen van partners, buren, vrienden te weerleggen.

Tabel 1Functies digitale voedingscoach

2. Het advies

Een diëtist geeft regelmatig een advies mee, in de vorm van voorlichtingsmateriaal en/of een voorbeelddagmenu. Dit materiaal roept bij ouderen verschillende reacties op. Het verschilt per oudere of hij/zij wil dat het advies wordt opgenomen in de voedingscoach. Zo geeft een oudere aan: ‘Een goed advies is nooit weg’. Een ander zegt: ‘De diëtist heeft alles opgeschreven, dat was fijn’.
En ook: ‘De coach hoeft niet met allerlei adviezen te komen, ik weet wat ik moet eten’. Het wisselt sterk tussen ouderen waarover men graag advies wil. De een geeft aan ‘ik hoef geen advies over WAT ik moet eten’, terwijl een ander graag zou willen dat de coach rekening houdt met dat wat er al gegeten is en het dagmenu daar bijvoorbeeld op aanpast. Het moet stimulerend en positief zijn: ‘Ik probeer me er zo veel mogelijk aan te houden, maar ja, van de week was mijn kleindochter jarig en dan neem je toch een stukje taart. Ik weet dan dat het niet goed is en dan is het misschien toch goed dat zo’n voedingscoach zegt: had je beter niet kunnen doen. Want soms is dat wel eens moeilijk.’; ‘Een beloning zou ik in bepaalde situaties wel stimulerend vinden, bijvoorbeeld een leuk recept, iets positiefs’; ‘Het moet stimulerend zijn’.

Mannen geven aan meer concrete tips en adviezen te willen en vrouwen geven aan meer behoefte hebben aan een beloning.

Ouderen geven aan de timing van het advies rondom eten belangrijk te vinden. Het eten wordt vaak als een rustmoment in de dag ervaren. Tevens ervaart de samenwonende oudere het als een gezellig moment.

Veel ouderen beschrijven een vast patroon in hun leefstijl, zowel de tijden als de gerechten zorgen voor een bepaalde prettige routine. Sommige ouderen willen tijdens de maaltijden een directe herinnering krijgen, voor anderen verstoort dit juist de rust, routine en het samenzijn: ‘Ik eet altijd op dezelfde tijdstippen’; ‘Ik hou niet van apart, gewoon Hollands’. Er worden wisselende dingen gezegd over de frequentie van de berichten, ‘niet te vaak’ wordt regelmatig genoemd. Deze ouderen maakten het concreet: ‘Ik heb liever advies op één moment, bijvoorbeeld ‘s ochtends’; ‘Als het een vast tijdstip is dat ik contact heb met de voedingscoach lijkt mij het fijnst’; ‘Niet dagelijks, maar wekelijks steunen’. De diëtisten willen hun advies kunnen monitoren door het ophalen van gegevens over het behalen van de dieetbehandelingsdoelen. ‘Ik zou graag aan de ouderen willen vragen wat de intake van vocht en voeding is, eventueel via gesproken bericht en/of foto’s’; ‘Spiermassa en gewicht monitoren lijkt mij ook interessant’.

3. Uiterlijk voedingscoach

Belangrijk punt voor ouderen is dat een digitale tool, zoals de voedingscoach, niet te kinderlijk moet zijn. Een persoonlijke benadering is hierin belangrijk: ‘Persoonlijke uitstraling en geluid’. Iemand anders geeft aan: ‘Zo’n digitale voedingscoach op wielen is voor oudere dementen’; ‘Een beetje het uiterlijk van een radio’. Hoewel de coach is bedacht voor in huis, geeft een respondent aan voornamelijk de behoefte te hebben aan reminders of signalen als hij van huis is of onderweg. ‘Als je thuis bent, red je het wel, als je weg bent is het lastiger’. ‘Als de digitale voedingscoach mij kan helpen als ik buiten ben, de digitale voedingscoach op mijn horloge’; ‘De bediening moet eenvoudig en makkelijk zijn’.

‘Het moet zo min mogelijk tijd en moeite kosten. Aangezien ouderen niet mega goed zijn in nieuwe technologie’, zeggen diëtisten. Volgens de diëtisten moet de sociale robot er vriendelijk en simpel uitzien. Ook moeten er niet te veel knoppen op zitten. Daarnaast moeten de knoppen groot zijn en moeten er grote letters en plaatjes gebruikt worden. ‘Het moet zo eenvoudig mogelijk zijn, denk ik, en goed zichtbaar. Ouderen zien en horen vaak slecht’. Een andere wens van de diëtisten is dat het stemmetje van de robot moet aansluiten op de persoon.

Diëtisten verwachten dat het voor deze doelgroep lastig is om iets nieuws aan te leren. Ook verwachten zij dat de robot te onrealistisch zal zijn en niet te vergelijken is met menselijk contact. ‘Misschien toch wel gewoon dat het niet echt is, dat het koud is ofzo. Dat mensen zullen zeggen: ja maar echt bezoek dat is toch veel fijner’.

4. Ervaren nut en noodzaak in relatie tot zelfstandig zijn

Veel ouderen geven aan zelfstandig te zijn. Er spreekt een gevoel van trots op het moment dat zij dit vertellen. Het aanvaarden van hulp en daarover nadenken wat er nodig is, wordt over het algemeen als moeilijk ervaren: ‘Ik heb geen digitale voedingscoach nodig, ik kan het zelf’; ‘Ik hoop dat we dat nog lang vol kunnen houden, ben heel ziek geweest, Ik stond ’s morgens op en dacht o god moet ik vandaag weer eten. Dat was echt heel moeilijk hoor’; ‘Nou ja, de digitale voedingscoach vind ik eigenlijk niet zo’n goed idee. Ja je ziet het op het ogenblik wel meer in bejaardentehuizen met mensen die dementerend zijn, maar zelf zou ik dat niet willen.’

Mensen geven aan dat wanneer er nut en noodzaak wordt gevoeld voor een coach, ze bereid zijn hierover na te denken. ‘Die diëtist, die zei toen tegen mij: als je nou nog een paar kilo afvalt dan moet je aan de sonde. Nou dat was voor mij zo’n schrikbeeld dat ik dacht: ik moet ik moet ik moet eten’, ‘Je wordt ergens mee geconfronteerd en dan ga je het ineens doen’, ‘Ik heb mijn verstand nog goed bij elkaar, maar stel je voor dat het ineens omslaat, dan zou ik dit écht een goede hulp vinden’, ‘Het is vooral handig als je alleen bent’.

De geïnterviewde diëtisten staan positief tegenover het gebruik van een digitale coach. Zij gaven allemaal aan een digitale voedingscoach uit te willen proberen bij de dieetbehandeling van kwetsbare en/of ondervoede ouderen. Privacy van gegevens wordt als belangrijk aandachtspunt meegegeven.

5. Financiering – Wie gaat dat betalen…

De meningen wisselen zeer sterk over de financiering van de digitale coach. Ouderen zijn bereid om mee te betalen, maar afhankelijk van de financiële situatie zeggen ze ook dat ze dat liever niet doen. Een groot deel vindt toch dat het door de verzekering vergoed moet worden. Huren wordt ook genoemd.

‘Ik zou er wel aan mee willen betalen als het zinnig is’; ‘De verzekering’; ‘Als het écht nodig is en hij is niet te duur, zou ik het doen’; ‘Het is een drempel als je het niet breed hebt’; ‘Misschien kun je hem huren’.

Wat financiering betreft willen diëtisten dat de zorgverzekeraar, overheid of de gemeente hier verantwoordelijk voor gaat zijn. ‘Ik denk de overheid hier ook heel veel baat bij heeft als daar een deel van ondersteuning uit komt. Omdat het natuurlijk eigenlijk wel winst oplevert, omdat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen, en er een mindere vraag is naar mantelzorgers die ook hun eigen gezin, en vaak gewoon een baan hebben. Dus ik denk dat de overheid daar toch een stukje in kan bijdragen’.

Discussie

In dit onderzoek zijn de wensen en verwachtingen van een digitale voedingscoach onderzocht bij zowel thuiswonende ouderen als bij diëtisten. De digitale voedingscoach moet in staat zijn om: reminders te geven, te helpen bij etiketten te lezen, vragen te stellen en te beantwoorden, uitleg te geven over ziekte, gezondheid en voeding, recepten te delen en te helpen bij de boodschappen. De diëtisten benoemen dezelfde thema’s, maar voegen daar nog aan toe dat de digitale coach ook zou kunnen ondersteunen bij eenzaamheid. Over de vorm en frequentie waarin voedingsadvies kan worden gegeven, wordt wisselend gedacht. Belangrijk hierbij is dat het niet betuttelend wordt gebracht. Qua uiterlijk is het belangrijk dat de coach niet te kinderachtig is. Wanneer er nut en noodzaak is, staan zowel de ouderen zelf als diëtisten positief tegenover het gebruik van een digitale voedingscoach. Voor wat betreft financiering kan er gedacht worden aan een hybride model, waarbij zowel de zorgverzekeraar, de gemeente als, waar mogelijk, de oudere zelf een bijdrage levert.

Diëtisten en de ouderen hebben in dit onderzoek benoemd dat een digitale coach moet ondersteunen, om de dieetbehandeling te kunnen optimaliseren. Dit komt overeen met de resultaten uit eerder onderzoek.11 Hierin werd aangetoond dat een sociale robot, die toezicht biedt op therapie, coaching en motivatie door niet-fysieke interactie gezien wordt als effectief hulpmiddel in het behouden van de algemene mentale en fysieke gezondheid van ouderen.

Daarnaast werd in onderzoek aangegeven dat een sociale robot zorgt voor gezelschap, waardoor eenzaamheid en depressie verminderen.10,11

Diëtisten gaven in dit onderzoek aan dat ouderen maaltijden overslaan wegens eenzaamheid. In eerder onderzoek is gekeken naar de mogelijkheden die ouderen en zorgverleners zagen om een robot te gebruiken voor voedingsondersteuning.15 Hieruit kwamen de volgende thema’s naar voren: de functies van de robot, kenmerken van de robot, ethische aspecten en financiering. Deze thema’s komen ook terug in dit onderzoek. Daarnaast blijkt uit het eerdere onderzoek dat de ouderen niet willen dat de opgeslagen gegevens door de robot toegankelijk zijn voor iedereen.15 In het door ons uitgevoerde onderzoek is dat niet genoemd. Ook moeten de functies van de robot op de persoon worden afgestemd, om een gevoel van controle over het leven van de oudere te vermijden. Dit komt overeen met de gevonden resultaten in dit onderzoek; diëtisten zien privacy als mogelijke barrière voor de ouderen. Zij gaven tevens aan dat het belangrijk is om de robot af te stemmen op de persoon. Voorbeelden hiervan zijn stem (volume, type, directief) uiterlijk en stadium van gedragsverandering. Ouderen met een grotere veranderbereidheid (die volgens het Transtheoretical-model in de voorbereiding of actiefase zitten), ervaren meer nut en noodzaak van de digitale voedingscoach, en zijn dus meer bereid om de gegeven adviezen op te volgen. Dit in tegenstelling tot een oudere die in de (pre) contemplatie fase zit, en nut en noodzaak niet ziet en dus ook de adviezen niet opvolgt.16 Een opvallende bevinding binnen dit onderzoek is dat de diëtisten aangaven dat kwetsbare ouderen herinnerd moeten worden aan bepaalde dagtaken, waaronder eet- en drinkmomenten. Ook de zorgverleners uit het onderzoek van ?ukasik benoemen dit.15 Uit datzelfde onderzoek blijkt echter dat de meerderheid van de ouderen met cognitieve stoornissen juist niet herinnerd wil worden aan eet- en drinkmomenten. In het door ons uitgevoerde onderzoek geven ouderen juist aan dat zij reminders willen ontvangen. Deze onderzoeksresultaten zijn dan ook tegenstrijdig. Wellicht spelen culturele aspecten hier een rol? In het vervolgonderzoek zullen wij aan dit aspect verder aandacht besteden.

Een sterke kant van dit onderzoek is dat de dataverzameling zoveel mogelijk plaatsvond in een natuurlijke waarnemingscontext wat de validiteit van het onderzoek verhoogt.13 Helaas was het niet mogelijk deze natuurlijke waarnemingscontext volledig te realiseren. Interviews zouden in principe in fysieke aanwezigheid afgenomen worden. Vanwege covid-19 maatregelen is er noodzakelijkerwijs uitgeweken naar online interviews en incidenteel naar telefonische interviews bij gebrek aan online mogelijkheden. Het onderzoek kende een tweede beperking: van elk transcript werd een samenvatting gemaakt. Om de validiteit te verhogen was het beter geweest een membercheck (check bij de deelnemer of de samenvatting een juiste interpretatie was van het gesprek) plaats te laten vinden. Omwille van de tijd is deze echter niet uitgevoerd. Een derde aandachtspunt is het inclusiecriterium ‘ervaring met een dieetbehandeling’. Wanneer hier ervaring met een dieetbehandeling bij ondervoeding als selectiecriterium gekozen was, zou er mogelijk meer en betere input gekomen zijn bij het thema nut en noodzaak. Mogelijk waren de geïnterviewde ouderen binnen dit onderzoek nog te vitaal. Overigens geeft dit ruimere inclusiecriterium wel meer zicht op een mogelijke bredere toepassing van de digitale voedingscoach in de nabije toekomst.

Ervaren zelfstandigheid geeft de nut en noodzaak van hulpmiddelen aan. Het is tijdens de dataverzameling opvallend gebleken dat het voor ouderen moeilijk en confronterend is om over de toekomst te praten. Een toekomst waarbij mogelijk functieverlies optreedt.

‘Je realiseert je ineens dat je ouder bent dan dat je misschien wel dacht’. Het is daarbij opvallend dat diëtisten de ouderen wat lijken te onderschatten als het gaat om digitale vaardigheden en de wil om iets nieuws te leren. Het is geen onderdeel van het onderzoek geweest. Verder onderzoek hiernaar lijkt de moeite waard.

Het lijkt erop dat mannen en vrouwen een verschillend belang hechten aan de benadering van de digitale voedingscoach. Er is nog verder onderzoek nodig hoe de digitale coach ingezet kan worden.

Op basis van de bevindingen is een prototype ontwikkeld dat momenteel wordt getest bij ouderen die onder behandeling zijn bij een diëtistenpraktijk. Op basis hiervan kan verder onderzoek gedaan worden naar de effectiviteit van een digitale coach ter bevordering van de dieettrouw. De eerste testen bij drie diëtisten laten veelbelovende resultaten zien. Wij hopen deze in een vervolgartikel met de lezers te kunnen delen.

Conclusie

In dit onderzoek is gekeken naar verwachtingen en behoeften van zowel cliënten als diëtisten ten aanzien van een digitale voedingscoach ter ondersteuning van de behandeling van ondervoeding in de thuissituatie. Hierbij werden de volgende functionaliteiten genoemd: reminders geven, helpen bij het lezen van etiketten, vragen stellen en beantwoorden, uitleg geven over ziekte, gezondheid en voeding, recepten delen en helpen bij de boodschappen. De diëtisten voegden het thema ondersteunen bij eenzaamheid toe aan de genoemde functionaliteiten door de ouderen. We kunnen stellen dat de digitale voedingscoach een waardevolle aanvulling kan zijn bij de dieetbehandeling van kwetsbare ouderen met risico op ondervoeding.

Auteurs

Ir. Karen Kotten-Lips, hoofddocent en onderzoeker
Femke de Graaf-Spikmans, hoofddocent en onderzoeker
Prof. dr. Marian de van der Schueren, lectoren hoogleraar diëtetiek, Wageningen Universiteit en Research;
Dr. ir. Martijn Vastenburg, universitair docent en onderzoeker, Radboud Universiteit, Faculteit sociale wetenschappen, Behavioral Science Institute, directeur ConnectedCare R&D
Drs. J. de Kruif, senior onderzoeker

Allen bij het Lectoraat Voeding, Diëtetiek en Leefstijl, HAN, Postbus 6960, 6530 Nl, Nijmegen

Correspondentie

Belangenverklaring

Geen belangenverstrengeling

Financiering

Dit project is mede gefinancierd door ZonMw, projectnummer 104022008, subsidieronde IMDI, Technologie voor Bemensbare Zorg. Subsidieaanvraag: HUGO – collaborative Human&Robot Coaching Framework for Behavior Change.
Hoofdaanvrager dr. M.H. Vastenburg, TU/Eindhoven en ConnectedCare.

Literatuurlijst

  1. Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. https://www.programmalangerthuis.nl/. [Online] 18 juni 2018. file:///C:/Users/lpsk/Downloads/programma-langer-thuis%20(1).pdf.
  2. De Bruin SR, Lemmens L, Lette M, et al, Vroegopsporing bij kwetsbare ouderen: wat is er nodig om beter aan te sluiten bij hun wensen en behoeften? Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2016. 6.
  3. Volkert D, Beck AM, Cederholm T, et al, ESPEN practical guideline: Clinical nutrition and hydration in geriatrics Clinical Nutrition 2022;Mar 5:958-89.
  4. Schilp J, Kruizenga HM, Wijnhoven HAH, et al. High prevalence of undernutrition in Dutch community-dwelling older individuals. Nutrition 2012;28:Issues 11-12.
  5. Rijksinstituut voor Volksgezondheid,Toekomst verkenning, juni 2018. https://www.vtv2018.nl/zorguitgaven.
  6. Timmer S. E-health in de langdurige zorg. Bohn Stafleu van Loghum: sn, 2015.
  7. Wouters M, Huygens M, Voogdt H, et al, Samen aan zet! ehealth monitor 2019. Nictiz & Nivel, Den Haag.
  8. Choi HK, Lee SH, Trends and effectiveness of ICT interventions for the elderly to reduce loneliness: A systematic review. Healthcare 2021, p.293.
  9. Vastenburg M, Alberts J, de Koning J, et al, Designing Liz, an embodied digital coach for healthy eating, abstract HealthByTech Conference, 2021.
  10. Adriaansen, M. Tessa als verbinder. DIXIT;2019: 14.
  11. Matari M, Scassellati B. Handbook of Robotics – socially assistive robotics. [boekaut.] B. Siciliano en O. Khatib. Handbook of Robotics. Berllin: Springer, 2016, p1973-85.
  12. Suijkerbuijk S. www.zorgvoorbeter.nl. [Online] 07 Januari 2019. https://www.zorgvoorbeter.nl/nieuws/blog-robotkat-zorg-dilemma.
  13. Saat J, Naumann E, Steenstra M. Kwalitatief onderzoek in de diëtetiek. Nederlands Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek 2019;74(4):12-5.
  14. Branyon J & Pak R. Investigating older adults’ trust, causal attributions, and perception of capabilities in robots as a function of robot appearance, task, and reliability. Proceedings of the human factors and ergonomics society 59th Annual Meeting – 2015.
  15. ?ukasik S, Tobis S, Wieczorowska-Tobis K, et al, Could robots help older people with age-related nutritional problems? Opinions of potential users. International journal of environmental research and public health 2018;15(11):2535.
  16. Prochaska J O & Velicer WF. The transtheoretical model of health behavior change. American journal of health promotion 1997:12(1):38-48.