Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Artikelenmisc/arrow-dots-blackWat het Voedingscentrum zegt, is niet ‘ook maar een mening’

Wat het Voedingscentrum zegt, is niet ‘ook maar een mening’

Donderdag 10 september 2015Afbeelding Wat het Voedingscentrum zegt, is niet ‘ook maar een mening’

Na de presentatie van de nieuwe Richtlijnen Goede Voeding in november wordt ook de Schijf van Vijf aangepast. De nieuwe versie verschijnt in het eerste kwartaal van 2016. Dr. ir. Gerda Feunekes, directeur van het Voedingscentrum, licht een tipje van de sluier op.

NAAM
Gerda Feunekes
GEBOORTEJAAR
1965
OPLEIDING
Voeding van de mens, Wageningen University
VORIGE FUNCTIES
Onderzoeker Humane Voeding (Wageningen University), consumer scientist, programmaleider Vitality en director Nutrition and Health (Unilever R&D)
HUIDIGE FUNCTIE
Directeur Voedingscentrum
BIJZONDERHEDEN
In 1996 gepromoveerd (Food, fat, family and friends: studies on the impact of the social environment on dietary intake)

Hoe bevalt het directeurschap?

“Ik ben nu precies een jaar directeur en het bevalt me uitstekend. Ik voel me als een vis in het water. Ik ben als voedingskundige altijd geïnteresseerd geweest in voeding en gezondheid in brede zin. Als onderzoeker heb ik jarenlang gewerkt aan consumentengedrag, onder andere in het bedrijfsleven. Het leuke van déze functie is dat alles waar ik me in het verleden mee bezig heb gehouden nu allemaal bij elkaar komt: hoe motiveer je mensen om meer gezonde en duurzame keuzes te maken? En dat op nationaal niveau. Na jarenlang internationaal gewerkt te hebben, vind ik dat ook erg leuk. Iets doen wat een direct effect heeft bij de Nederlandse bevolking, dat geeft veel voldoening.”

Wat is er onder jouw bewind veranderd bij het Voedingscentrum?

“Een belangrijk speerpunt voor mij is het versterken van de band met de wetenschap. Wat het Voedingscentrum zegt is niet ‘ook maar een mening’; het Voedingscentrum vertegenwoordigt de wetenschappelijke consensus. Dát moeten we goed duidelijk maken. Daarom moeten we laten zien hoe onze adviezen tot stand komen. En moet het transparant zijn met wie we samenwerken, wie in onze adviescommissies zitten, dat soort zaken. Die bron, de wetenschap, is belangrijk, maar ook de manier waarop je die kennis verspreidt. Enerzijds doen we dat zelf, via diverse woordvoerders, kanalen en tools, zoals onze website, brochures en apps. Anderzijds gebeurt dat via intermediairs, zoals diëtisten en artsen. Hier heb ik me dit jaar vooral mee beziggehouden. Een belangrijke mijlpaal is dat we deze maand een samenwerkingsverband met Wageningen University hebben ondertekend. Dat wil ik ook zeker met andere universiteiten gaan doen.”

En verder?

“Verder vind ik het belangrijk dat we als voedingswetenschap zoveel mogelijk met één mond spreken. Daarmee voorkom je onduidelijkheid en verwarring, die aan allerlei ‘voedingsgoeroes’ een voedingsbodem bieden om minder goed onderbouwde verhalen in de wereld te brengen. De Richtlijnen Goede Voeding zijn samengesteld door de Gezondheidsraad – Nederlands meest vooraanstaande wetenschappers – op basis van de beste literatuur uit de hele wereld. Als die er straks liggen, kunnen we zeggen: dit is het, hiermee gaan we het doen. Samen zijn we verantwoordelijk voor het uitdragen van de consensus-boodschap over gezond en duurzaam eten.”

Is er ook samenwerking met commerciële partijen?

“Het Voedingscentrum wordt voor honderd procent gefinancierd door de ministeries van VWS en Economische zaken. We nemen geen cent aan van commerciële partijen. We hebben wel zogenoemde publiek-private samenwerkingen, maar alleen als deze bijdragen aan onze doelen. We wilden bijvoorbeeld meer doen aan het voorkómen van voedselverspilling en hebben het Eetmaatje gemaakt; dat is vervolgens door Albert Heijn verspreid. Een ander voorbeeld is onze bewaarwijzer; Samsung stopt deze nu in al hun nieuwe koelkasten. Alle samenwerkingen vinden plaats onder strenge voorwaarden. Die staan beschreven in onze gedragscode en worden vermeld op onze website en onderaan onze mails.”

Weet het Voedingscentrum iedereen te bereiken?

“Het Voedingscentrum is er voor iedereen, dus we moeten inderdaad álle Nederlanders bereiken. En dat gaat goed: vorig jaar is onze website 24 miljoen keer bezocht, goed verspreid over verschillende doelgroepen. Maar toch bereiken ook wij de mensen die het ‘t hardst nodig hebben het minst goed. We moeten dus kijken hoe we die beter kunnen benaderen. Ik denk dat we daarvoor meer moeten inzetten op de drijfveren van gedrag dan op kennis. Gezondheid en duurzaamheid zijn voor mensen heel belangrijk, maar als het gaat om eten en drinken, zijn zaken als smaak, prijs en gemak de eerste drijfveren. Dáár moeten we dus op inspelen, bijvoorbeeld met lekkere recepten. En dat werkt. Dat zien we bijvoorbeeld aan het kookboekje Lekker voor weinig, dat we samen met het Nibud hebben ontwikkeld. De nadruk daarin ligt op smaak en prijs; gezondheid en duurzaamheid benoemen we niet specifiek, maar zitten er wel in. Het bereiken van alle mensen, hoog en minder hoog opgeleid, geïnteresseerd en niet-geïnteresseerd, is ook bij de nieuwe Schijf van Vijf een belangrijk aandachtspunt.”

Ja, de Schijf van Vijf… hoe staat het daarmee?

“Ik kan daar op dit moment nog niet heel veel over zeggen. Pas na de verschijning van de nieuwe Richtlijnen Goede Voeding in november kunnen we daar definitief mee aan de slag. We presenteren de nieuwe Schijf van Vijf in het eerste kwartaal van 2016. We zijn nu volop in voorbereiding en houden rekening met verschillende opties. Afhankelijk van wat de Gezondheidsraad beslist, kunnen we een van deze opties verder uitwerken. Dan kunnen we ook onze tools aanpassen. We worden goed op de hoogte gehouden over de planning van de Gezondheidsraad, en veel conceptachtergronddocumenten zijn al openbaar gemaakt. Dat geeft ons een goed inzicht in welke kant het op gaat. In november kunnen we knopen doorhakken en dingen laten doorrekenen door het RIVM. Wat de nieuwe aanbevelingen betekenen voor bijvoorbeeld de innames. Dat wordt verwerkt in onze Richtlijnen Voedselkeuze, het document achter de Schijf van Vijf.”

Waarom zijn jullie niet nauwer betrokken?

“De Gezondheidsraad is een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan, en staat los van het Voedingscentrum. Volgens de Gezondheidswet heeft de raad als taak om ministers en parlement te adviseren op het gebied van onder andere de Richtlijnen Goede Voeding. Na dit advies kunnen wij pas aan de slag. Aan ons de taak om de richtlijnen van de Gezondheidsraad te vertalen naar bruikbare adviezen.”

Wordt het een metamorfose?

“De Schijf van Vijf is een goed en bekend voorlichtingsmodel. De naamsbekendheid is 92%, en het merendeel van de mensen weet ook wat de boodschap inhoudt. Dat moeten we behouden. Maar het is ook tijd voor verandering, een kleine metamorfose, vooral in de vormgeving. De Schijf van Vijf is gelanceerd in 1953, de huidige vorm is uit 2004. Er zijn in de loop der jaren wel kleine aanpassingen geweest, maar dit is een goed moment om hem helemaal te herzien.”

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

“We hebben de Schijf geanalyseerd met verschillende partijen, onder wie diëtisten, gedragswetenschappers en vormgevers. We zijn het erover eens dat in de huidige Schijf te veel informatie staat. Het nieuwe beeld, de Schijf van Vijf, zal meer een symbool zijn, een uitnodiging om mensen verder in de informatie te trekken: naar een diepere en meer individuele boodschap. We bieden dat in lagen aan. Het is aan mensen zelf hoeveel energie ze erin willen steken, hoe diep ze willen gaan. We geven daarbij zo veel mogelijk persoonlijk advies. Daarbij wil ik wel benadrukken dat het echte advies op maat voorbehouden blijft aan diëtisten. Wij maken, beter dan nu, zichtbaar dat allerlei verschillende eetgewoonten heel goed passen binnen de Schijf van Vijf. En we spelen daarbij meer dan voorheen in op het individuele eetgedrag van mensen. Zo geven we een paar voorbeelden voor mogelijke voedingen. Wil jij bijvoorbeeld geen melk? Dan geven we suggesties hoe je op een andere manier toch voldoende calcium binnen krijgt. Iedereen kan binnen richtlijnen van de Schijf van Vijf zijn eigen keuzes maken.”

In de richtlijnen ligt het accent op voedingspatronen en voedingsmiddelen. Hoe pakken jullie dat aan?

“Een belangrijke verandering in de wetenschappelijke evaluatie van de Gezondheidsraad is dat er meer aandacht is voor voedingspatronen en voedingsmiddelen. Dat is een behoorlijke omslag ten opzichte van de vorige richtlijn, waarin de nadruk meer lag op voedingsstoffen. Maar het maakt het voor ons makkelijker. Want uiteindelijk maken wij de vertaling naar de praktijk, en dat zíjn voedingspatronen en -middelen. De meeste mensen hebben wel een idee wat gezonde voeding is. Maar de vraag is inderdaad: hoe doe je dat nou, hoe pas je het toe in je eigen eetpatroon? De crux is om het jezelf gemakkelijk te maken. Daarvoor moet je eerst weten wat nu eigenlijk jouw eetpatroon is. Dat kan bijvoorbeeld met de Eetmeter, een online eetdagboek. Voor mensen die wat aan hun snackgedrag willen doen, hebben we bovendien Mijn Doel, een tool gekoppeld aan de Eetmeter, die je helpt om snackgewoonten te veranderen. Het principe daarvan is de ‘als-dan’-methode. Stel: je hebt de gewoonte om te snoepen als je voor de tv zit. Dan helpt het om een concreet plan te maken voor die specifieke situatie, en te bepalen wat je voortaan in die situatie doet. Bijvoorbeeld: als ik zin heb in iets lekkers als ik tv kijk, dan neem ik een stuk fruit. Door concreet te maken wat je voortaan doet als een bepaalde aanleiding zich voordoet, kun je een nieuwe gewoonte aanleren.”

Krijgen intermediairs als diëtisten een speciale rol in de voorlichting?

“Ook bij de nieuwe Schijf van Vijf komt een achtergronddocument met uitleg. Die zal voor de professional uitgebreider zijn dan voor de consument. We zullen daarin bijvoorbeeld uitleggen hoe het geheel tot stand is gekomen. Dat geeft veel inzicht: waarom is het zoals het is? In het verleden was dat misschien iets te summier, dus dat heeft nu onze volle aandacht. We zullen diëtisten ook nadrukkelijk betrekken bij het lanceren van de nieuwe Schijf van Vijf. Hoe precies, dat zullen we nog melden via diverse media, waaronder dit tijdschrift.”

Auteurs

Afbeelding voor Wendy van Koningsbruggen

Wendy van Koningsbruggen

Volledige biografie