Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Nieuwsmisc/arrow-dots-blackNieuws van de Europese diëtistenorganisatie EFAD: José Tiebie gekozen als nieuwe voorzitter Professional Practice Committee

Nieuws van de Europese diëtistenorganisatie EFAD: José Tiebie gekozen als nieuwe voorzitter Professional Practice Committee

Woensdag 3 november 2021Afbeelding Nieuws van de Europese diëtistenorganisatie EFAD: José Tiebie gekozen als nieuwe voorzitter Professional Practice Committee

José Tiebie is gekozen als nieuwe voorzitter van de zogenoemde PPC-commissie (Professional Practice Committee) van de overkoepelende Europese diëtistenorganisatie EFAD. De laatste week van oktober vond het internationale EFAD-congres voor het eerst geheel online plaats. Tiebie volgde het congres en vertelt verderop wat haar opviel.

Professionalisering diëtistenvak

José Tiebie, tevens beleidsmedewerker van de NVD, gaat zich als voorzitter van de Professional Practice Committee in Europees verband richten op zaken die bijdragen aan de professionalisering van het diëtistenvak. Daarbij gaat het onder meer om het methodisch handelen en registratie van de diëtist, om uiteindelijk effectiviteit van de behandeling te kunnen meten. Daarnaast is ethiek en het bijhouden van een kwaliteitsregister een belangrijk aandachtspunt binnen PPC.  

General meeting


Tiebie werd gekozen aan de vooravond van het EFAD-congres tijdens de 32e Algemene Vergadering van de federatie van Europese diëtisten. Ze neemt de functie over van van Constantina Papoutsakis die 11 jaar voorzitter was.

Enkele highlights van het congres


José woonde een aantal sessies bij. Per land werden steeds een aantal lezingen gehouden. “Wat meteen in het oog sprong tijdens het bijwonen van het EFAD-congres was het grote aantal lezingen”, zegt José. “Er waren veelal vijf sessies, met zo’n vijf lezingen, dus 20 tot 25 lezingen per dag en allemaal een hoog kwalitatief niveau.”

Groene mediterraan dieet

“Ik heb verschillende sessies bijgewoond en ben af en toe ook geswitcht. Opvallend daarin was dat duurzaamheid, ondervoeding en overgewicht vaak terugkerende onderwerpen zijn. Het is mooi om te zien dat duurzaamheid in deze tijd meer aandacht krijgt.” Inhoudelijk kwam duurzaamheid tot uiting in de aandacht voor het zogenoemde Groene mediterrane dieet. “Het kwam terug in diverse lezingen. Het komt er in het dieet op neer dat vlees wordt vervangen door vis (meer gezondere vetten) en het bevat meer groene groenten, de healthy greens. Doel is ook om het LDL-cholesterol nog meer te verlagen. Het is een variant op het mediterrane dieet zoals we dat nu toe kennen.”

Ondervoeding op de wereldkaart

Bij een lezing over GLIM, een methode voor het bepalen van de mate van ondervoeding, kwam naar voren dat de zogeheten ICT11-classificattie rond ondervoeding als medische diagnose voortaan kan worden gebruikt. “Dat staat nu hoger op de kaart en dat is positief”, aldus José.

Nutrition en Dietetic Care

Vanuit haar nieuwe positie als PPC-voorzitter gaf ze zelf een lezing over de verschillen en overeenkomsten tussen het Nutrition Care Proces en het Dietetic Care Proces. “Dat gaat gaat over het diëtistisch, methodisch handelen”, licht José toe. “Het doel is om te komen tot eenvorminge (internationale) codes om de effectiviteit van het handelen van de diëtist mee te kunnen aantonen. Er zijn binnen en buiten Europa verschillende manieren voor, maar uiteindelijk moeten we naar een systeem van verslaglegging dat voor iedereen bruikbaar is en aangeeft wat de effectiviteit van de behandeling is. In Nederland, Duitsland, Oostenrijk en België werken we met eenzelfde systeem, in andere landen worden andere codelijsten gehanteerd. Het is een grote uitdaging dat op een lijn te krijgen.“

Ondervoeding in Zweden


Tot slot viel het José op dat ook in Zweden nagedacht wordt over zorg die van de tweede naar de eerste lijn verschuift of andersom. “Er werd een onderzoek gepresenteerd waaruit blijkt dat begeleiding door een diëtist als het om voedingszorg en dieetbehandeling gaat belangrijk blijft. Bijvoorbeeld als mensen drinkvoeding krijgen in het ziekenhuis en daar thuis mee door moeten gaan. Dat is niet een kwestie van een doosje mee naar huis geven.”

Auteurs