Inzet diëtist bij ondervoeding kan miljarden aan zorgkosten besparen
Woensdag 19 juni 2024De behandeling door een diëtist bij ondervoeding kan op jaarbasis miljarden aan zorgkosten besparen. Daarmee draagt de inzet van een diëtist bij aan het betaalbaar houden van de zorg. Dat concludeert een vandaag gepubliceerd gezondheidseconomisch onderzoek dat A2M uitvoerde. Deze conclusie ligt in lijn met eerder onderzoek naar de kosten en baten van behandeling van ondervoeding.
Onderzoek
Eurocept Homecare, Kenniscentrum Ondervoeding, MediReva, Sorgente en Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Kinder- en Dieetvoedingsmiddelen zijn de opdrachtgevers van het door A2M uitgevoerde onderzoek ‘Ondervoeding in de zorg: behandeling loont’. De resultaten van het onderzoek pleiten voor de behandeling van een diëtist bij ondervoeding. Ondanks de positieve conclusies zijn er kanttekeningen te maken bij de uitvoering van het onderzoek.
Resultaten
Het A2M onderzoek concludeert dat de inzet van de diëtist iedere euro waard is. Deze conclusie komt overeen met eerder onderzoek, zoals bijvoorbeeld de Social Return of Investment (SROI) ‘Over de waarde van zorg bij ondervoeding van (kwetsbare) ouderen’ (2023). In de SROI kwamen vergelijkbare resultaten naar voren en toonde eveneens aan dat de aanpak van ondervoeding loont.
Ook laat het onderzoek van A2M een positief effect zien ten aanzien van de kosten en baten van de behandeling van ondervoeding. Het onderzoek concludeert dat de direct medische kosten van onbehandelde ondervoeding in Nederland oplopen tot €3,0 miljard in het jaar van het optreden van de ondervoeding. Dat zou overeenkomen met 3,4% van de totale zorgkosten in Nederland in 2023. Dit zijn deels onnodige kosten, aangezien er een aanpak voor dit probleem beschikbaar is, zoals beschreven in de Richtlijn Ondervoeding.
Richtlijn ondervoeding
De behandeling van ondervoeding behoort volgens de Richtlijn Ondervoeding altijd te beginnen met een dieetbehandeling door de diëtist. Het uitgangspunt is dan eiwit- en energierijke voeding met behulp van normale voedingsmiddelen afgestemd op de individuele patiënt. Als met (aangepaste) gewone voeding de behandeldoelen niet gehaald kunnen worden, is gebruik van medische drinkvoeding geïndiceerd. De richtlijn gaat ervan uit dat behandeling van ondervoeding bestaande uit dieetbehandeling met zo nodig medische drinkvoeding kan leiden tot minder complicaties en betere uitkomsten in vergelijking met geen behandeling van ondervoeding.
Onderzoeksmethodiek
Harriët Jager-Wittenaar, bijzonder hoogleraar Diëtetiek en transmurale voedingszorg in het Radboudumc, bekleedt een leerstoel die is ingesteld door de NVD. Zij reageert op het rapport. Harriët: “Hoewel we blij zijn met de aandacht voor de aanpak van ondervoeding, plaats ik wel wat kanttekeningen bij de uitvoering van de onderzoeksmethodiek.” Harriët geeft aan dat deze “niet voldoende aan wetenschappelijke eisen voldoet”.
Harriët Jager-Wittenaar, bijzonder hoogleraar Diëtetiek en transmurale voedingszorgEr worden bijvoorbeeld aannames gedaan in berekeningen waarbij een zeer klein aantal diëtisten is geraadpleegd. Daarbij ontbreekt het aan transparantie over de geconsulteerde diëtisten en experts. Ook volledige transparantie over de databronnen die ten grondslag liggen aan de berekeningen mis ik nog in het onderzoek. Dit zegt iets over de betrouwbaarheid van het onderzoek.
Tot slot
Harriët: “Bij alle zorgverleners in Nederland die te maken hebben met de aanpak van ondervoeding wil ik nogmaals het belang benadrukken van de inzet van en behandeling door de diëtist. Op dit moment zit er drie uur diëtetiek in onze basisverzekering. Ondervoeding behandel je doorgaans niet in 3 uur. Meer uren diëtetiek in de basisverzekering zouden een nog grotere bijdrage kunnen leveren aan een waardevolle en kosteneffectieve behandeling bij ondervoeding. Meer wetenschappelijk onderzoek is nodig om te bepalen wat dan de optimale behandelduur is bij ondervoeding. Gezien de druk op de zorg zal onderzoek zich de komende jaren ook moeten richten op een preventieve aanpak bij ondervoeding.”