Hinke Kruizenga: “Dit is de enige weg voor meer resultaat”
Maandag 11 september 2023Snel en fors spierverlies van patiënten komt veel voor in ziekenhuizen, met name bij patiënten ouder dan 65 jaar. Vaak ontbreekt een geïntegreerde voeding- en beweegbehandeling om de achteruitgang van de patiënt te stoppen of de conditie te verbeteren. Met de zogeheten Pitstop Voeding & Beweging wordt het tij met resultaat gekeerd.
De Pitstop is ontwikkeld als project in het kader van de Quality Improvement Academy van Amsterdam UMC. De eerste resultaten van het project werden afgelopen week gepresenteerd door het Expertisecentrum Voeding & Beweging NU. “Het doel van het project was de voeding- en beweegbehandeling meer te integreren”, licht Hinke Kruizenga toe. “In het ziekenhuis zijn diëtisten en fysiotherapeuten goede collega’s, maar de volgende stap, een geïntegreerde samenwerking, is er vaak nog niet.”
Pitstop
Voor de aanpak, werd naar analogie van de motorsport voor de pitstop gekozen. Daarin staat de patiënt (de coureur) centraal. Deze heeft al een lange weg afgelegd en verwacht in de het ziekenhuis (de pitstop) een optimale en soepele interventie om snel de weg weer te kunnen vervolgen. Als er één onderdeel van de pitstop niet goed gaat heeft dat grote gevolgen. Optimale, multidisciplinaire samenwerking en rolverdeling is een voorwaarde voor succes.
“Ik ben ervan overtuigd dat integratie van de voeding- en beweegbehandeling de weg is om spierverlies in het ziekenhuis (deels) te voorkomen. Goed eten en bewegen hebben los effect maar gecombineerd is het effect groter.”
Optimalisatie
In Amsterdam UMC, op de afdeling interne geneeskunde, locatie AMC (F6N), waar het project begon, wordt nu aan verdere optimalisatie gewerkt. “Dit is een begin van iets groters”, zegt Kruizenga. “We werken nu aan verbetering van de uitvoering. We doen dat in kleine stapjes omdat veranderingen op tamelijke complexe afdelingen niet te snel kunnen gaan, al zouden we qua ambitie best sneller willen schakelen. Ook gaan we de effecten bij patiënten beter in beeld brengen. Ja, zo’n project kost extra (werk)tijd die is bedoeld voor meer en betere samenwerking tussen diëtisten, fysiotherapeuten en verplegers, maar we zien dat de aanpak effect heeft.”
Innovatietraject
“Uiteindelijk willen we tot een toolkit komen die bij wijze van spreken in ieder ziekenhuis kan worden gebruikt”, vervolgt Kruizenga. “Hiervoor hebben we afgelopen vrijdag een innovatieaanvraag ingediend.” Ook zal zij implementatie van de Pitstop meenemen in haar zogeheten implementatiefellowship van ZonMw waarmee ze in oktober begint. “Dit is een programma van ZonMw waarbinnen 40 senior zorgprofessionals aan de slag kunnen om wetenschappelijke resultaten te vertalen naar de praktijk. Ik ga me daar de komende 18 maanden tweeënhalve dag per week op richten.”
De Pitstop Voeding & Beweging in de praktijk
In de Pitstop Voeding & Beweging bespreken de diëtist en fysiotherapeut iedere dinsdag- en donderdagochtend alle patiënten van 65 jaar en ouder van de afdeling F6Noord van Amsterdam UMC (interne geneeskunde). Ze noteren hun diagnose en behandelplan in het elektronisch patiëntendossier als MDO notitie voor de verpleging. Tijdens een klinische les voor verpleegkundigen is dit en de hele pitstop, met de verpleegkundigen van F6Noord geëvalueerd. Ze waren enthousiast en zagen de meerwaarde en uit deze klinische les kwam een lange lijst van verbeterpunten, onduidelijkheden en wensen.
Het is de bedoeling om de multidisciplinaire voeding- en beweegbehandeling voor 65 plussers bij minstens 90% van de populatie tijdig en gelijktijdig in te zetten door het zorgteam. Daarmee wordt uiteindelijk bijgedragen aan het behoud van spiermassa en conditie tijdens de klinische opname. In de praktijk leidde de implementatie al tot efficiëntere interventies en tot het herkennen van meer patiënten.
“Dit project heeft ons geleerd dat er nog echt winst is te behalen en dat het opzetten van een initiatief als een pitstop alleen lukt mét de mensen van de werkvloer én een projectmatige aanpak met projectmanager(s)”, aldus Hinke Kruizenga.