Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Nieuwsmisc/arrow-dots-black‘Prominente rol voor diëtisten bij communicatie rond productverbeteringen’

‘Prominente rol voor diëtisten bij communicatie rond productverbeteringen’

Dinsdag 25 mei 2021Afbeelding ‘Prominente rol voor diëtisten bij communicatie rond productverbeteringen’

Als het aan de directeuren van de Consumentenbond en de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie (FNLI) ligt krijgen diëtisten een (vaste) rol bij de gezonde productkeuze van de consument. Dat zeggen ze in een tweegesprek dat plaatsvond op uitnodiging van het NTVD.

Het tweegesprek vond plaats naar aanleiding van de oproep van de Consumentenbond aan de overheid om met wettelijke regels te komen om zodoende tot een gezonder productaanbod te komen. Zelfregulering voor herformulering gaat te langzaam en Nutri-Score laat op zich wachten. Voedingsproducenten zijn daarentegen niet happig op extra regels. Op uitnodiging van het NTVD gingen de directeur van de Consumentenbond, Sandra Molenaar, en de directeur van de FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie), Cees-Jan Adema, met elkaar in gesprek.

Zout- en suikerverlaging

Beide partijen zien een belangrijke rol voor diëtisten weggelegd als het gaat om de voorlichting rond gezonde producten. ‘Nu komt iemand pas bij de diëtist als er wat aan de hand is’, zegt Cees-Jan Adema van de FNLI. ‘Ik zou het interessant vinden om te kijken hoe je de rol van de diëtist eerder kunt gebruiken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het geven van uitleg over het nieuwe Nutri-Score-logo. Ik zou het toejuichen als we op allerlei fronten consumenten leren ermee om te gaan en hierover voorlichting te geven. Diëtisten kunnen daarin een rol spelen. Er is behoefte aan genuanceerde voorlichting en die kan een diëtist geven.’

Dilemma’s rond zout- en suikerverlaging

Waar beide partijen zoeken naar oplossingen voor de dilemma’s bij het gezonder maken van het productaanbod door onder andere zout- en suikerverlaging, zijn ze het eens over de rol van de diëtist. ‘Wij vinden het echt jammer dat diëtisten in de regel pas met consumenten in aanraking komen op het moment dat er al sprake is van lichamelijke problemen en mensen al gewend zijn aan een ongezonde leefstijl’, zegt Sandra Molenaar van de Consumentenbond. ‘Wij zouden het dan ook heel goed vinden als diëtisten een preventieve rol krijgen, bijvoorbeeld op scholen, maar ook bij producenten. Een diëtist kan helpen in het duiden van etiketten.  Wij denken dat diëtisten een belangrijke rol binnen voedingsmiddelenbedrijven kunnen spelen om te zorgen dat de etiketten/verpakking/marketing van voedingsmiddelen een juiste indruk wekken.  Wij geloven dus echt dat diëtisten aan de voorkant een grotere rol kunnen spelen.’

Discussie actueel

De discussie rond het verlagen van het suiker- en zoutgehalte is actueel. Terwijl er wordt gewerkt aan de Nederlandse implementatie van het Nutri-Score-logo, brengt het RIVM de stand van zaken rond de afspraken in het Akkoord Productverbetering naar buiten (19 mei). Volgens het RIVM is de geschatte inname zout en suiker Nederlandse bevolking nog steeds te hoog ondanks afspraken overheid met voedingsindustrie, meldt het in de eindrapportage over de periode 2014-2020.

Snufje zout

‘Met de huidige afspraken krijgen mensen vooral minder zout binnen via brood, vlees, kaas en soep’, meldt het RIVM. ‘Voor suiker is vooral vooruitgang geboekt bij frisdranken en iets minder bij melkproducten. Per dag kunnen volwassenen daardoor gemiddeld bijna 0,5 gram minder zout en 7,5 gram minder suiker (30 calorieën) binnenkrijgen. Dat komt neer op een snufje zout en twee suikerklontjes per dag minder. Het effect van de afspraken over verzadigd vet is niet doorgerekend. Daar zijn te weinig afspraken over gemaakt.’

Nutriscore

In het NTVD artikel gaan beide partijen aan de hand van vijf vraagstellingen in op de mogelijkheden rond productverbetering in Nederland. Daarbij komt regelmatig Nutri-Score aan de orde. Volgens de Consumentenbond zou het tempo om het logo in te voeren omhoog mogen. Het volledige artikel verschijnt in het juninummer van het NTVD.