Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Literatuurmisc/arrow-dots-blackVeel patiënten met hoofd-halskanker zijn ondervoed

Veel patiënten met hoofd-halskanker zijn ondervoed

CategorieProefschriften
Datum08/09/2010
Auteurs
dr. Harriët Jager – Wittenaar
Afbeelding voor Veel patiënten met hoofd-halskanker zijn ondervoed

Ondervoeding is een veelvoorkomend probleem bij hoofd-halskankerpatiënten. Meerdere factoren kunnen deze ondervoeding bij hen veroorzaken. Klachten in de mond of keel, veroorzaakt door de plaats van de tumor of de behandeling, bemoeilijken het eten en drinken waardoor de energie- en eiwitinname onvoldoende kan zijn. Daarnaast kan ook ontstekingactiviteit, veroorzaakt door de ziekte zelf of door de behandeling, ondervoeding veroorzaken. Het doel van het onderzoek van Jager was te bepalen hoe vaak ondervoeding bij patiënten met hoofd-halskanker voorkomt in de verschillende fasen in het diagnose- behandeltraject. Ook wilde zij nagaan wat de belangrijkste risicofactoren voor ondervoeding in die fasen zijn.

Verlies van spiermassa

Het blijkt dat slikklachten een belangrijke oorzaak is voor ondervoeding in zowel de periode voor als na de behandeling. Een verminderde eetlust, verlies van smaak en weerzin om te eten zijn eveneens oorzaken van ondervoeding in de periode voorafgaand aan de behandeling. Verder blijkt uit Jagers onderzoek dat gewichtsverlies tijdens de behandeling grotendeels wordt gekenmerkt door verlies van vetvrije massa (spieren), dat vervolgens tot een verminderd fysiek functioneren leidt. Ook toont Jager aan dat hoofd-halskankerpatiënten moeite hebben om de verloren vetvrije massa in de periode na de behandeling terug te krijgen. In de eerste vier maanden lukt dat helemaal niet.

Tijdig doorverwijzen

Jager laat zien dat verlies van gewicht en vetvrije massa ondanks dieetbehandeling niet altijd is te voorkomen. Waarschijnlijk dragen ook ziekte- en behandelinggerelateerde ontstekingsactiviteit en verminderde lichamelijke activiteit bij aan het verlies  van de vetvrije massa. Jager geeft het belang aan om ondervoeding zoveel mogelijk te voorkómen. Daarbij pleit ze er voor dat patiënten, hun naasten en medewerkers in de zorg risicofactoren voor ondervoeding tijdig herkennen en geeft zij de noodzaak aan om de patiënt tijdig te verwijzen naar de diëtist.