Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Artikelenmisc/arrow-dots-blackWaarom eet ik dit nou?!
Vol zitten en toch nog die éne lekkere snack nemen....

Waarom eet ik dit nou?!

Maandag 13 februari 2023Afbeelding Waarom eet ik dit nou?!

Susanne Kuckuck (onderzoeker in opleiding, Erasmus MC) legt uit hoe psychologische en biologische stress, via hormonen, onze eetlust weet te beheersen. Als we weten hoe dat werkt, zijn de gevolgen, zoals overgewicht, beter te voorkomen. Ze vertelt wat wel en wat nog niet bekend is.

Welke hormonen spelen een rol?

Eetlust wordt gereguleerd door verschillende hormonen. Deze spelen een rol bij ongecontroleerd, beloningsgerelateerd eten en overgewicht. Sommige veroorzaken verzadiging (bijvoorbeeld leptine, insuline, PYY, GLP-1), terwijl andere een hongergevoel opwekken (zoals ghreline en NPY). Van sommige hormonen is nog niet duidelijk of ze vooral fungeren als ‘honger’- of als ‘verzadigingshormonen’. Ze zijn in elk geval cruciaal, onder andere voor het  glucosemetabolisme. En daarmee beïnvloeden ze, sowieso indirect, het eetgedrag. Ze reguleren namelijk energieopslag en hebben interactie met andere hormonen. Een voorbeeld van zo’n hormoon is adiponectine.

Waarom moeten we hier meer over leren?

Ontregeling

We zien dat bij mensen met obesitas de eetlustregulerende hormonen vaak minder goed werken. Dit gaat gepaard met neigingen tot hedonistisch overeten, waaronder emotioneel eten (omgaan met negatieve emoties door ‘troost’eten) en extern eten (beloningsgerelateerd eten, veroorzaakt door voedselprikkels van buitenaf). Het lijkt alsof er een directe associatie is tussen deze twee observaties.

Voor het voorkomen en aanpakken van overgewicht en obesitas is het van belang dat we de mechanismen van deze neigingen tot hedonistisch overeten begrijpen, omdat dit alles te maken heeft met de fysiologische/psychologische controle over eten. Een grote epidemiologische studie toonde aan dat een sterke neiging tot emotioneel eten een duidelijkere voorspeller was voor gewichtstoename dan bepaalde componenten van leefstijl, zoals weinig lichaamsbeweging, veel alcoholgebruik of een lage inname van gezonde voeding. Dat is een interessante bevinding.

“Een sterke neiging tot emotioneel eten is een duidelijkere voorspeller voor gewichtstoename dan leefstijl.

Hoe werkt dit?

Hersenen

In onze hersenen wordt eetgedrag voornamelijk gereguleerd door twee systemen: het ene (de hypothalamus) beoordeelt de homeostatische behoefte om te eten (honger- en verzadigingsgevoel); het andere reguleert ons hedonistische verlangen om te eten. Bij dat laatste gaat het vooral om de voorkeur voor smakelijk voedsel, met veel vet en suiker. Daarbij treedt het ‘beloningssysteem’ in werking.

Opmerkelijk genoeg werken de meeste eetlustregulerende hormonen op beide systemen. Het verzadigingshormoon insuline werkt bijvoorbeeld in op de hypothalamus om ons hongergevoel te verminderen, maar óók op het beloningssysteem. Hierdoor reageren we minder op de belonende eigenschappen van voedsel (het vermindert bijvoorbeeld de kans dat we na het zien van een advertentie een cheeseburger zullen kopen). Insuline werkt in dit geval als een ‘stopknop’.

Als insuline niet goed verwerkt kan worden in de hersenen (bijvoorbeeld door insulineresistentie, wat vaak samengaat met obesitas), dan werkt die stopknop dus niet, en krijg je, naast een verminderde homeostatische controle (dus geen rem) óók nog een verhoogde hedonistische drang naar lekker eten. Dat is dubbel pech.

Welke factoren beïnvloeden de balans?

Medicijnen

Kennis over eetlustregulerende hormonen wordt toegepast voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen. Liraglutide en semaglutide zijn EMA- en FDA-goedgekeurde medicijnen tegen obesitas. Ze bootsen beide de effecten na van ons lichaamseigen verzadigingssignaal (GLP-1) in de hersenen. Ze verhogen het gevoel van ‘vol zitten’ (hypothalamus) na een maaltijd, en verminderen honger en de hedonistische behoefte aan voedsel. Daardoor zorgen deze medicijnen bij de meeste patiënten voor succesvol gewichtsverlies. Ook het combinatiemiddel naltrexon/bupropion lijkt te werken via dit centrale eetlustregulatiesysteem. Het vermindert met name de hunkering via het hedonistische systeem. Dus sommige mensen (bijvoorbeeld degenen die ondanks een goed diner toch nog een hoogcalorisch toetje lusten) kunnen baat hebben bij dit medicijn. Mensen moeten er wel rekening mee houden dat deze anti-obesitasmedicijnen bijwerkingen kunnen hebben. Vooral in de eerste paar weken ervaren veel patiënten maagdarmklachten.

Gewichtstoename

Er zijn veel factoren die de werking van eetlustregulerende hormonen kunnen beïnvloeden. Een daarvan is gewichtstoename zelf. Bij patiënten met obesitas werken de verzadigingshormonen vaak minder effectief. Door deze ‘disfunctie’ in hun hormonale eetlustregulatie zijn ze juist weer vatbaarder voor overeten.

Interventies

Interventies voor gewichtsverlies (zoals diëten en lichaamsbeweging) lijken ook invloed te hebben, maar het bewijs hiervoor is controversieel. Er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat crashdiëten het hormonale systeem van eetlustregulatie nog meer kunnen verstoren dan vóór het dieet. Dit kan leiden tot het bekende ‘jojo’-effect. Anderen betwijfelen of deze veranderingen in hormonale systemen klinisch relevante effecten hebben op gewichtstoename. Sommige onderzoeken suggereren dat lichaamsbeweging geassocieerd kan zijn met verhoogde niveaus van verzadigingssignalen. Zo kunnen (veranderingen in) leefstijl dus van invloed zijn op de hormonale eetlustregulatie. We hebben daar echter nog geen volledig beeld van.

Glucocorticoïden

Een andere risicofactor voor verstoorde eetlustregulatie is een teveel aan glucocorticoïden, bijvoorbeeld door chronische stress, hormonale ziekte (bijvoorbeeld de ziekte van Cushing) of medicijngebruik. Het lijkt erop dat glucocorticoïden (zoals het stresshormoon cortisol) kunnen verhinderen dat verzadigingssignalen (zoals leptine of insuline) hun ‘stop’-signaal naar de hersenen overbrengen. Ook kunnen ze leiden tot een verhoogde werking van sommige hongeropwekkende hormonen (bijv. NPY). Mensen die werken in de gezondheidszorg weten allang dat stress en glucocorticoïdmedicatie kunnen leiden tot een verhoogde inname van calorierijk voedsel, en dat dat kan resulteren in gewichtstoename. Zelfs bij mensen die aangeven minder te eten tijdens stressvolle periodes, zien we een verhoogde voorkeur voor ‘comfortfood’ en een verschuiving naar een ongezond voedingspatroon in tijden van stress. Een mogelijke verklaring hiervoor zijn interacties van glucocorticoïden met eetlustregulerende hormonen.

Wat weten we nog niet of onvoldoende?

Onderzoek naar hormonale eetlustregulatie krijgt steeds meer aandacht, vooral met de komst van nieuwe farmaceutische opties. Maar er is ook nog veel dat we niet weten. Zo weten we niet zeker of de mate van gewichtsverlies zelf de veranderingen in de hormoonbalans veroorzaakt, of de manier waaróp het gewicht verloren wordt (zoals een bepaald dieet / combinatie met beweging / andere factoren). Er zijn steeds meer aanwijzingen dat zeer caloriearme diëten een jojo-effect kunnen veroorzaken, terwijl diëten met onbewerkt voedsel gunstig lijken voor de verzadigingssignaal. Maar er is meer onderzoek nodig om de langetermijneffecten te ontrafelen.

Vervolg

We beginnen net pas de effecten van glucocorticoïden op eetlustregulerende hormonen te begrijpen. Om ontregelingen in het hormonale eetlustsysteem, en het daaruit voortvloeiende overeten aan te pakken, zullen we de kennis over de werking van eetlusthormonen en hun interacties met andere lichaamssystemen moeten uitbreiden.

Zijn er verschillen tussen typen of groepen mensen?

Vrouwen vertonen vaker problematisch eetgedrag, zoals emotioneel eten, dan mannen. Dit kan verband houden met oestrogeenspiegels. Bovendien kunnen mensen met een hogere BMI vatbaarder zijn voor gewichtstoename als reactie op chronische stress (door bijvoorbeeld dagelijkse werkproblemen of gespannen relaties met familie). Dit is aangetoond in een groot epidemiologisch onderzoek. Hoe deze verschijnselen zich precies verhouden tot eetlustregulerende hormonen is nog onduidelijk. Het lijkt erop dat eetlustregulerende hormonen bruikbare voorspellers kunnen zijn voor iemands gevoeligheid voor hedonistisch overeten; dat kunnen we in de toekomst dus gebruiken bij de behandeling.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Kennis uitbreiden

Ik durf geen concreet advies te geven voor de kliniek. Ik denk dat we vooral onze kennis over de hormonale basis van eetgedrag moeten uitbreiden. Op die manier kunnen we de aanpak van overgewicht/obesitas steeds meer op maat maken. In de toekomst zal blijken of leefstijlfactoren zoals eetpatroon en medicijnen beschermend zijn voor een goed functionerend eetlustsysteem, en daarmee het eetgedrag onder specifieke omstandigheden. Maar zover zijn we nog niet.

Alert zijn

Het inschatten van de neigingen tot hedonistisch overeten, kan nuttig zijn bij het bieden van hulp op maat aan iedereen die gezonder wil eten en/of wil afvallen. Bovendien kan een combinatie van hyperfagie (soms zo erg dat mensen niet eens weten hoe het voelt om verzadigd te zijn) én obesitas die in de vroege kinderjaren begint, wijzen op een (mono)genetische oorzaak van obesitas, met daarbij een slecht functionerend hormonaal eetlustsysteem van een patiënt. Hoewel deze gevallen natuurlijk vrij zeldzaam zijn, is het goed om hiervan op de hoogte te zijn, want dan kun je een adequate behandeling bieden. Tot slot is het altijd goed om rekening te houden met de effecten van glucocorticoïdmedicatie op eetgedrag en gewichtsbeheersing, want veel mensen in Nederland gebruiken ze.

Conclusies

In deze wereld vol obesogene verleidingen, zou een goede fysiologische én psychologische controle over je eetgedrag wel eens de sleutel kunnen zijn tot een betere gezondheid. Maar hoe krijgen we dat voor elkaar?

Verleidingen

Op maatschappelijk vlak liggen er nog veel kansen om al die ‘obesogene verleidingen’ te verminderen. Een suikertaks kan bijvoorbeeld nuttig zijn om onze voedselomgeving te veranderen. En ook financiële prikkels creëren om gezonder te gaan eten, kunnen werken. Daarnaast kan gezonde voeding met veel onbewerkte voedingsmiddelen zorgen voor een langdurig verzadigingsgevoelen na een maaltijd. Dat verlaagt de vatbaarheid voor hedonistisch overeten.

Bewustzijn

Op individueel niveau kunnen veel mensen al baat hebben bij meer bewustzijn van hun hedonistische eetneigingen. Het verminderen van negatieve emoties, zoals dagelijkse stress kan ook helpen, vooral bij emotionele eters.

Medicijnen

Voor een deel van de patiënten kunnen de nieuwe anti-obesitasmedicijnen nuttig zijn.

Begrip

Ten slotte zal een beter begrip van hormonale eetlustsignalering in de toekomst ons helpen om de reactie van een individu op verschillende interventies te voorspellen. Dit vergroot de kans op een succesvolle behandeling.

Auteurs

Afbeelding voor Susanne Kuckuck

Susanne Kuckuck

Onderzoeker in opleiding, Erasmus MC Rotterdam