Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Artikelenmisc/arrow-dots-blackTekort aan paramedische stageplekken
Praktijk

Tekort aan paramedische stageplekken

Dinsdag 30 juli 2024Afbeelding Tekort aan paramedische stageplekken

Voor een student Voeding en Diëtetiek is de zoektocht naar een geschikte stageplek een cruciaal onderdeel van de opleiding. Samen met medestudenten en docenten maakt Mel Werkhoven, student Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam, zich zorgen over het aantal stageplekken. Om een beter beeld te krijgen van het probleem, de mogelijkheden en de voordelen van het begeleiden van een stagiair ging zij in gesprek met de stagecoördinatoren van de opleidingen Voeding en Diëtetiek in Nederland en met stagebegeleiders en hun stagiair. 

Mel Werkhoven

Diëtisten zijn populair

Je hoeft de krant maar open te slaan, of je leest over drukke ziekenhuizen, overvolle verpleeghuizen en miljoenen mensen met chronische aandoeningen. Het belang van goede en passende voeding is onmiskenbaar, en daarbij spelen diëtisten vaak een belangrijke rol. Het verbeteren van onze voeding kan symptomen verminderen en aandoeningen stabiliseren. De zorgvraag groeit. Veel mensen kampen tegenwoordig met meerdere aandoeningen tegelijkertijd, wat hun behandeling ingewikkelder maakt. Diëtisten zijn hard nodig om samen met de andere zorgprofessionals de problemen aan te pakken. Dat maakt dat de vraag naar goed opgeleide diëtisten hoog is. Om nu én in de toekomst aan die vraag te kunnen voldoen, is het belangrijk om gekwalificeerde diëtisten af te leveren vanuit de opleidingen Voeding en Diëtetiek, waar studenten momenteel goed voor warmlopen. En laat dat nou precies een probleem zijn …

Mel Werkhoven, student

“Er zijn studenten die op maar liefst twintig plekken worden afgewezen.”

Nu ook wachtlijsten voor stagiairs?

Nieuwe studenten ‘afleveren’ aan het werkveld is makkelijker gezegd dan gedaan. Elk jaar starten er in Nederland ruim zevenhonderd studenten aan een van de vier opleidingen Voeding en Diëtetiek. Ongeveer de helft hiervan behaalt binnen vijf jaar het einddiploma. Ruim vier op de vijf afgestudeerden vindt vervolgens een baan op passend studieniveau. Om de studie succesvol te kunnen afronden, moeten studenten Voeding en Diëtetiek in hun laatste jaar een afstudeerstage doen.

Een zorgelijke ontwikkeling is dat bijna alle opleidingen Voeding en Diëtetiek de laatste jaren moeite hebben met het vinden van met name paramedische stageplekken. Stagecoördinatoren trekken alles uit de kast om aan de broodnodige stageplekken te komen. Denk aan het regelen van meer punten voor het kwaliteitsregister en aan het zoeken naar plekken in andere regio’s. Maar ook aan het aanbieden van een cursus coaching aan stagebeleiders over hoe je een stagiair goed kunt begeleiden. Daarnaast denken ze mee in mogelijkheden zoals hybride werken of parttime meelopen. Verder worden studenten aangemoedigd om zelf een stageplek te zoeken. Dat heeft echter voor bijvoorbeeld het afgelopen jaar nog niet tot genoeg plekken geleid. 

De studenten ervaren zelf ook het nijpende tekort aan passende stageplekken. Er zijn studenten die op maar liefst twintig plekken worden afgewezen. Studenten maken zich zorgen, worden vaak afgewezen en een kleine groep loopt hierdoor ook studievertraging op; factoren die de studiemotivatie niet laten toenemen. Als de zorgsector wil dat studenten blijven kiezen voor het vak van diëtist, moet er iets gebeuren.

Niet altijd rozengeur en maneschijn

Er zijn vele legitieme redenen waarom het niet lukt om een stagiair te begeleiden: de werkdruk of veranderingen in het personeelsbestand laten de begeleiding simpelweg niet altijd toe. En diëtisten die eerder wél stagiairs begeleidden, slaan soms ook gewoon een keertje over. Dat is begrijpelijk gezien de toenemende complexiteit van de zorg. Het begeleiden van stagiairs wordt als intensief ervaren: een evaluatieformulier hier, een ontwikkelgesprek daar, uitleg over de werkzaamheden. De student (of althans de begeleiding) wordt soms gezien als een last, in plaats van als een kans of zelfs als helpende hand. Stagebegeleiders die voor dit artikel zijn benaderd, geven aan dat voor de begeleiding van een stagiair in het begin zeker een tijdsinvestering nodig is.

Daarnaast is er vaak een mismatch tussen de praktijk en het niveau van de stagiair. Met de toenemende complexiteit in de zorgsector bestaat het risico dat deze mismatch alleen maar groter wordt. Veel studenten hebben tot en met hun vierde jaar nog geen praktijkervaring opgedaan. De studenten eerder kennis laten maken met de praktijk zou deze kloof kunnen verkleinen, maar hoe komen de opleidingen aan deze stageplekken wanneer het in het vierde jaar al een uitdaging is?

En laten we niet vergeten dat studenten hierin zelf ook een grote verantwoordelijkheid hebben. Niet elke student is enthousiast of zet zich honderd procent in. Een stagiair die van het begin tot het einde veel energie heeft gekost, is niet bepaald een visitekaartje voor de doelgroep die het zo hard nodig heeft. Als student is het dus belangrijk om ervoor te zorgen dat je cv en je motivatiebrief op orde zijn, dat je je goed voorbereidt en dat je je volledig inzet als je eenmaal aangenomen bent. Met het achterlaten van een goede indruk heeft elke stagiair invloed op de stageplekken voor toekomstige studenten.

Op zoek naar de win-win

“Elk nadeel heb z’n voordeel”, sprak een profetisch sporter ooit. Een van de manieren om de begeleidingsdruk wat te verlichten, komt van de geïnterviewde stagecoördinatoren van de opleidingen. En dat is door de stagiair te laten meelopen met twee diëtisten. Dit biedt tevens voordelen voor de stagiair. Die ziet meerdere plekken, verschillende ziektebeelden en de eigen stijl die diëtisten hanteren. Daarnaast kun je ook twee stagiairs aannemen. Zij kunnen elkaar ondersteunen, zonder voortdurend een beroep te hoeven doen op de stagebegeleider. Dit komt zowel de opleidingen, de studenten als de stagebegeleider ten goede. Het is daarnaast ook zo dat de stagiair de stagebegeleider uiteindelijk werk uit handen neemt. “Na een maand betaalt het zich uit”, geeft diëtist bij DieetPlaneet en stagebegeleider Alicia Izeboud aan. “Dan kan een stagiair wat administratieve werkzaamheden overnemen, opdrachten voor je uitvoeren en steeds meer cliëntcontact overnemen.”

Er zitten uiteraard ook voordelen aan het begeleiden van een student. “Het is heel mooi dat jij kunt laten zien hoe mooi en belangrijk ons beroep is”, aldus Herma ten Have, diëtist bij Careyn en stagebegeleider. Van de kant van andere ervaringsdeskundigen klinken vergelijkbare geluiden: het geeft energie als de student enthousiast is en het versterkt elkaar als je allebei enthousiast bent. Het is ontzettend leuk om kennis van het vak door te geven. Daarnaast geeft het veel voldoening dat jij bijdraagt aan de ontwikkeling van een stagiair.

Herma ten Have, diëtist

“Ik kies ervoor om stagiairs te begeleiden, omdat ik dat óók een taak van de diëtist vind.”

“Als je een stagiair begeleidt, dan denk je nóg meer na over je eigen handelen”, tipt Lara de Kroon, diëtist bij Careyn en stagebegeleider. Ook dit krijgen we vaker terug van andere begeleiders: als je een stagiair gaat begeleiden dan ga je weer even kritisch naar jezelf kijken. Je wilt tenslotte wel het goede voorbeeld geven. Daarnaast krijg je ook kritische vragen van de stagiair, kan het gezellig zijn en kun je sparren over een heleboel dingen. Als diëtist wil je je blijven doorontwikkelen, en daar helpt een stagiair van een nieuwe generatie ook bij.

Een betere stageplek begint bij jezelf

Kort door de bocht kunnen we stellen dat er simpelweg meer stagemogelijkheden moeten komen om aan de toenemende vraag naar (toekomstige) diëtisten te kunnen voldoen. De oplossingen hiervoor liggen echter niet voor het oprapen. Wat wel een mooie stap zou zijn, is als er meer wordt samengewerkt om obstakels te benoemen en om samen te kijken hoe deze kunnen worden weggenomen. Ook stagecoördinatoren geven aan dat zij graag in gesprek blijven met het werkveld.

Om het nog scherper te stellen: de beroepsgroep mag zich medeverantwoordelijk voelen voor het overdragen van kennis en ervaring aan de nieuwe generatie. Als diëtist heb je de verantwoordelijkheid om studenten te begeleiden, omdat er anders geen goed gekwalificeerde opvolging ontstaat. Herma ten Have is er heel duidelijk over: “Ik kies ervoor om stagiairs te begeleiden, omdat ik het ook een taak van de diëtist vind.”

En laten we eerlijk zijn: het komt niet zelden voor dat een mooie stagematch leidt tot een nieuwe collega. En dat is dan meteen nog een goed ingewerkte collega ook …

Meer informatie

Voor meer informatie of overleg, neem contact op met een van de vier praktijkbureaus van de opleidingen:

Auteur

Mel Werkhoven, student Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam