Ga door naar hoofdcontent
misc/arrow-dots-black Artikelenmisc/arrow-dots-black‘Kookrecepten in de apotheek’

‘Kookrecepten in de apotheek’

Woensdag 5 mei 2021Afbeelding ‘Kookrecepten in de apotheek’

Naomi Jansen is afgestudeerd aan de Design Academy in Eindhoven. Ze noemt zichzelf naast ontwerper ook verbinder, vernieuwer en aanjager. Ze is de oprichter / eigenaar van de Voedselapotheek en kijkt daarvoor met een designer-oog naar voeding. Hoe gaat dat in z’n werk? En waar leidt het toe?

Wat is je achtergrond?

“Ik heb de Design Academy in Eindhoven gedaan. Dat is een heel brede opleiding, waardoor je wordt gedwongen goed na te denken over wat jíj wilt ontwikkelen. Vroeger lag de nadruk vooral op het ontwerpen van producten, maar tegenwoordig is de opleiding meer gericht op maatschappelijke vraagstukken. En die vertalen naar een ontwerp of concept. Dus toen moest ik gaan nadenken: wat vind ik interessant? Mijn grote passie is koken, gezond, samen eten, verantwoord. Daarmee ben ik aan de slag gegaan.”

Paspoort

Geboortejaar: 1989

Opleiding: Design Academy Eindhoven

Huidige functie: Oprichter en conceptontwikkelaar bij de Voedselapotheek

Voeding en design, waar leidt dat toe?

‘Ja, dat was de vraag. Om dat te onderzoeken heb ik onder andere stage gelopen bij kunstenaar Marije Vogelzang. Ze noemt zich ‘eating designer’, want ze gaat niet zo zeer uit van ‘voeding’’, maar van het werkwoord ‘eten’.  Dus nadenken over wat mensen elke dag eten en waarom? Met wie? Maar ook: hoe ziet het voedselsysteem eruit? En hoe kan dat anders, zodat gezondheid meer op de voorgrond komt? Dat fascineert mij ook. En er zijn op dat gebied een hoop uitdagingen te vinden, waar ik graag iets aan zou willen doen.”

Welke uitdagingen bijvoorbeeld?

“Een van de concepten waarmee ik afstudeerde, was het project  ‘Genees smakelijk’. Daar onderzocht ik hoe eten in een ziekenhuis eruit ziet. Na een ochtend dacht ik al: daar kan nog zo veel gebeuren! Er werd alleen bij bepaalde diëten vers gekookt, verder kwam er nog veel uit pakjes en zakjes. Zoutarm moet speciaal worden gemaakt. Dat is toch  de omgekeerde wereld? Waarom niet zoutloos koken en alleen daar waar gewenst zout toevoegen? Maar ook bij het serveren van het eten, zat voor mijn gevoel weinig ‘beleving’. Dingen worden blijkbaar toch snel routine en bij navraag bleek het binnen de muren van het ziekenhuis lastig om het anders te doen. Ik kreeg dat ook als feedback: jij ziet dingen waar wij blijkbaar al aan gewend zijn.’”

En waar zag je nieuwe kansen?

“Voor het Máxima Medisch Centrum heb ik een project ontwikkeld met bonbons voor zwangere vrouwen. Ik werkte daarbij nauw samen met een diëtist. Dat was een mooie combinatie, want zij had zo haar bedenkingen bij bonbons in het kader van gezond eten. En ze zei: ‘Dat kan niet zomaar, dat moet goed onderbouwd zijn, daar moet je eerst onderzoek naar doen’. Maar ik dacht: we moeten op een leuke en aansprekende manier kennis over gezond eten overbrengen op deze doelgroep. Dus waar zijn zij gevoelig voor? Nou, bonbons, want als je zwanger bent heb je af een toe enorme behoefte aan chocola. Vanuit de optiek: als je iets ontwikkelt, moet dat goed passen bij de belevingswereld van de ontvanger. Daar zit soms wrijving. En dan moet je keuzes maken, die soms afwijken van wat gangbaar is.’

‘Design thinking’

Design thinking is een manier van innoveren waarbij de mens centraal staat. Het helpt tot relevante, originele en creatieve oplossingen te komen. ‘Design thinking’ bevat een aantal ingrediënten: kennis van menselijk gedrag, experimenteren, proto-typeren, leren van fouten. Met een ander perspectief kijken, samenwerken en uit de context stappen – altijd met de belanghebbenden in het oog. Eerst kennis loslaten en creativiteit de vrije loop geven. Pas veel later in het proces komt haalbaarheid om de hoek kijken.

“Door design thinking kun je in korte tijd, vaak ook onder tijdsdruk, tot hele nieuwe ideeën komen.”

Vind je dat diëtisten creatief genoeg zijn?

“Jazeker wel, maar het mag meer aandacht krijgen. Ontwikkelen samen mét de gebruiker, en minder vanuit je eigen kennis. Dat is best lastig. Het ouderwetse consult is: ‘dit kunt u het beste eten’. Maar als mensen dat niet zelf ‘voelen’, is dat moeilijk vol te houden. Met creatief denken, ‘design thinking’ kun je zoeken naar hoe je de juiste snaar kunt raken. En dat kan best buiten jouw scope van ‘gezonde voeding’ zijn. Ik denk dat het ook daarom waardevol is om met veel verschillende mensen en disciplines samen te werken. Met mensen die anders denken, kom je samen vaak tot heel originele oplossingen. Daarom verbinden wij bij de Voedselapotheek ook veel en diverse partijen met elkaar. De kracht van ontwerpen, is juist om daarboven te staan en te zien waar de kansen en verbindingen liggen om systemen opnieuw in te richten. Ik heb nu een stagiair van de HAN en van haar hoor ik dat het principe van ‘design thinking’ op de opleiding ook steeds meer aandacht krijgt.”

Waarom de Voedselapotheek?

“Direct na de opleiding ben ik voor mezelf begonnen. Een heel spannende stap, maar ik ben gewoon gestart met ondernemen, op gevoel. Het is een zoektocht. Die is lang niet altijd makkelijk, maar ik kom toch altijd weer terug op mijn visie dat ik een verandering zoek in het huidige systeem. De term ‘apotheek’ heeft ermee te maken dat dat van oudsher de plek is waar mensen kwamen voor middelen voor hun gezondheid. Gaandeweg zijn dat vooral medicijnen geworden, maar vroeger waren dat ook kruiden en adviezen. Ik denk dat we zulk soort ‘gezondheidshuizen’ weer nodig hebben; letterlijk en figuurlijk dicht bij de mensen.”

Wat voor projecten doe je?

“In Amersfoort zijn we bezig met een project samen met een apotheek. We hebben eerst met een aantal klanten van de apotheek gesproken: welke vragen hebben jullie, is er medicatie die jullie willen verminderen, wat willen jullie weten over gezonde voeding?  Wekelijks organiseren we een leefstijlcoachingsmiddag. Hier kunnen mensen terecht met hun vragen over gezondheid. En dan worden er bijvoorbeeld ook tasjes met groenten, en recepten uitgedeeld, kookrecepten. Daar staan mensen helemaal van te kijken, want ‘een apotheek verdient toch aan medicijnen?!’. Maar dat het ook anders kan, vinden mensen leuk en verrassend. Dat slaat aan.”

En verder..?

We hebben in Cuijk bijvoorbeeld een project in een wereldtuin. Daarin wordt in de wijk groente verbouwd. Mensen helpen met zaaien en oogsten. In die tuin organiseren we ook wandelingen. Die koppelen we aan thema’s: veelvoorkomende kwalen van mensen in de wijk. We hebben daar drie routes aan gekoppeld: slaap en ontspanning, beweging en energie, en weerstand en herstel. Dan lopen we langs bepaalde groenten en kruiden die daar een gunstige positieve werking op hebben. Eigenlijk op een hele simpele, praktische manier kennis tot mensen brengen. Je gebruikt de omgeving om daarmee voorlichting te geven over eten. Dat spreekt heel erg aan.”

En wat nog meer?

“En we zijn wel eens aangehaakt bij een groep Turkse dames. Die gingen altijd wandelen en daarna thee drinken in een parkje. En dan onder het genot van baklava en andere zoete dingen bespreken waarom het zo lastig is om af te vallen! Door mee te wandelen kom je erachter wat hen bezighoudt en waar zíj behoefte aan hebben. Ze vinden dat wandelen fijn, ze willen elkaar ontmoeten. Als het dan in de winter te koud is, kun je een plek bedenken waar samen kunnen komen, bijvoorbeeld een kas, en daar op een hen aansprekende manier voorlichting geven. Of ze een middagje meenemen naar de supermarkt. Eettradities doorbreken is lastig, en die moet je er misschien ook niet helemaal uit willen krijgen, maar íets gezonder is nog altijd winst.”

Hoe financier je het?

“Partijen waar we mee werken stellen vaak middelen beschikbaar, zoals de apotheek, de supermarkt of lokale boeren. Maar we proberen ook gemeentes mee te laten betalen. En soms gaat het via sponsoring. Je wilt zoveel mogelijk onafhankelijk blijven, maar je hebt ook eens wel grotere partijen nodig. Het is altijd een wisselwerking, en dat is ook prima. Ik blijf daar natuurlijk kritisch op. En we zijn er altijd eerlijk over.”

Werk je met een vast team?

“Ik ben een eenmanszaak, maar afhankelijk van het project ontstaat er elke keer een team. Ik doe veel met een andere ontwerper, die meer vanuit sociale insteek werkt, en ik doe meer de gezondheid-kant. In ons gezamenlijke project hebben we een communicatieadviseur ingehuurd, die teksten schrijft en uitzet bij de lokale kanalen in de wijk. En per onderwerp, zoeken we specialisten op dat gebied. Dus zo ontstaan steeds verschillende teams, maar op die manier krijg je wel een poule van experts, waar je steeds op terug kunt vallen. Vooral die breedte is zo leuk. En nuttig. Want de sleutel tot succes is om dingen te doen met veel verschillende mensen.”

Heeft corona je nog geïnspireerd?

“We denken natuurlijk al langer na over hoe je gezondheidswinst kunt behalen op scholen. Corona was de aanleiding voor een project met middelbare scholen: samen online koken en leren over gezondheid, duurzaamheid en voedselverspilling. Dat slaat enorm aan. Ze doen dat thuis, in de eigen omgeving, soms met het hele gezin. Het is een programma van een week, waarin we drie keer contact hebben. De groep bestaat uit maximaal twintig leerlingen, zodat iedereen voldoende aandacht krijgt. Aan het begin van de week halen ze bij een lokale tuin een box op met verse ingrediënten, een kookboek, een mesje en werkbladen. Dan zien we elkaar ook even in het echt. Het is een heel leuke ervaring, want er wordt over van alles gesproken. We hebben ook een appgroep en we vloggen. Zo leren wij ook weer wat speelt bij de jeugd. Echt superleuk! En we geven ze elke dag een challenge mee. Bijvoorbeeld: probeer eens een dag geen vlees te eten. Laagdrempelig: vervang een ongezonde snack door een gezonde snack.”

Nog een laatste tip?

“Ik heb zeker niet de wijsheid in pacht, maar ik weet wel dat er veel wijsheid zit in creativiteit. Dus we moeten met z’n allen zoeken naar zo veel mogelijk leuke manieren om gezond te blijven.”