Geluk kun je écht proeven!
Maandag 16 augustus 2021Met het project ‘Geluk kun je proeven’ waagde Nelie Braspenning een sprong in het diepe. Het werd een groot succes. Uitgebreid aandacht geven aan de voeding, in een combinatie van heden én verleden, doet wonderen bij dementerende ouderen. “Zolang de zintuigen maar worden geprikkeld.”
Een symposium in Antwerpen zette Nelie Braspenning aan het denken over de rol die zintuigen spelen bij de bewustwording van je omgeving. “Daar vertelde een vrouw met een zichtvermogen van vijf procent welke impact dat op je beleving heeft. Om dit zelf te ervaren, werd de tent waarin het symposium plaatsvond volledig verduisterd. De vrouw nam ons mee in boeiend verhaal en intussen verspreidde een ‘geurjockey’ geuren. Dat was een hele intense en prikkelende gewaarwording.” Die gewaarwording zou later nog van pas komen…
Als gezin aan tafel
Braspenning is diëtist bij TanteLouise, een organisatie die zorg biedt aan ouderen met dementie of somatische problemen die wonen in zorgcentra of verpleeghuizen. Ze gaat wekelijks (net als drie collega-diëtisten) de huizen langs en behandelt mensen met onder andere ongewenst gewichtsverlies, diabetes, obstipatie en decubitus. Ook coacht ze de zorgverleners op het gebied van koken en geeft ze scholing. Onder de stichting vallen tien locaties met meerdere kleinschalige woningen, waar zes tot acht ouderen in huiselijke sfeer samenwonen. “De zorgverlener kookt voor de groep. Ouderen die dat leuk vinden, helpen mee met boontjes doppen of de aardappelen schillen. De groep eet gezamenlijk, inclusief de zorgverlener, aan een gedekte tafel: een beetje als een gezin.”
Idee op een A4’tje
Binnen de zorginstellingen van TanteLouise is veel aandacht voor zintuigactivering bij ouderen met dementie. Braspenning: “Onze bestuurder deed in de zomer van 2016 een oproep voor bruisende en vernieuwende ideeën voor een zinvolle daginvulling of deskundigheidsbevordering. Dat gebeurde in het kader van Waardigheid en trots, een programma om de kwaliteit van de verpleeghuiszorg een impuls te geven. Toen dacht ik gelijk: daar kunnen we ook iets mee met voeding.”
Het idee was om ouderen voeding op een eenvoudige manier te laten ‘ervaren’ en het zorgpersoneel iets te geven om hier actief mee bezig te zijn. Braspenning zocht een enthousiaste kok; samen schreven ze wat ideeën op een A4’tje en dienden dit in. Het project – Geluk kun je proeven – werd uitgekozen en werd een groot succes, tot Braspennings eigen verrassing. “Ik heb dat ook niet allemaal van te voren kunnen bedenken. Ik denk nooit zo heel lang na. Ik roep al snel: we gaan ervoor! En tot nu toe heeft dat altijd goed uitgepakt. Soms moet je gewoon in het diepe springen en dan zie je wel waar je uitkomt.”
Toneelstukje
Voor Geluk kun je proeven hebben kok Geert Leeuwis en Braspenning in drie maanden tijd 46 woningen bezocht waar dementerende ouderen wonen. “Twee per dag: ’s morgens van negen tot elf uur en ’s middags van twee tot vier uur. Terwijl Geert de hapjes bereidde, dekte ik de tafel: met een blauwwit geruit tafelkleed en servetten, met mooie wijnglaasjes, heel sfeervol allemaal. Dat leidde al gelijk tot een hoop nieuwsgierigheid. Vervolgens gingen de bewoners, zorgverleners, vrijwilligers en aanwezige familieleden aan tafel. Eerst legden we uit wat we gingen doen. Daarna vertelde ik – onder het genot van een ouderwets glaasje Exota – een verhaal, een reis door de tijd: over voeding, kenmerkende producten, gewoontes en gebruiken. Tussendoor stelde ik zo nu en dan wat vragen. Daarbij startten we ook muziek ‘uit de oude doos’ in: Kleine Greetje uit de polder, Oh was ik maar bij moeder thuis gebleven… Nou, dat doet heel bijzondere dingen met mensen. Dan gaat er onmiddellijk een ‘luikje’ open en zingt, klapt of neuriet iedereen mee. Het voert mensen terug naar vroeger. Zelfs mensen die in de laatste fase van dementie zitten, komen dan ‘los’, al was het maar door wat mee te tikken met hun hand. Dat leverde bovendien ook nog wel ontroerende taferelen op, omdat familieleden (die soms ook langskwamen) dan – na alle ellende die dementie vaak met zich meebrengt – ineens weer een heel andere, vaak leukere, vader of moeder zagen.”
Kaneel, steranijs en nootmuskaat
Ze vervolgt: “Geert serveerde intussen de hapjes. We begonnen met Ardenner ham met meloen, dat vonden ze heerlijk. Vervolgens liet ik oude reclames zien van Blue Band, Moccona-koffie en Joris Driepinter. Ook weer een feest van herkenning! En ik had drie potjes met geuren bij me: kaneel, steranijs en nootmuskaat. Daar konden mensen aan ruiken en kijken of ze de geur herkenden. Dat vonden ze wel heel moeilijk. Dan zie je pas goed hoe zeer het reukvermogen achteruit gaat.”
“In de tussentijd was Geert alweer bezig met het koken van mosselen. De regio waar we werken, zit tegen de rand van Zeeland aan, dus ook dat riep weer veel herinneringen op. Veel mensen van hier hebben vroeger zelf nog mosselen geraapt. En de mosselman kwam hier nog echt aan huis. We serveerden ze in kleine pannetjes. Dat was op zichzelf al een succes! Mensen mochten die ook houden, om daar later nog soep of hachee in te doen. Nou, dat viel in goede aarde.”
“Als laatste hadden we een toetje van cake met mascarpone en bosvruchtenjam, met een chocolade-vanillestokje. Opvallend was dat iedereen heel rustig aan tafel bleef zitten, ook de zeer rusteloze types. Dat vond ik wel heel bijzonder. Ze luisterden allemaal aandachtig en antwoordden enthousiast op mijn vragen. Wat at u vroeger altijd? Waar ging u heen op vakantie? Waarbij ook weer allerlei verhalen en herinneringen loskwamen.”
Tante’s kookboek
Nelie Braspenning schreef in 2013 Tante’s kookboek. Mensen stuurden hiervoor ouderwetse recepten in. Aan elk recept zit wel een verhaal vast. Het boek staat bij de zorginstellingen van TanteLouise ook op alle afdelingen in de keuken. Ze hoort regelmatig dat mensen daaruit het ‘duiveltjesvlees’, hete bliksem met bloedworst of Haagse bluf hebben klaargemaakt.
ISBN 978940210691.
Eenvoud is de kracht
Het project is afgerond: Braspenning en Leeuwis hebben de laatste woningen bezocht. “Daarbij waren ook onze directeuren zorg en bedrijfsvoering aanwezig, evenals de voorzitter van de raad van bestuur. Zij hadden inmiddels gehoord dat het heel leuk was. Ook zij waren hartstikke enthousiast en hebben toegezegd dat we mogen doorgaan tot 2020. Hoe we dat verder gaan vormgeven, moeten we nog bekijken. We gaan eerst deze fase evalueren.”
Hoe is het succes te verklaren? De kracht zit ‘m volgens Braspenning in de eenvoud. Want zo ingewikkeld is het allemaal niet volgens haar: “Een goed verhaal, wat lekkere hapjes en vooral: aandacht, voor de mensen én hun verhalen.” Om daar gelijk aan toe te voegen: “Maar hoe eenvoudig het ook klinkt, het kost natuurlijk allemaal wel tijd. En die moet je krijgen. Geert en ik zijn gedurende drie maanden voor zestien uur uitgepland van onze dagelijkse werkzaamheden, zodat we ons volledig op het project konden richten. Daarnaast waren we zo’n 5,50 euro per persoon kwijt aan de voedingsmiddelen en het serviesgoed, dat ze mochten houden. Je kan dus met relatief eenvoudige middelen grote effecten bereiken. In elk geval hebben we veel mensen aan het denken gezet.”
Het effect is nog niet op gemeten of terug te zien. “Niet in cijfers, nee. Dus je moet een directie hebben die niet primair uit is op resultaten achter de komma. Dat geluk hadden wij.”
Inspiratie voor collega-diëtisten
Braspenning heeft voldoende tips voor diëtisten die geïnspireerd zijn door dit verhaal. “Zoek om te beginnen een enthousiaste en goede kok om mee samen te werken. Dat is een groot deel van het succes. En ook de afdeling pr en communicatie is belangrijk. Die hebben voor ons het verhaal geschreven en daar ook de nodige research voor gedaan. Verder deden zij alle pr-activiteiten. Dat is ook nog wel wat werk. En er komt ook wel een beetje acteren bij kijken: je voert eigenlijk een klein toneelstukje op, met de ouderen in de hoofdrol. Je moet je dus goed in hen in kunnen leven.”
Een draaiboek dat anderen kunnen gebruiken is er niet, alleen de opzet op het A4’tje. “En ons plan van aanpak, maar ik weet niet of andere diëtisten daar iets aan hebben. Als we namelijk iets geleerd hebben, is het wel dat elke situatie anders is: elke groep heeft zijn eigen, unieke dynamiek. Maar misschien kunnen ze wel het verhaal dat wij vertelden als basis gebruiken. Ze kunnen me hiervoor gerust benaderen.”
Lessen voor de dagelijkse praktijk
Het project leverde veel ervaringen op voor de dagelijkse praktijk. “Vooral wat een impact aandacht heeft. Aandacht voor mensen brengt rust. Een andere eye opener was de rol die zintuigen spelen in onze beleving. Het is zo belangrijk om die te blijven prikkelen. Geert gaf ook aan dat een van de belangrijkste leerpunten voor hem was dat mensen toch nog écht kunnen genieten van eten en drinken. Dat moeten we niet onderschatten. Ik denk daarom dat we er alles aan moeten doen om ouderen zo lang mogelijk gewone voeding te blijven geven. Op een aantrekkelijke manier, hetzij in productkeuze, hetzij in omvang, hetzij in geur, kleur en consistentie. Dat bereik je niet met drinkvoeding. Daarom zou ik het gebruik daarvan heel graag terugbrengen in onze organisatie. Meer gebruikmaken van kleine hapjes, lekker klaargemaakt, met aandacht en passie en mooi gepresenteerd. Het hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn, een ouderwetse vlaflip doet wonderen! Mits met aandacht en liefde geserveerd. Want geluk kun je echt proeven.”
We zijn vol enthousiasme aan dit project begonnen, maar ook een beetje huiverig. Wat gaan we aantreffen? Wat zullen de reacties zijn? Hoe reageren de bewoners? Ik ben kok in een verpleeghuis, geen verzorger van bewoners. Na enkele sessies kwam ik erachter dat aandacht, respect en enthousiasme heel goed werken. Meerdere malen stond het kippenvel op mijn armen van de mooie dingen die er ontstonden. Door het verhaal, het eten en drinken, de kleine hapjes en de muziek creëerden we samen met de zorg en familie gezelligheid. Daaruit ontstonden mooie momenten. De hapjes hebben we overigens simpel gehouden, zodat de zorgmedewerkers ze na kunnen maken. Daarnaast heb ik uitleg gegeven hoe de hapjes gemaakt moeten worden. Dat is het mooie van dit project: het is voor iedereen een leuke ervaring.
Kok Geert Leeuwis