Een hond met een snor
Dinsdag 11 juli 2017In de meivakantie was ik in Denemarken. Een leuk land: beetje een combinatie van Nederland en Duitsland. Dat verwachtte ik ook van de taal, maar dat bleek niet zo; ik verstond er maar weinig van.
Dat was een rare gewaarwording. Je kunt je met Engels wel redden, dat is het probleem niet. Maar als taalliefhebber vind ik het altijd wel prettig, en ook beleefd, als je in een land waar je te gast bent de taal kan spreken en verstaan. Dat was hier dus niet het geval. En dan loop je ineens tegen allerlei beperkingen aan. In de winkel, bij de benzinepomp, in musea… Of in het park, met de hond! Wij hebben een terriër; die heeft weliswaar een snor, maar of het ‘i snor’ op de borden daar daadwerkelijk iets mee te maken had… dat laat zich raden. Maar goed, dat heeft allemaal z’n charme. Je lacht erom; het is tenslotte vakantie.
Geen idee
Veel mensen hebben dit probleem echter in hun eigen land, de hele dag door. Oók in Nederland. En dan is er natuurlijk niets charmants of lachwekkends aan. Als je geen idee hebt wat er op de borden staat, als je de ondertiteling bij een film niet kunt lezen, als je de mail van de juf van je kinderen niet begrijpt… Óf als je bij de diëtist komt omdat je moet afvallen, en dolgraag die etiketten zou willen lezen, maar het niet kan. De omvang van het probleem van laaggeletterdheid is de meeste mensen onbekend. Daarom zal een diëtist of een andere hulpverlener er doorgaans niet bij stilstaan. En mensen die laaggeletterd zijn, komen er niet graag voor uit. Het komt dus niet ter sprake. En dat heeft de nodige gevolgen.
Stel de vraag
Op zich is het probleem vrij ‘simpel’ op de te lossen. Dat wil zeggen: er zijn verschillende manieren om elkaar duidelijk te maken wat je bedoelt. Maar dan moet het wel bekend zijn dat een van de gesprekspartners laaggeletterdheid is. Op pagina 24 vind je een artikel over het project Voel je goed! Dat is erop gericht om mensen met overgewicht en een taalbeperking te helpen. Het begint met bewustwording en openheid. En met de vraag: ‘Heeft u misschien moeite met lezen en schrijven?’ Die vraag stel je misschien niet gemakkelijk. Maar doe het wel…
Fordi det er afgørende!