Voedingsinname en supplementgebruik bij sporters

Veel topsporters in Nederland hebben minder voedingsstoffen in hun basisvoeding dan aanbevolen. Zij zouden betere voedingskeuzes moeten maken. Daarnaast is het advies om een laaggedoseerde multivitamine te gebruiken om te voldoen aan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid. Dat is een van de aanbevelingen uit het promotieonderzoek van sportdiëtist Floris Wardenaar van HAN Sport en Bewegen. Op 3 februari verdedigde hij zijn proefschrift aan Wageningen Universiteit.

Wardenaar bekeek de innames van een groep wedstrijdsporters die presteren op hoog niveau. De voedingsinname van deze wedstrijdatleten verschilde maar beperkt met die van de gemiddelde bevolking, terwijl de atleten lichamelijk zeer actief zijn en trainingsprogramma’s en wedstrijden hun dagindeling bepalen. Een belangrijke conclusie is dat de eiwitinname van 80% van de sporters voldoet aan de meest gangbare norm in de sport (1,2 gram/kg lichaamsgewicht). De koolhydraatinname blijkt aan de lage kant: meer dan de helft haalde de sportvoedingsaanbeveling van 5 g/kg of meer koolhydraten niet. Tussen de diverse sportdisciplines waren de verschillen klein. De inname van vitamine A, D, B1 en B2 bleek vaak te laag. Bijtelling van de micronutriënten uit supplementen verbeterde de inname van alle micronutriënten, met uitzondering van vitamine D.

Om optimale prestaties te kunnen leveren en goed te kunnen herstellen, is een adequate energie- en voedingsinname van groot belang. De conclusies uit dit proefschrift zijn relevant voor iedere professional in de sport.